ECLI:NL:RBZWB:2022:6782

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
2 september 2022
Publicatiedatum
16 november 2022
Zaaknummer
C/02/400020 / FA RK 22-3379
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Rekestprocedure
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van de contactregeling tussen vader en kind en vervangende toestemming voor zorg- en opvoedingszaken

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 2 september 2022 een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de zorgregeling en vervangende toestemming voor de minderjarige [roepnaam minderjarige]. De vrouw, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. G.A.P. Avontuur, verzoekt om schorsing van de contactregeling tussen de man en [roepnaam minderjarige], die eerder was vastgesteld op basis van een beschikking van 1 juni 2021. De vrouw stelt dat er sprake is van gewijzigde omstandigheden, waaronder zorgen over de veiligheid van [roepnaam minderjarige] bij de man, die onder toezicht staat van de politie en mogelijk betrokken is bij drugsgerelateerde problemen. De man is niet verschenen op de zitting en heeft geen verweerschrift ingediend.

De rechtbank heeft de verzoeken van de vrouw beoordeeld en heeft ernstige zorgen geuit over de situatie van [roepnaam minderjarige] bij de man. De rechtbank heeft besloten de contactregeling voor een periode van zes maanden te schorsen, zodat de man de gelegenheid krijgt om zijn situatie te verbeteren. Daarnaast heeft de rechtbank vervangende toestemming verleend aan de vrouw voor het inschrijven van [roepnaam minderjarige] op een school en voor het aanvragen van een identiteitskaart. Ook is toestemming verleend voor de plaatsing van [roepnaam minderjarige] op de scouting. De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. C.A.R.M. van Leuven.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Team Familie- en Jeugdrecht
Zittingsplaats: Breda
Zaaknummer: C/02/400020 / FA RK 22-3379
beschikking over zorgregeling en vervangende toestemming
in de zaak van
[naam vrouw] ,
hierna: de vrouw,
wonende in [woonplaats vrouw] ,
advocaat: mr. G.A.P. Avontuur in Oosterhout,
tegen
[naam man] ,
hierna: de man,
wonende in [woonplaats man] ,
zonder advocaat
over de minderjarige:
-
[naam minderjarige] ,geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2016, hierna: [roepnaam minderjarige] .
Op grond van artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering heeft de Raad voor de Kinderbescherming, regio Zuidwest Nederland, locatie Breda, hierna: de Raad, de rechtbank over het verzoek geadviseerd.

1.Het procesverloop

1.1.
In het dossier zitten de volgende stukken:
- het op 25 juli 2022 van de vrouw ontvangen verzoekschrift met bijlagen;
- de beschikkingen van de rechtbank van 26 februari 2019 en 1 juni 2021;
- de brief van de griffier van de rechtbank van 4 augustus 2022 aan de man;
- het uittreksel uit het gezagsregister over [roepnaam minderjarige] .
1.2.
De verzoeken zijn mondeling behandeld op 18 augustus 2022. Bij die behandeling is gekomen de vrouw met haar advocaat. Ook was een vertegenwoordiger aanwezig namens de Raad. De man is juist opgeroepen, maar is niet gekomen.

2.De feiten

2.1.
Partijen hebben een geregistreerd partnerschap gehad. Bij voormelde beschikking van de rechtbank van 26 februari 2019 is de ontbinding van het geregistreerd partnerschap uitgesproken en deze beschikking is op 6 juni 2019 ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand die daarvoor zijn bedoeld.
2.2.
Tijdens het geregistreerd partnerschap van partijen is [naam minderjarige] geboren.
2.3.
[roepnaam minderjarige] verblijft bij de vrouw.
2.4.
Partijen hebben samen het gezag over [roepnaam minderjarige] .
2.5.
Partijen hebben de Nederlandse nationaliteit.
2.6.
Bij voormelde beschikking van 1 juni 2021 heeft de rechtbank een contactregeling vastgesteld tussen de man en [roepnaam minderjarige] van eenmaal per 14 dagen van vrijdagmiddag 17:00 uur tot zaterdagmiddag 17:00 uur.
2.7.
De minderjarige [roepnaam minderjarige] was onder toezicht gesteld van 26 februari 2019 tot 26 februari 2022.

