Waarover het gaat in deze zaak
5. De vraag is of het UWV terecht stelt dat eiseres op 11 maart 2022 voor minder dan 35% arbeidsongeschikt is. De rechtbank moet die vraag beantwoorden aan de hand van wat eiseres daartegen in heeft gebracht. Belangrijk punt is dat het gaat om de medische toestand van eiseres op 11 maart 2022 en de vraag welke beperkingen daaruit volgen.
Wat de rechtbank vindt
6. De rechtbank vindt dat het UWV terecht heeft beslist dat eiseres op 11 maart 2022 voor minder dan 35% arbeidsongeschikt is (en dus geen recht meer heeft op een WIA-uitkering). De rechtbank zal dat uitleggen.
7. Voor zover eiseres in haar beroepschrift verwijst naar dat wat zij als bezwaren tegen de voorgenomen beslissing heeft aangevoerd, overweegt de rechtbank dat het aan eiseres is om in beroep gemotiveerd en specifiek aan te voeren waarom zij het niet eens is met het bestreden besluit. De verwijzing naar bezwaren tegen een voorgenomen beslissing wordt niet als zo’n gemotiveerde en specifieke betwisting opgevat. Daarop is immers gereageerd in het bestreden besluit. Eiseres zal dus moeten aanvoeren waarom zij het met die reactie niet eens is. Gelet hierop zal de rechtbank de beoordeling van het beroep plaatsen in het licht van de in beroep nader uitgewerkte gronden en niet in het licht van hetgeen in bezwaar is aangevoerd.
8. Het UWV mag besluiten over iemands arbeidsongeschiktheid baseren op rapporten van verzekeringsartsen. Deze rapporten moeten dan wel aan een aantal voorwaarden voldoen: zij moeten op zorgvuldige wijze tot stand zijn gekomen, ze mogen geen tegenstrijdigheden bevatten en de rapporten moeten begrijpelijk zijn. Het is aan eiseres om aannemelijk te maken dat de rapporten die over haar zijn opgesteld niet aan deze voorwaarden voldoen.
De voorwaarden waaraan de rapporten moeten voldoen
9. De verzekeringsarts heeft het dossier en de daarin aanwezige medische informatie over eiseres bestudeerd. Hij heeft eiseres op het spreekuur gezien en onderzocht. De verzekeringsarts beschrijft onder andere de klachten van eiseres, de diagnoses en de prognose.
10. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft het standpunt van de verzekeringsarts in zijn rapport van 12 november 2021 heroverwogen. Hij heeft het dossier met daarin de informatie van de behandelaars bestudeerd. Ook heeft hij eiseres gesproken op de hoorzitting en vervolgens medisch onderzocht. Tijdens de bezwaarprocedure heeft hij brieven ontvangen van de huisarts van 30 september 2021, de cardioloog van 9 juli 2021 en de reumatoloog van 20 mei 2020. Verder heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep een psychiatrisch expertise onderzoek laten verrichten door psychiater [naam psychiater] , omdat geen gegevens konden worden verkregen van de psychiater van eiseres. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft gemotiveerd waarom hij aanleiding ziet anders te denken over de belastbaarheid dan de verzekeringsarts. Hij stelt een gewijzigde FML op van 12 november 2021 met beperkingen op het vlak van persoonlijk functioneren, sociaal functioneren, fysieke omgevingseisen, dynamische handelingen, statische houdingen en werktijden. In zijn rapport van 20 januari 2022 heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep gereageerd op de bezwaren van eiseres tegen de voorgenomen beslissing.
11. Over de medische informatie die eiseres in beroep heeft opgestuurd, heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep gesteld dat deze stukken geen aanleiding geven om het medisch inhoudelijk standpunt te wijzigen.
