ECLI:NL:RBZWB:2022:686
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Echtscheiding en verdeling van goudstukken/sieraden na huwelijk
In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 10 februari 2022 uitspraak gedaan in een echtscheidingsprocedure tussen een man en een vrouw, die op 25 augustus 2020 te Reimerswaal zijn getrouwd. De vrouw had op 3 december 2020 een verzoekschrift tot echtscheiding ingediend, waarop de man ook zelfstandig verzoeken indiende, waaronder de verdeling van goudstukken en sieraden die tijdens het huwelijksfeest aan hen waren geschonken. Tijdens de mondelinge behandeling op 19 oktober 2021 zijn beide partijen en hun advocaten verschenen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de relatie op 28 september 2020 feitelijk was verbroken, toen de vrouw de echtelijke woning verliet.
De rechtbank oordeelde dat de man onvoldoende bewijs had geleverd voor zijn stelling dat de goudstukken en sieraden zich bij de vrouw bevonden op de peildatum van 3 december 2020. De vrouw had betoogd dat de goudstukken al feitelijk waren verdeeld op 31 augustus 2020, maar de rechtbank vond haar onderbouwing niet overtuigend genoeg. De man had verzocht om de verdeling van de goudstukken, maar de rechtbank kon niet vaststellen waar deze zich bevonden op de peildatum. Daarom werd het verzoek van de man afgewezen. De rechtbank sprak de echtscheiding uit en wees het meer of anders verzochte af.