ECLI:NL:RBZWB:2022:7261
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van verzoek om voorlopige voorziening inzake inschrijving in de BRP
Op 2 december 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekster, woonachtig in [woonplaats verzoekster], een voorlopige voorziening heeft aangevraagd met betrekking tot haar inschrijving in de Basisregistratie Personen (BRP) op het adres [adres verzoekster]. Verzoekster had op 18 augustus 2022 verzocht om deze voorlopige voorziening naar aanleiding van twee besluiten van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Alphen-Chaam.
De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. In de procedure is vastgesteld dat verzoekster griffierecht dient te betalen, zoals bepaald in artikel 8:82 van de Awb. Het griffierecht bedraagt € 184,- en verzoekster is in de gelegenheid gesteld om dit bedrag te betalen. Echter, verzoekster heeft verzocht om vrijstelling van het griffierecht wegens betalingsonmacht, maar heeft niet gereageerd op verzoeken van de rechtbank om informatie over haar inkomen en vermogen.
Uiteindelijk heeft verzoekster het griffierecht niet tijdig betaald en is er geen verontschuldiging voor dit verzuim gebleken. De rechtbank heeft daarom het verzoek om voorlopige voorziening kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. R.P. Broeders, in aanwezigheid van mr. N. van Asten, griffier, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.