In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 7 december 2022, wordt het beroep van eiseres, een supermarkt, tegen de opgelegde maatwerkvoorschriften door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente [plaatsnaam 2] beoordeeld. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen het besluit van 27 juli 2021, waarin het college de maatwerkvoorschriften in stand hield. De rechtbank heeft het beroep op 26 oktober 2022 behandeld, waarbij eiseres werd vertegenwoordigd door haar gemachtigden en het college door verschillende vertegenwoordigers.
De rechtbank oordeelt dat het college niet in redelijkheid maatwerkvoorschrift 4 kon stellen, omdat eiseres voldoet aan de geluidsnormen. Het college had niet aannemelijk gemaakt dat zonder het opleggen van dit voorschrift, eiseres niet aan de grenswaarden kon voldoen. Ook maatwerkvoorschrift 3 werd als onduidelijk en dubbelzinnig beoordeeld, omdat niet vast te stellen is wat precies onder schreeuwen, gillen en luidruchtig praten valt. Dit maakt handhaving van deze gedragsregels in strijd met de rechtszekerheid.
De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt de maatwerkvoorschriften 3 en 4 en bepaalt dat het college het griffierecht en proceskosten aan eiseres moet vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van de beslissing.