Uitspraak
Comfortklimaat Middelharnis B.V.,
1.Het verdere verloop van de procedure
2.De verdere beoordeling
€ 777,50(2,5 punten van € 311,00)
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, heeft de eisende partij, Comfortklimaat Middelharnis B.V., een vordering ingesteld tegen een gedaagde partij die in persoon procedeerde. De zaak betreft een bewijsopdracht waarbij de gedaagde moest aantonen dat hij contante betalingen had verricht voor twee specifieke orders, te weten order 619 en order 688. De kantonrechter heeft in een tussenvonnis van 20 april 2022 de gedaagde opgedragen bewijs te leveren van deze betalingen. Tijdens de procedure zijn getuigen gehoord, maar de verklaringen waren onvoldoende om aan te tonen dat de betalingen daadwerkelijk betrekking hadden op de genoemde orders.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat, hoewel er aanwijzingen waren dat de gedaagde contante betalingen had verricht, er geen bewijs was dat deze betalingen specifiek voor de orders 619 en 688 waren gedaan. De getuigen konden niet bevestigen om welke bedragen het ging en de gedaagde had meerdere bestellingen geplaatst, wat de situatie complicerde. De kantonrechter concludeerde dat de gedaagde niet was geslaagd in zijn bewijsopdracht en dat hij derhalve de openstaande bedragen voor de orders aan Comfortklimaat moest betalen.
Daarnaast heeft Comfortklimaat aanspraak gemaakt op vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten, welke door de kantonrechter gedeeltelijk zijn toegewezen. De gedaagde werd veroordeeld in de proceskosten, die door de kantonrechter zijn begroot. Het vonnis is uitgesproken op 30 november 2022 en is uitvoerbaar bij voorraad.