3.De verzoeken en de standpunten

3.1.
De vrouw verzoekt:
- de contactregeling tussen de man en [roepnaam minderjarige] te schorsen uit hoofde van artikel 1:377a, lid 3 BW;
-
subsidiair, te bepalen dat [roepnaam minderjarige] en de man gerechtigd zijn tot contact met elkaar eens per twee weken op zondag van 10.00 tot 17.00 uur;
- de vrouw vervangende toestemming, in plaats van de toestemming van de man, te verlenen voor plaatsing van [roepnaam minderjarige] op de school “ [naam school] ” te [plaats] ;
- de vrouw vervangende toestemming te verlenen, in plaats van de toestemming van de man, voor het aanvragen en verkrijgen van een identiteitskaart voor [roepnaam minderjarige] ;
- de vrouw vervangende toestemming, in plaats van de toestemming van de man, te verlenen voor plaatsing van [roepnaam minderjarige] op de scouting.
3.2.
De man heeft geen verweerschrift ingediend.
3.3.
Op de standpunten van alle betrokkenen wordt, voor zover nodig om de verzoeken te beoordelen, hierna ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Met betrekking tot de zorg- en contactregeling stelt de vrouw dat er sprake is van een wijziging van omstandigheden ten opzichte van de beschikking van 1 juni 2021. De contactregeling is toen zo tot stand gekomen omdat dit het maximaal haalbare leek. Inmiddels blijkt de man ook deze beperkte regeling niet meer te kunnen uitvoeren. De vrouw beschrijft wanneer de man heeft afgezegd, te laat was en niet heeft gebeld om [roepnaam minderjarige] te feliciteren met haar zwemdiploma en verjaardag. Het contact verloopt erg onrustig en er is altijd wel iets aan de hand. Inmiddels zijn er ook ernstige indicaties dat de veiligheid bij de man niet op orde is. De man zou ontruimd zijn uit zijn flat en hij zou aan lager wal zijn geraakt. De vrouw is bedreigd door de vader van de man. Zij werd in juni 2022 gebeld door de politie, die dringend op zoek was naar de man. Er zou sprake zijn van drugsgerelateerde problemen. Er is een gebrek aan transparantie bij de man. De advocaat van de vrouw heeft melding gedaan bij Veilig Thuis; daar kon de melding echter niet in behandeling worden genomen, aldus de vrouw. Zij verzoekt schorsing van het contact. Subsidiair verzoekt de vrouw een contactregeling op zondag van 10:00 tot 17:00 uur. Zij wil [roepnaam minderjarige] opgeven voor de scouting op zaterdag en [roepnaam minderjarige] slaapt niet graag bij de man. Vandaar dat de vrouw wenst – als het contact als veilig zou worden beoordeeld – dat de regeling dan wijzigt.
4.2.
Met betrekking tot haar verzoeken tot vervangende toestemming stelt de vrouw het volgende. De man reageert niet op haar verzoek om toestemming te verlenen om [roepnaam minderjarige] na de vakantie naar school “ [naam school] ” in [plaats] te laten gaan. Hij reageert ook niet op het verzoek van de vrouw om [roepnaam minderjarige] naar scouting te laten gaan op zaterdag. De identiteitskaart van [roepnaam minderjarige] verliep in augustus. De vrouw heeft de man nog niet gevraagd, maar wil hem eigenlijk ook niet om toestemming vragen voor het aanvragen en verkrijgen van een nieuwe identiteitskaart. Eerder heeft de man haar onder enorme druk gezet om de identiteitskaart van [roepnaam minderjarige] aan hem te geven, omdat hij bij de voedselbank wilde opgeven dat [roepnaam minderjarige] bij hem woonde, zodat hij een groter pakket zou krijgen. De vrouw wilde hieraan niet meewerken en ook dit liep behoorlijk hoog op, aldus de vrouw.
4.3.
De rechtbank overweegt als volgt.
In deze zaak zijn de artikelen 1:253a, 1:377a en 1:377e van het Burgerlijk Wetboek (BW) van toepassing.
In artikel 1:253a lid 1 BW staat dat geschillen over het samen uitoefenen van het gezag op verzoek van een ouder aan de rechtbank kunnen worden voorgelegd. De rechtbank neemt
dan een beslissing die zij in het belang van het kind vindt.
Artikel 1:253a lid 2 BW bepaalt dat de rechtbank eveneens op verzoek van de ouders of een van hen een regeling kan vaststellen inzake de uitoefening van het ouderlijk gezag. Deze regeling kan omvatten: een toedeling aan ieder der ouders van de zorg- en opvoedingstaken, alsmede met overeenkomstige toepassing van artikel 377a, derde lid, een tijdelijk verbod aan een ouder om met het kind contact te hebben.
Artikel 1:253a lid 4 BW bepaalt dat artikel 377e van overeenkomstige toepassing is.
