ECLI:NL:RBZWB:2022:6993
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op aanvraag kinderopvangtoeslag
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 23 november 2022, is het beroep van eiser gegrond verklaard. Eiser had een aanvraag ingediend op 10 februari 2021 voor herbeoordeling van zijn situatie met betrekking tot de kinderopvangtoeslag. Verweerder, de Belastingdienst/Toeslagen, had niet tijdig beslist op deze aanvraag, wat aanleiding gaf tot het indienen van beroep. De rechtbank oordeelde dat de termijn waarbinnen verweerder moest beslissen, ten tijde van de ingebrekestelling, was verstreken. Eiser had verweerder op 3 augustus 2022 of 17 oktober 2022 in gebreke gesteld, waarna de rechtbank besloot dat verweerder alsnog binnen een termijn van twaalf weken na de uitspraak een besluit moest nemen. De rechtbank wees erop dat een dwangsom van € 100,- per dag moet worden betaald voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast moet verweerder het door eiser betaalde griffierecht van € 50,- vergoeden en de proceskosten van € 379,50. De rechtbank benadrukte dat de zaak als licht werd aangemerkt, gezien de jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.