Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
ex artikel 533 Svten laste van de Staat voor een bedrag van:
- € 260,00, voor schade wegens ondergane inverzekeringstelling en voorlopige hechtenis;
- € 129,04, voor vergoeding van vermogensschade;
ex artikel 530 Svten laste van de Staat voor een bedrag van:
- € 3.491,24, voor vergoeding van kosten rechtsbijstand;
- € 340,00 als forfaitaire vergoeding voor de kosten met betrekking tot het opstellen en indienen van de verzoekschriften dan wel € 680,00 bij behandeling van de verzoekschriften in raadkamer;
- de kennisgeving sepot van 6 januari 2022;
- de schriftelijke reactie van de officier van justitie.
2.De beoordeling
twee dagen in verzekeringop het politiebureau heeft doorgebracht. De LOVS-uitgangspunten gaan uit van een forfaitaire vergoeding van € 130,00 per dag voor het verblijf op het politiebureau of in het Huis van Bewaring met beperkingen of in een extra beveiligde inrichting (EBI) en € 100,00 in de overige gevallen.
€ 260,00.
€ 129,04op gronden van billijkheid toe.
€ 2.481,83toewijzen.
€ 680,00toegekend.
3.De beslissing
€ 389,04, bestaande uit:
€ 3.550,87zal worden overgemaakt op [rekeningnummer] ten name van Beheer Derdengelden Van Asselt & Broere Strafrechtadvocaten, onder vermelding van “ [betalingskenmerk] ”.