ECLI:NL:RBZWB:2022:6816
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op aanvraag kinderopvangtoeslag
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 17 november 2022, wordt het beroep van eiseres behandeld tegen de Belastingdienst/Toeslagen. Eiseres heeft op 4 maart 2021 een aanvraag ingediend voor herbeoordeling van haar situatie met betrekking tot de kinderopvangtoeslag. De rechtbank oordeelt dat de Belastingdienst niet tijdig heeft beslist op deze aanvraag. Volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) moet een bestuursorgaan binnen zes maanden beslissen, met de mogelijkheid tot een eenmalige verlenging van zes maanden. De Belastingdienst heeft de termijn verlengd tot 4 maart 2022, maar heeft daarna geen besluit genomen. Eiseres heeft de Belastingdienst op 8 maart 2022 in gebreke gesteld, waarna de rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is.
De rechtbank heeft besloten dat de Belastingdienst alsnog binnen elf weken na de uitspraak een besluit moet nemen. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op terugbetaling van het griffierecht van € 50,-. De rechtbank heeft geen voor vergoeding in aanmerking komende proceskosten vastgesteld. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in verzet te gaan tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.