ECLI:NL:RBZWB:2022:6713
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake beëindiging prestatiebeurs
Op 10 november 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen een eiseres en de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Eiseres had beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van de minister van 5 juli 2022, die haar bezwaar tegen de beëindiging van haar prestatiebeurs niet-ontvankelijk had verklaard. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat eiseres het verschuldigde griffierecht van € 50,- niet tijdig heeft betaald. De griffier had eiseres in de gelegenheid gesteld om het griffierecht te voldoen binnen vier weken na dagtekening van zowel een gewone als een aangetekende brief, maar eiseres heeft hier geen gehoor aan gegeven en geen verontschuldiging voor het verzuim gegeven. Hierdoor kon de rechtbank niet anders dan het beroep niet-ontvankelijk verklaren. De uitspraak is gedaan door rechter S.A.M.L. van de Sande, in aanwezigheid van griffier C.A.F. Kalb, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Eiseres heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met de beslissing.