ECLI:NL:RBZWB:2022:6732
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het recht op kinderbijslag na wijziging in woonsituatie van het kind
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 11 november 2022, wordt het beroep van eiseres tegen de beslissing van de Sociale Verzekeringsbank (Svb) beoordeeld. Eiseres had vanaf het derde kwartaal van 2020 geen recht meer op kinderbijslag voor haar zoon, die per 25 mei 2020 bij zijn vader was gaan wonen. De rechtbank behandelt de feiten en de procedure die hebben geleid tot deze beslissing. Eiseres had eerder telefonisch contact gehad met de Svb en gemeld dat haar zoon tijdelijk bij zijn vader verbleef. De Svb had daarop het recht op kinderbijslag aanvankelijk voortgezet, maar na een aanvraag van de vader van de zoon, werd het recht van eiseres heroverwogen. De rechtbank concludeert dat de Svb terecht heeft besloten dat eiseres geen recht meer had op kinderbijslag, omdat de zoon vanaf 25 mei 2020 bij zijn vader woonde. De rechtbank wijst het beroep van eiseres af en oordeelt dat er geen sprake is van een geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel, omdat er geen ondubbelzinnige toezeggingen zijn gedaan door de Svb. Eiseres krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.