In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 30 november 2022, staat de beëindiging van de ANW-uitkering van eiseres centraal. Eiseres, die sinds augustus 2014 een uitkering ontving, kreeg op 16 februari 2021 te horen dat haar uitkering per 1 maart 2021 zou worden stopgezet, omdat zij minder dan 45% arbeidsongeschikt zou zijn. Dit besluit werd bevestigd in een bestreden besluit van 24 september 2021, waartegen eiseres beroep instelde. De rechtbank behandelde de zaak op 19 oktober 2022, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de Sociale Verzekeringsbank (Svb). De rechtbank oordeelt dat de verzekeringsarts van het UWV in zijn rapporten onvoldoende consistentie vertoont, met name over de arbeidsongeschiktheid van eiseres op de peildatum. De rechtbank stelt vast dat er een motiveringsgebrek is en biedt de Svb de gelegenheid om dit gebrek te herstellen. De Svb moet binnen twee weken meedelen of zij gebruik maakt van deze gelegenheid en heeft zes weken de tijd om het gebrek te herstellen. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak.