ECLI:NL:RBZWB:2022:7133
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking van een aanslag reclamebelasting en verzoek om proceskostenvergoeding
In deze zaak heeft de heffingsambtenaar van de gemeente Steenbergen op 30 september 2020 een aanslag reclamebelasting opgelegd aan de belanghebbende. De belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, maar dit bezwaar werd op 4 februari 2021 ongegrond verklaard. Hierna heeft de belanghebbende beroep ingesteld. Op 18 oktober 2022 heeft de heffingsambtenaar de rechtbank geïnformeerd dat hij de aanslag wilde vernietigen vanwege opgewekt vertrouwen. De belanghebbende trok daarop het beroep in en verzocht om vergoeding van de proceskosten.
De rechtbank heeft de heffingsambtenaar de gelegenheid gegeven om te reageren op het verzoek om proceskostenvergoeding, maar deze heeft hier niet op gereageerd binnen de gestelde termijn. Na ontvangst van een brief van de heffingsambtenaar op 24 november 2022, waarin hij instemde met de proceskostenvergoeding, heeft de rechtbank het onderzoek heropend en besloten om zonder zitting uitspraak te doen op het verzoek om proceskostenvergoeding.
De rechtbank heeft de heffingsambtenaar veroordeeld tot betaling van € 24,80 aan proceskosten aan de belanghebbende. De rechtbank heeft vastgesteld dat de heffingsambtenaar ook de betaling van griffierecht moet doen, maar dat dit niet in deze procedure kan worden vergoed. De uitspraak is gedaan door mr. M.M. Dondorp-Loopstra op 28 november 2022 en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.