ECLI:NL:RBZWB:2022:6920

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
19 april 2022
Publicatiedatum
22 november 2022
Zaaknummer
22-000572
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing op klaagschrift ex artikel 552a Sv inzake inbeslagname van een personenauto

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 19 april 2022 uitspraak gedaan op een klaagschrift van een klager, die verzocht om teruggave van zijn personenauto (Peugeot 106) die op 12 december 2021 in beslag was genomen. De klager, vertegenwoordigd door zijn raadsman mr. D.T. Stoof, stelde dat hij zonder geldig rijbewijs had gereden, maar dat dit op korte termijn rechtgezet zou worden. De officier van justitie stelde echter dat de auto inmiddels was vernietigd op basis van artikel 117 van het Wetboek van Strafvordering, waardoor het beslag was geëindigd. De rechtbank oordeelde dat het klaagschrift tijdig was ingediend, maar dat de vernietiging van de auto met toestemming van de officier van justitie betekende dat het beslag was opgeheven. Hierdoor kon de klager niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn verzoek om teruggave van de auto. De rechtbank merkte op dat in de strafzaak tegen de klager een finaal oordeel over het beslag zou worden gegeven, wat zou bepalen of de klager recht had op een uitbetaling van de vervangende waarde van de auto. Uiteindelijk verklaarde de rechtbank de klager niet-ontvankelijk in zijn klaagschrift.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Locatie Breda
parketnummer: -
rk.nummer: 22-000572
Beslissing op het klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering van:
[klager]wonende te [woonadres] ,
woonplaats kiezende ten kantore van mr. D.T. Stoof, Spinveld 12, 4815 HS Breda
hierna te noemen: klager.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit de volgende stukken:
  • de kennisgeving van inbeslagname op grond van artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering (hierna te noemen: Sv), waaruit blijkt dat op 12 december 2021 onder klager in beslag is genomen: een personenauto van het merk, Peugeot, type, 106 en voorzien van het kenteken; [kenteken] .
  • het klaagschrift, ingediend op 14 december 2021 ter griffie van deze rechtbank ingevolge artikel 552a Sv;
  • het verweerschrift van de officier van justitie; en
  • de overige stukken uit het bijbehorende raadkamerdossier met voornoemd raadkamernummer.
Het klaagschrift is behandeld in raadkamer op 5 april 2022. Gehoord zijn de officier van justitie en mr. D.T. Stoof als gemachtigd raadsman van klager.
Namens klager is aangevoerd dat er op 12 december 2021 onder hem een personenauto (Peugeot 106, kenteken; [kenteken] ) in beslag is genomen. Klager wenst wederom te kunnen beschikken over zijn auto. Wegens een misverstand zou klager op de betreffende datum zonder geldig rijbewijs hebben gereden. Dit zal op korte termijn worden rechtgezet. Het beslag treft thans geen doel. Redenen waarom klager de rechtbank verzoekt het klaagschrift gegrond te verklaren onder teruggave van de auto aan klager.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het betreffende voertuig inmiddels is vernietigd ex. art. 117 Sv. en niet om baat is vervreemd. Het beslag is geëindigd gelet op artikel 134, lid 2, onder C Sv. Primair dient klager niet-ontvankelijk te worden verklaard. Subsidiair is de officier van justitie van mening dat het niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, de verbeurdverklaring van de auto zal bevelen. Klager wordt verdacht van het rijden onder invloed in combinatie met het rijden zonder geldig rijbewijs. Klager heeft al meerdere malen gerecidiveerd. Het voertuig staat op naam van klager, klager kan dan ook vrijelijk van het voertuig gebruik maken. Eerdere straffen hebben klager er niet van weerhouden niet alsnog van de auto gebruik te maken. Om die reden dient het klaagschrift, geheel subsidiair, ongegrond verklaard te worden.

2.De beoordeling

De raadkamer van de rechtbank is bevoegd tot afdoening van het klaagschrift.
Het klaagschrift is tijdig ingediend.
De rechtbank maakt uit de stukken en het verhandelde in raadkamer op dat de auto met toestemming van de officier van justitie is vernietigd. De rechtbank stelt vast dat het beslag gelegd op grond van artikel 94 reeds is geëindigd omdat de auto is vernietigd. Door vernietiging met een machtiging als bedoeld in artikel 117 Sv eindigt het beslag (artikel 134 lid 2 onder c Sv). Dat brengt met zich dat klager in zijn klaagschrift, strekkende tot teruggave van het beslag, niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.
De rechtbank zal in de strafzaak tegen klager een finaal oordeel geven over het beslag ex art. 353 Sv. Hieruit zal volgen of klager aanspraak kan maken op de uitbetaling van de vervangende waarde ex art. 119 lid 2 Sv.
De rechtbank zal klager niet-ontvankelijk verklaren in zijn beklag.

3.De beslissing

De rechtbank verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn klaagschrift.
Deze beslissing is op 19 april 2022 gegeven door mr. R.P. Broeders, rechter, in tegenwoordigheid van J. van ‘t Westende, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 19 april 2022.
INFORMATIE RECHTSMIDDEL
Tegen deze beslissing kan door het Openbaar Ministerie binnen veertien dagen na dagtekening van deze beslissing en door de klager binnen veertien dagen na de betekening van deze beslissing
beroep in cassatieworden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden te 's-Gravenhage (artikel 552d lid 2 Wetboek van Strafvordering).