12. Eiseres voert aan dat het rapport van de verzekeringsarts bezwaar en beroep onzorgvuldig is.
13. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft alle klachten van eiseres en de informatie van de behandelaars betrokken in zijn beoordeling. Hij heeft eiseres gezien tijdens de hoorzitting en vervolgens medisch onderzocht. Gelet op deze onderzoeksactiviteiten is de rechtbank van oordeel dat het medische rapport zorgvuldig tot stand is gekomen. De rechtbank acht het hierbij van belang dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep een psychiatrische expertise heeft laten verrichten. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft bovendien eenduidig, inzichtelijk en zonder tegenstrijdigheden uitgelegd hoe zijn beoordeling tot stand is gekomen. Dat betekent dat het rapport aan de drie voorwaarden voldoet.
14. De verzekeringsarts gaat uit van de diagnoses posttraumatische stressstoornis, rugpijn aspecifiek chronisch en discopathie cervicaal/HNP. Hij geeft aan dat er geen sprake is van volledige arbeidsongeschiktheid op medische gronden, omdat eiseres niet is opgenomen op medische indicatie, geen sprake is van chronische bedlegerigheid, zij niet ADL-afhankelijk is, geen sprake is van onvermogen tot persoonlijk en sociaal functioneren als gevolg van een ernstige psychiatrische aandoening of een te verwachten verlies aan mogelijkheden binnen drie maanden. De verzekeringsarts heeft daarom een FML opgesteld met beperkingen op het vlak van persoonlijk functioneren, sociaal functioneren, dynamische handelingen, statische houdingen en werktijden.
15. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in het rapport van 12 november 2021 uiteengezet op welke punten hij tot een andere conclusie dan de verzekeringsarts komt. Voor de psychische situatie van eiseres komt uit het psychiatrisch expertise onderzoek een ander beeld naar voren dan waar in de eerste verzekeringsgeneeskundige beoordeling vanuit is gegaan. Niet alle klachten van eiseres zijn te objectiveren door psychiater [naam psychiater] , waardoor de klachten niet één op één kunnen worden vertaald naar een psychiatrische stoornis. De score op de bij de expertise uitgevoerde symptoomvalidatietest geeft sterke aanwijzingen dat eiseres de situatie erger doet voorkomen dan deze in werkelijkheid is. Psychiater [naam psychiater] ziet deze indruk verder versterkt door een aantal zaken, namelijk: de geclaimde cognitieve beperkingen worden niet geobjectiveerd bij het psychiatrisch onderzoek, er is sprake van constante klachten terwijl deze eerder intermitterend worden verwacht, er is een forse klachten presentatie waarbij eiseres ondanks deze klachten niet opnieuw behandeling zoekt en er is sprake van een demonstratieve klachtenpresentatie. Verder geeft psychiater [naam psychiater] aan dat eiseres een vermijdende coping heeft. Hij concludeert dat de diagnoses depressieve stoornis en posttraumatische stressstoornis niet kunnen worden bevestigd. Er is dan ook geen aanleiding om een ernstig psychiatrisch toestandsbeeld te veronderstellen. De gepresenteerde klachten moeten worden gezien in het licht van een aanpassingsstoornis. Hierdoor vormt de aanpassingsstoornis het uitgangspunt voor het vaststellen van beperkingen in arbeid. Op basis van deze uitgangspunten is eiseres minder beperkt dan eerder aangenomen. Zij is aangewezen op psychisch lichter belastende werkzaamheden. Ook dient het werk op regelmatige tijden plaats te vinden zonder nachtwerk.
16. Eiseres heeft op fysiek gebied langdurige tendomyogene klachten. Dit beeld wordt bevestigd door de reumatoloog en deze spreekt van artralgie/myalgie (gewrichtspijn en spierpijn) en geeft aan dat er geen aanknopingspunten zijn voor een onderliggende aandoening. Bij dergelijke somatische klachten zonder onderliggend te objectiveren substraat bestaat geen reden voor het stellen van forse fysieke beperkingen. Wel dient overbelasting te worden voorkomen. Hiermee is voldoende rekening gehouden in de FML. Ook na lichamelijk onderzoek in bezwaar worden geen functionele afwijkingen gevonden die tot nadere beperkingen moeten leiden. De beperking voor klimmen vervalt, omdat vanuit de aard en de ernst van de aanwezige pathologie hiervoor geen indicatie bestaat. Bij eiseres is tevens sprake van een mitralisklepprolaps (hartklepverzakking). