Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Het verloop van het geding
2.Het geschil
3.De beoordeling
- [eiser] is op 1 november 2019 in dienst getreden bij GGZ. Er is sprake van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. [eiser] is sinds aanvang dienstverband werkzaam in de functie van Verpleegkundig Specialist GGZ Regiebehandelaar (verder te noemen “regiebehandelaar”). Het salaris bij deze functie bedroeg voor [eiser] laatstelijk een bedrag van € 5.034,73 bruto per maand, op basis van schaalnummer 65B en 32 uur per week.
- [eiser] is op 15 juni 2020 ziek uitgevallen.
- Op 15 maart 2022 heeft GGZ met [eiser] een plan van aanpak opgesteld (productie 4), met daarin:
- [eiser] heeft op 12 april 2022 met de bedrijfsarts gesproken. In het verslag hiervan staat: “
- In de eindevaluatie van het UWV van 16 mei 2022 staat dat het gezien de situatie beter is om te stoppen met proberen volledig te re-integreren in zijn oorspronkelijke functie.
- De leidinggevende van [eiser] heeft omstreeks mei 2022 medegedeeld dat de loonbetalingsverplichting in beginsel per 15 juni 2022 stopt, maar dat deze loonstop niet eerder uitgevoerd zal worden dan de datum van de UWV beschikking-met betrekking tot de WIA-uitkering.
- [eiser] heeft per 11 juli 2022 werkzaamheden verricht op de afdeling ART in Dongen.
- Op 11 augustus 2022 heeft het UWV een WIA-beschikking gestuurd naar [eiser] , waarin staat:
- Het UWV heeft op 18 augustus 2022 een brief met een arbeidsdeskundig rapport /beoordeling WIA d.d. 9 augustus 2022 en een arbeidsdeskundig rapport/beoordeling re-integratieverslag d.d. 20 juni 2022 opgestuurd naar [eiser] .
“Ik heb vastgesteld dat u uw eigen werk momenteel niet kun doen. Ik vind u wel geschikt voor ander werk. (…) U bent 45,83% arbeidsongeschikt in de zin van de WIA. (…) De heer [eiser] is het eens met de uitkomst van de beoordeling.”.
“Ik vind dat de werkgever genoeg heeft gedaan om de werknemer ondanks ziekte weer aan het werk te krijgen. (…) De arbeidsdeskundige heeft voldoende aannemelijk en inzichtelijk gemaakt dat het eigen werk niet passend (te maken) is en dat er geen andere passende functies bij de werkgever voorhanden zijn. (…)”.
2. Onderzoeksactiviteiten”, staat vermeld dat niet alleen het dossier is bestudeerd, maar er (onder andere) ook een intake heeft plaatsgevonden en er een gesprek met [eiser] heeft plaatsgevonden op 9 augustus 2022. Hieruit kan worden afgeleid dat de huidige situatie van [eiser] wel degelijk is meegenomen. Dit betekent dat ook de primaire vordering tot wedertewerkstelling naar zijn oorspronkelijke functie van regiebehandelaar niet kan worden toegewezen.