ECLI:NL:RBZWB:2022:6959
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Op tegenspraak
- M. Breeman
- M. Diepenhorst
- J.B. Uiterwijk
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie in ontnemingszaak na vrijspraak van verdachte
Op 24 november 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een ontnemingszaak tegen een verdachte, aangeduid als betrokkene, die op dezelfde dag vrijgesproken werd van medeplichtigheid aan hennepteelt en diefstal van elektriciteit. De officier van justitie had ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel gevorderd, maar de verdachte was niet verschenen op de zitting van 11 oktober 2022, waar zijn raadsman wel aanwezig was. De officier van justitie, mr. M. Nieuwenhuis, heeft ter zitting verzocht om de vordering af te wijzen, omdat niet kon worden vastgesteld welk bedrag de betrokkene aan voordeel had genoten.
De verdediging heeft eveneens verzocht om de ontnemingsvordering af te wijzen. De rechtbank heeft in haar oordeel vastgesteld dat de betrokkene vrijgesproken is van alle tenlastegelegde feiten. Dit betekent dat het ontbreken van een veroordeling in de weg staat aan de ontvankelijkheid van de ontnemingsvordering. De rechtbank heeft daarom de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering.
De beslissing van de rechtbank is genomen door een collegiaal trio, bestaande uit de voorzitter mr. M. Breeman en de rechters mr. M. Diepenhorst en mr. J.B. Uiterwijk, en is uitgesproken ter openbare zitting op 24 november 2022.