Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
feit 3een Volvo vrachtwagen heeft beschadigd;
feit 4een Skoda Fabia personenauto heeft beschadigd;
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd tijdens de zitting van 15 november 2022;
- het proces-verbaal van aangifte van [aangever 2] van 11 juli 2022 (pagina 7-16 van het eind-proces-verbaal);
- het proces-verbaal van aangifte van [aangever 3] van 7 juli 2022 (pagina 17-21 van het eind-proces-verbaal);
- het proces-verbaal van aangifte van [aangever 4] namens [bedrijf 1] van 7 juli 2022 (pagina 21-26 van het eind proces-verbaal);
- het proces-verbaal van aangifte van [aangever 5] van 14 juli 2022.
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd tijdens de zitting van 15 november 2022;
- het proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] van 29 september 2021 (pagina 4-13 van het eind-proces-verbaal).
op 7 juli 2022 te Waspik, gemeente Waalwijk opzettelijk en wederrechtelijk een auto (Opel Adam voorzien van het [kenteken 1] ), die aan [aangever 2] toebehoorde heeft beschadigd;
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
.Gelet op de instabiliteit op alle leefgebieden wordt het risico op recidive als hoog ingeschat.
7.De benadeelde partijen
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
plaatsing van verdachte in een inrichting voor stelselmatige daders voor de duur van twee jaar;
€ 1.401,52aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 7 juli 2022 tot aan de dag der voldoening;
24 dagen gijzelingkan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
€ 1.750,00aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 7 juli 2022 tot aan de dag der voldoening;
27 dagen gijzelingkan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;