Uitspraak
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.De wettelijke voorschriften
8.De beslissing
een gevangenisstraf van 6 maanden;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 8 december 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een judoleraar die zich schuldig heeft gemaakt aan ontuchtige handelingen met twee minderjarige jongens. De verdachte, geboren in 1961 en zonder vaste woon- en verblijfplaats, werd beschuldigd van het plegen van ontuchtige handelingen in de periode van 1 mei 2022 tot en met 30 juni 2022. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte de jongens, die dertien en veertien jaar oud waren, heeft misbruikt van zijn positie als judoleraar en hen naar zijn kamer heeft gelokt onder het voorwendsel van het geven van een medische massage. Tijdens deze massage heeft hij de jongens gedwongen hun broek uit te doen en hen betast.
De rechtbank heeft de verklaringen van de slachtoffers als betrouwbaar aangemerkt, terwijl de verdediging van de verdachte betoogde dat er geen sprake was van dwang of geweld. De rechtbank oordeelde echter dat de verdachte door zijn leeftijd en rol als judoleraar een geestelijk overwicht had op de jongens, waardoor zij zich niet konden verzetten tegen de handelingen. De verdachte heeft meerdere keren tegenstrijdige verklaringen afgelegd, maar de rechtbank hield hem aan zijn derde verklaring waarin hij de handelingen heeft bekend.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden, met aftrek van de tijd die hij in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De rechtbank heeft hierbij rekening gehouden met de kwetsbare positie van de slachtoffers, die afkomstig waren uit Oekraïne en in een vluchtelingenopvang verbleven. De rechtbank heeft benadrukt dat dergelijke feiten grote verontwaardiging en onrust in de maatschappij veroorzaken en dat de verdachte zijn positie als judoleraar ernstig heeft misbruikt.