ECLI:NL:RBZWB:2022:6908

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
17 november 2022
Publicatiedatum
21 november 2022
Zaaknummer
AWB- 22_2772
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens ontbreken machtiging en uittreksel handelsregister

Op 17 november 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen eiseres, vertegenwoordigd door M.A.H.M. Raaijmakers, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sluis. Eiseres heeft beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van 19 april 2022, waarin haar bezwaar tegen de invordering van een verbeurde dwangsom niet-ontvankelijk werd verklaard. De rechtbank heeft het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard zonder zitting, op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

De rechtbank overweegt dat M.A.H.M. Raaijmakers, die namens eiseres beroep heeft ingesteld, geen machtiging en geen uittreksel uit het handelsregister heeft overgelegd. Dit is vereist volgens artikel 8:24, tweede lid, van de Awb. De griffier heeft Raaijmakers op 16 september 2022 verzocht om deze verzuimen binnen vier weken te herstellen, maar de aangetekende brief is niet afgehaald. Een tweede brief is op 6 oktober 2022 per gewone post verzonden, maar ook hierop is geen reactie gekomen.

Aangezien Raaijmakers geen machtiging of uittreksel heeft ingediend en geen verontschuldiging voor deze verzuimen heeft gegeven, heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep niet-ontvankelijk is. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van de beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 22/2772

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 17 november 2022 in de zaak tussen

[eiseres] , gevestigd te [vestigingsplaats] , eiseres

(gemachtigde: [gemachtigde] )
en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sluis, verweerder.

Procesverloop

Eiseres heeft beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van verweerder van 19 april 2022 (het bestreden besluit) inzake de niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar van eiseres tegen de invordering van een verbeurde dwangsom.

Overwegingen

Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk. De rechtbank legt hierna uit waarom het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is.
Iemand die namens een ander beroep instelt, moet op verzoek van de rechtbank een machtiging indienen om aan te tonen dat hij namens die ander beroep mag instellen. Dit staat in artikel 8:24, tweede lid, van de Awb. Indien de machtiging ziet op een bedrijf moet eveneens een uittreksel uit het handelsregister ingediend worden. Als dit niet gebeurt, kan de rechtbank het beroep op grond van artikel 6:6 van de Awb niet-ontvankelijk verklaren.
M.A.H.M. Raaijmakers heeft bij het beroepschrift geen machtiging en geen uittreksel uit het handelsregister bijgevoegd waaruit blijkt dat hij gemachtigd is beroep in te stellen namens eiseres.
De griffier heeft M.A.H.M. Raaijmakers bij aangetekend verzonden brief van 16 september 2022 verzocht om binnen vier weken deze verzuimen te herstellen. De enveloppe waarin deze aangetekende brief is verzonden, is door de griffie terugontvangen met de mededeling “niet afgehaald”. Uit de na de retourontvangst ingewonnen informatie blijkt dat M.A.H.M. Raaijmakers staat ingeschreven op het adres zoals vermeld op de brief.
Bij brief van 6 oktober 2022 is de brief van 16 september 2022 nogmaals gestuurd, nu per gewone post.
M.A.H.M. Raaijmakers heeft binnen de termijn geen machtiging en geen uittreksel uit het handelsregister ingediend.
M.A.H.M. Raaijmakers heeft geen reden gegeven voor deze verzuimen. Er is dus geen verontschuldiging voor deze verzuimen gebleken.
Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A.M.L. van de Sande, rechter, in aanwezigheid van C.A.F. Kalb, griffier, op 17 november 2022 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.