Op 18 november 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het medeplegen van het opzettelijk teweegbrengen van een ontploffing door vuurwerk op een auto van een verbalisant. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 4 november 2022, waarbij de verdachte niet aanwezig was, maar zijn raadsman wel. De officier van justitie, mr. I.M. Peters, eiste een gevangenisstraf van 24 maanden, terwijl de verdediging pleitte voor een lagere straf of een taakstraf. De rechtbank oordeelde dat er wettig en overtuigend bewijs was dat de verdachte samen met anderen opzettelijk een ontploffing had veroorzaakt, wat leidde tot gemeen gevaar voor de auto en de woning van de verbalisant. De rechtbank vond dat de daad een ernstige aanval op de rechtsstaat en de politie was, en dat de verdachte een belangrijke rol had gespeeld in deze intimidatie. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar, met aftrek van voorarrest, en moest hij € 2.500,- schadevergoeding betalen aan de benadeelde partij, de verbalisant. De rechtbank benadrukte de noodzaak van een hoge straf ter bescherming van de rechtsorde en ter preventie van soortgelijke feiten in de toekomst.