Op grond van artikel 1:377e BW kan de rechtbank op verzoek van een ouder een bestaande zorgregeling veranderen als de omstandigheden zijn veranderd of als de rechtbank die regeling heeft vastgesteld op grond van onjuiste of onvolledige gegevens.
4.4.
De beschrijving door de vrouw en haar toelichting ter zitting geven de rechtbank ernstige zorgen over de situatie van [roepnaam minderjarige] wanneer zij bij haar vader zal zijn, zowel ten aanzien van zijn huisvesting als ten aanzien van zijn persoonlijke omstandigheden. De rechtbank gaat dan ook mee in de stelling van de vrouw dat het op dit moment voor [roepnaam minderjarige] op ernstige bezwaren stuit om, zonder dat er verdere duidelijkheid over de situatie bij haar vader bestaat, contact met hem te hebben. Het (primaire) verzoek tot schorsing van de contactregeling wordt daarom toegewezen. De rechtbank zal de duur van de schorsing, zoals door de raad ter zitting ook is geadviseerd, bepalen op zes maanden. Binnen die termijn kan de man zich melden, via een advocaat, als de situatie minder bedreigend is dan die op dit moment lijkt te zijn. Binnen die termijn kan de vrouw zich tot de rechtbank wenden met meer definitieve verzoeken ten aanzien van het gezag, indien blijkt dat de man inderdaad in omstandigheden terecht is gekomen die ernstige beperkingen gaan opleveren voor zijn ouderschap.
4.5.
Met betrekking tot de verzochte vervangende toestemmingen overweegt de rechtbank als volgt.
4.6.
[roepnaam minderjarige] gaat nu wel naar de door de vrouw gewenste school, omdat de school vooralsnog genoegen heeft genomen met alleen de toestemming van de vrouw. Het is echter nog ongewis hoe de man daarover denkt. Hij heeft mede het gezag en zou nog bezwaar tegen de schoolkeuze kunnen maken. De rechtbank zal daarom vervangende toestemming aan de vrouw verlenen. Deze beslissing vervangt de toestemming van de man om [roepnaam minderjarige] op die school in te schrijven.
4.7.
Ter zitting is vastgesteld dat de identiteitskaart van [roepnaam minderjarige] inmiddels is verlopen. [roepnaam minderjarige] heeft er belang bij dat zij op korte termijn weer een identiteitskaart krijgt. Het is de vrouw niet bekend waar de man op dit moment feitelijk verblijft en hij reageert niet op (andere) verzoeken van de vrouw. De rechtbank zal voor het aanvragen en verkrijgen van een identiteitskaart voor [roepnaam minderjarige] dan ook vervangende toestemming verlenen. Deze beslissing vervangt de toestemming van de man.
4.8.
De rechtbank realiseert zich dat met het verlenen van vervangende toestemming aan de vrouw voor het aanmelden van [roepnaam minderjarige] bij de scouting een eventuele hervatting van de door de rechtbank bij beschikking van 1 juni 2021 vastgelegde contactregeling een beperking van de mogelijkheden van de man oplevert (om de week) op zaterdag. Ter zitting heeft de raad daarover geadviseerd [roepnaam minderjarige] wel naar de scouting te laten gaan op zaterdag. De rechtbank volgt de raad daarin. Het belang van [roepnaam minderjarige] staat hierbij voorop. De eventuele belangen van de man mogen op dit moment geen belemmering vormen om de wens van [roepnaam minderjarige] om naar de scouting te gaan te vervullen. Dit verzoek zal daarom eveneens worden toegewezen.
4.9.
Omdat partijen een relatie met elkaar hebben gehad en de zaak over hun kind gaat, zullen de proceskosten worden gecompenseerd. Dat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten moet dragen.

5.De beslissing

De rechtbank
verandert de eerdere beschikking van 1 juni 2021 als volgt:
verbiedt de man met onmiddellijke ingang contact te hebben met de minderjarige [naam minderjarige] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2016, voor de duur van zes maanden;
geeft aan de vrouw – ter vervanging van de ontbrekende toestemming van de man – toestemming om
- [roepnaam minderjarige] te plaatsen op de school “ [naam school] ” te [plaats] ;
- een identiteitskaart voor [roepnaam minderjarige] aan te vragen en te verkrijgen;
- [roepnaam minderjarige] te plaatsen op de scouting;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
compenseert de kosten van het geding aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. C.A.R.M. van Leuven en, in aanwezigheid van de griffier, in het openbaar uitgesproken op .
Indien hoger beroep tegen deze beschikking mogelijk is, kan dat worden ingesteld:
  • door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch.