ECLI:NL:RBZWB:2022:6908
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens ontbreken machtiging en uittreksel handelsregister
Op 17 november 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen eiseres, vertegenwoordigd door M.A.H.M. Raaijmakers, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sluis. Eiseres heeft beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van 19 april 2022, waarin haar bezwaar tegen de invordering van een verbeurde dwangsom niet-ontvankelijk werd verklaard. De rechtbank heeft het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard zonder zitting, op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank overweegt dat M.A.H.M. Raaijmakers, die namens eiseres beroep heeft ingesteld, geen machtiging en geen uittreksel uit het handelsregister heeft overgelegd. Dit is vereist volgens artikel 8:24, tweede lid, van de Awb. De griffier heeft Raaijmakers op 16 september 2022 verzocht om deze verzuimen binnen vier weken te herstellen, maar de aangetekende brief is niet afgehaald. Een tweede brief is op 6 oktober 2022 per gewone post verzonden, maar ook hierop is geen reactie gekomen.
Aangezien Raaijmakers geen machtiging of uittreksel heeft ingediend en geen verontschuldiging voor deze verzuimen heeft gegeven, heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep niet-ontvankelijk is. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van de beslissing.