In deze zaak heeft verzoekster, een organisatie die zich heeft aangemeld als opleidingsinstelling voor de opleiding tot Gezondheidszorgpsycholoog (GZ-psycholoog), op 17 november 2022 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport op haar hernieuwde aanvraag. De voorzieningenrechter heeft op 2 december 2022 uitspraak gedaan. Verzoekster had eerder een aanvraag ingediend die was afgewezen omdat zij niet beschikte over een examencommissie en onvoldoende kwaliteitsbewaking. Na het indienen van een hernieuwde aanvraag, waarin zij deze tekortkomingen had verholpen, verzocht zij de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter oordeelde dat nader onderzoek niet nodig was en deed uitspraak op zowel het verzoek om voorlopige voorziening als op het beroep. Hij concludeerde dat de minister voldoende tijd had om een beslissing te nemen, gezien het feit dat hij advies had aangevraagd bij de Federatie van Gezondheidszorgpsychologen en Psychotherapeuten (FGzPt). De voorzieningenrechter vond de termijn van vier weken die verzoekster had gesteld voor een beslissing onredelijk kort, vooral omdat de minister zorgvuldigheid in acht nam door advies in te winnen.
Uiteindelijk verklaarde de voorzieningenrechter het beroep van verzoekster niet-ontvankelijk en wees het verzoek om voorlopige voorziening af. Hij merkte op dat het verzoek om de minister te dwingen verzoekster aan te wijzen als opleidingsinstelling een te vergaande maatregel was voor deze procedure. De uitspraak werd openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl en partijen ontvingen een afschrift van de beslissing.