ECLI:NL:RBZWB:2022:7158
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op aanvraag kinderopvangtoeslag
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 29 november 2022, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had een aanvraag ingediend voor herbeoordeling van haar situatie met betrekking tot de kinderopvangtoeslag op 27 mei 2021. De Belastingdienst/Toeslagen, als verweerder, had niet tijdig beslist op deze aanvraag, wat aanleiding gaf tot het indienen van beroep. De rechtbank heeft vastgesteld dat de termijn waarbinnen verweerder had moeten beslissen, was overschreden. Verweerder had uiterlijk op 27 mei 2022 moeten beslissen, maar had de termijn met zes maanden verlengd, waardoor de beslissing pas na deze datum had moeten plaatsvinden. Eiseres heeft verweerder op 24 augustus 2022 in gebreke gesteld, maar er was nog steeds geen besluit genomen.
De rechtbank heeft besloten dat een zitting niet nodig was, omdat dit volgens artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht niet vereist was. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen elf weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op vergoeding van het betaalde griffierecht van € 50,- en de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 379,50. De rechtbank heeft de zaak als licht gekwalificeerd, wat invloed heeft op de hoogte van de proceskostenvergoeding. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in verzet te gaan tegen deze uitspraak.