ECLI:NL:RBZWB:2022:7032

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
19 oktober 2022
Publicatiedatum
24 november 2022
Zaaknummer
10058065_T19102022
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • Zander
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis inzake forumkeuzebeding in civiele procedure tussen Debtt B.V. en SKC Invest B.V. Catcher Group

In deze civiele procedure tussen Debtt B.V. en SKC Invest B.V. Catcher Group, heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 19 oktober 2022 een tussenvonnis gewezen. Debtt B.V., gevestigd te Dronten, heeft Catcher Group, gevestigd in Breda, aangeklaagd voor een bedrag van € 1.771,51, vermeerderd met wettelijke handelsrente en kosten. Catcher Group heeft verzocht om onbevoegdheid van de rechtbank, stellende dat er een forumkeuzebeding is overeengekomen dat de rechtbank Midden-Nederland, locatie Lelystad, bevoegd verklaart. Debtt B.V. betwist deze onbevoegdheid en stelt dat de rechtbank Zeeland-West-Brabant bevoegd is.

De rechtbank heeft in het incident geoordeeld dat, gezien het bedrag van de vordering (onder de € 25.000,00) en de woonplaats van Catcher Group, de rechtbank Zeeland-West-Brabant in beginsel bevoegd is. De rechtbank heeft de forumkeuze van Catcher Group niet gevolgd, omdat deze niet rechtsgeldig was overeengekomen na het ontstaan van het geschil. De rechtbank heeft Catcher Group als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten.

De zaak is verwezen naar een rolzitting voor het nemen van een conclusie van antwoord door Catcher Group op 9 november 2022. Iedere verdere beslissing is aangehouden.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster I Civiele kantonzaken
Breda
zaak/rolnr.: 10058065 CV EXPL 22-2630
vonnis d.d. 19 oktober 2022
inzake
de besloten vennootschap
Debtt B.V.,
gevestigd te Dronten,
eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident,
hierna te noemen: “Debtt”,
gemachtigde: Karreman Gerechtsdeurwaarders en Juristen,
tegen
de besloten vennootschap
SKC Invest B.V., handelend onder de naam
Catcher Group,
gevestigd te (4811 CA) Breda,
gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident,
hierna te noemen: “Catcher Group”,
gemachtigde: [gemachtigde gedaagde] .

1.Het verloop van het geding

De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
de dagvaarding van 8 augustus 2022 met producties;
de incidentele conclusie inhoudende het verweer van onbevoegdheid;
de conclusie van antwoord in het incident.

2.Het geschil

In de hoofdzaak
2.1.
Debtt vordert bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
Catcher Group te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Debtt te betalen de som van € 1.771,51 vermeerderd met de wettelijke handelsrente over € 1.415,16 vanaf 15 juli 2022 tot aan de dag van algehele voldoening;
Catcher Group te veroordelen om de lopende termijnen te voldoen tot aan beëindiging van de overeenkomst;
Catcher Group te veroordelen in de kosten van deze procedure waaronder te begrijpen een bedrag voor salaris en noodzakelijke verschotten, zoals vermeld in de kostenstaat van de dagvaarding.
2.2.
Catcher Group voert (nog) geen inhoudelijk verweer.
In het incident
2.3.
Catcher Group heeft de kantonrechter verzocht zich (relatief) onbevoegd te verklaren. Gesteld wordt dat partijen een forumkeuzebeding ex artikel 108 lid 1 Rechtsvordering (Rv) zijn overeengekomen in artikel 24 lid 2 van de algemene voorwaarden waarin is bepaald dat de rechtbank Midden-Nederland, locatie Lelystad bevoegd is verklaard. Catcher Group concludeert tot niet-ontvankelijkverklaring dan wel afwijzing van de vordering, met veroordeling van Debtt in de proceskosten.
2.4.
Debtt concludeert dat de rechtbank Zeeland – West-Brabant, locatie Breda wel degelijk bevoegd is van deze zaak kennis te nemen.

3.De beoordeling

In het incident
3.1.
Gelet op het beloop van de vordering (onder de € 25.000,00) en de woonplaats van Catcher Group (Breda) is de rechtbank Zeeland-West-Brabant, civiele kantonzaken, locatie Breda in beginsel de bevoegde rechter op grond van de artikelen 93 aanhef en onder a en 99 lid 1 Rv.
3.2.
Catcher Group beroept zich op de forumkeuze zoals opgenomen in artikel 24 lid 2 van de algemene voorwaarden. In het midden latend de vraag of partijen de algemene voorwaarden rechtsgeldig zijn overeengekomen, is de kantonrechter van oordeel dat de forumkeuze op grond van artikel 108 lid 2 Rv in deze zaak geen gevolg heeft. De vordering beloopt immers minder dan € 25.000,00, de forumkeuze is niet aangegaan na het ontstaan van het geschil en er is ook geen sprake van de situatie dat een werknemer, een partij die niet handelt in de uitoefening van beroep of bedrijf dan wel een huurder zich tot de aangewezen rechter wendt. Daarom is de rechtbank Zeeland-West-Brabant, cluster 1 civiele kantonzaken, locatie Breda op grond van de hoofdregel(s) van de artikelen 93 aanhef en onder a en
99 lid 1 Rv de bevoegde rechter in deze zaak.
3.3.
Catcher Group zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten.
In de hoofdzaak
3.4.
Gelet op de beoordeling in het incident zal de zaak worden verwezen naar na te melden terechtzitting voor het nemen van een conclusie van antwoord door Catcher Group.
3.5.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

4.De beslissing

De kantonrechter:
In het incident
wijst de vordering van Catcher Group af;
veroordeelt Catcher Group in de kosten van dit geding, aan de zijde van Debtt begroot op
€ 75,00 aan salaris voor de gemachtigde van Debtt;
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
In de hoofdzaak
verwijst de zaak naar de rolzitting
woensdag 9 november 2022 te 09.00 uurvoor conclusie van antwoord door Catcher Group;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. Zander en in het openbaar uitgesproken op 19 oktober 2022.