ECLI:NL:RBZWB:2022:6923

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
19 april 2022
Publicatiedatum
22 november 2022
Zaaknummer
22-001107
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid klaagschrift ex artikel 552a Sv inzake inbeslagname gehandicaptenvoertuig

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 19 april 2022 uitspraak gedaan op een klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering. Klager, geboren in 2005 en wonende te [woonadres], heeft bezwaar gemaakt tegen de inbeslagname van een gehandicaptenvoertuig. Klager stelt dat het voertuig onterecht in beslag is genomen, omdat het een legaal omgebouwd voertuig betreft, uitgevoerd door een erkend bedrijf (INCA Techniek). De officier van justitie heeft echter aangevoerd dat het klaagschrift niet-ontvankelijk verklaard moet worden, omdat het voertuig inmiddels vernietigd is op basis van artikel 117 Sv en niet meer in het bezit van klager is.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het beslag op de bromfiets, die op 1 september 2021 in beslag was genomen, is geëindigd door de vernietiging van het voertuig. De rechtbank oordeelt dat klager niet-ontvankelijk is in zijn klaagschrift, omdat er geen voorwerp meer is om terug te geven. De rechtbank heeft ook aangegeven dat in de strafzaak tegen klager een finaal oordeel zal worden gegeven over het beslag, en of klager recht heeft op een uitbetaling van de vervangende waarde.

De beslissing is genomen in aanwezigheid van de griffier J. van ‘t Westende en is openbaar uitgesproken. Klager en het Openbaar Ministerie hebben de mogelijkheid om binnen veertien dagen beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Locatie Breda
parketnummer: -
rk.nummer: 22-001107
Beslissing op het klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering van:
[klager]geboren op [geboortedag] 2005,
wonende te [woonadres]
hierna te noemen: klager.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit de volgende stukken:
  • de kennisgeving van inbeslagname op grond van artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering (hierna te noemen: Sv), waaruit blijkt dat op 1 september 2021 onder klager in beslag is genomen: een bromfiets.
  • het klaagschrift, ingediend op 13 januari 2022 ter griffie van deze rechtbank ingevolge artikel 552a Sv;
  • het verweerschrift van de officier van justitie; en
  • de overige stukken uit het bijbehorende raadkamerdossier met voornoemd raadkamernummer.
Het klaagschrift is behandeld in raadkamer op 5 april 2022. Gehoord zijn de officier van justitie, klager en de wettelijk vertegenwoordiger van klager [naam] .
Namens klager is aangevoerd dat er onder hem een gehandicaptenvoertuig in beslag is genomen. Het voertuig is onrechtmatig en onder verkeerde aannames in beslag genomen. Het voertuig betrof geen zelf omgebouwde scooter maar een door een erkend bedrijf (INCA Techniek) omgebouwd (legaal) gehandicapten voertuig.
de officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het klaagschrift, primair, niet-ontvankelijk dient te worden verklaard. Het betreffende voertuig is inmiddels vernietigd ex. art. 117 Sv. en is niet om baat vervreemd. het beslag is geëindigd gelet op artikel 134, lid 2, onder C Sv. Het betrof een voertuig dat zelf gebouwd was, gecorrigeerd 67 km/u kon rijden en niet was toegestaan voor gebruik op de openbare weg. Er is inmiddels een strafbeschikking uitgevaardigd en er zal, desnoods, een separate vordering tot onttrekking aan het verkeer in raadkamer aanhangig worden gemaakt.

2.De beoordeling

De raadkamer van de rechtbank is bevoegd tot afdoening van het klaagschrift.
Het klaagschrift is tijdig ingediend.
De rechtbank maakt uit de stukken en het verhandelde in raadkamer op dat de bromfiets met toestemming van de officier van justitie is vernietigd. De rechtbank stelt vast dat het beslag gelegd op grond van artikel 94 reeds is geëindigd omdat de bromfiets is vernietigd. Door vernietiging met een machtiging als bedoeld in artikel 117 Sv eindigt het beslag (artikel 134 lid 2 onder c Sv). Dat brengt met zich dat klager in zijn klaagschrift, strekkende tot teruggave van het beslag, niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.
De rechtbank zal in de strafzaak tegen klager een finaal oordeel geven over het beslag ex art. 353 Sv. Hieruit zal volgen of klager aanspraak kan maken op de uitbetaling van de vervangende waarde ex art. 119 lid 2 Sv.
De rechtbank zal klager niet-ontvankelijk verklaren in zijn beklag.

3.De beslissing

De rechtbank verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn klaagschrift.
Deze beslissing is op 19 april 2022 gegeven door mr. R.P. Broeders, rechter, in tegenwoordigheid van J. van ‘t Westende, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 19 april 2022.
INFORMATIE RECHTSMIDDEL
Tegen deze beslissing kan door het Openbaar Ministerie binnen veertien dagen na dagtekening van deze beslissing en door de klager binnen veertien dagen na de betekening van deze beslissing
beroep in cassatieworden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden te 's-Gravenhage (artikel 552d lid 2 Wetboek van Strafvordering).