ECLI:NL:RBZWB:2022:7103
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op aanvraag kinderopvangtoeslag
In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen omdat zij van mening is dat verweerder niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag van 4 februari 2021 voor herbeoordeling van haar situatie met betrekking tot de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft in overweging genomen dat, volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb), een bestuursorgaan binnen een bepaalde termijn moet beslissen op een aanvraag. Eiseres heeft verweerder op 19 oktober 2022 in gebreke gesteld, waarna verweerder de ingebrekestelling op 24 oktober 2022 heeft ontvangen. De rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is, omdat verweerder nog geen besluit heeft genomen.
De rechtbank heeft bepaald dat verweerder binnen twee weken na de uitspraak een nieuw besluit moet nemen, maar heeft op verzoek van verweerder de termijn verlengd naar twaalf weken, gezien het grote aantal aanvragen dat door verweerder moet worden behandeld. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op vergoeding van het betaalde griffierecht en proceskosten, die zijn vastgesteld op € 379,50. De rechtbank heeft de uitspraak gedaan op 24 november 2022, en deze is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.