ECLI:NL:RBZWB:2022:6959

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
24 november 2022
Publicatiedatum
23 november 2022
Zaaknummer
02/284335-20 ontneming
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie in ontnemingszaak na vrijspraak van verdachte

Op 24 november 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een ontnemingszaak tegen een verdachte, aangeduid als betrokkene, die op dezelfde dag vrijgesproken werd van medeplichtigheid aan hennepteelt en diefstal van elektriciteit. De officier van justitie had ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel gevorderd, maar de verdachte was niet verschenen op de zitting van 11 oktober 2022, waar zijn raadsman wel aanwezig was. De officier van justitie, mr. M. Nieuwenhuis, heeft ter zitting verzocht om de vordering af te wijzen, omdat niet kon worden vastgesteld welk bedrag de betrokkene aan voordeel had genoten.

De verdediging heeft eveneens verzocht om de ontnemingsvordering af te wijzen. De rechtbank heeft in haar oordeel vastgesteld dat de betrokkene vrijgesproken is van alle tenlastegelegde feiten. Dit betekent dat het ontbreken van een veroordeling in de weg staat aan de ontvankelijkheid van de ontnemingsvordering. De rechtbank heeft daarom de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering.

De beslissing van de rechtbank is genomen door een collegiaal trio, bestaande uit de voorzitter mr. M. Breeman en de rechters mr. M. Diepenhorst en mr. J.B. Uiterwijk, en is uitgesproken ter openbare zitting op 24 november 2022.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
Parketnummer: 02/284335-20
vonnis van de rechtbank d.d. 24 november 2022
in de ontnemingszaak tegen
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedag] 1995 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonadres] ,
raadsman mr. M.C. van der Want, advocaat te Middelburg.
[betrokkene] wordt hierna aangeduid als betrokkene.

1.De procedure

Betrokkene is op 24 november 2022 door de rechtbank Zeeland-West-Brabant vrijgesproken van de medeplichtigheid aan hennepteelt en diefstal van elektriciteit.
De officier van justitie heeft ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel gevorderd.
De vordering is inhoudelijk behandeld op de zitting van 11 oktober 2022. Betrokkene is niet verschenen. Wel is verschenen zijn gemachtigde raadsman. De officier van justitie, mr. M. Nieuwenhuis, en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt. De officier van justitie heeft ter zitting verzocht om de vordering af te wijzen. Op 24 november 2022 is het onderzoek ter terechtzitting gesloten.

2.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat de ontnemingsvordering dient te worden afgewezen omdat niet is vast te stellen welk bedrag betrokkene aan voordeel heeft genoten.

3.Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft verzocht om de ontnemingsvordering af te wijzen.

4.Het oordeel van de rechtbank

Betrokkene is vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten. Het ontbreken van een veroordeling staat aan de ontvankelijkheid van een ontnemingsvordering in de weg. De rechtbank zal de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaren in zijn vordering.

5.De beslissing

De rechtbank:
- verklaart de officier van justitie niet ontvankelijk in zijn vordering.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Breeman, voorzitter, mr. M. Diepenhorst en mr. J.B. Uiterwijk, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.C.M. de Haas, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 24 november 2022.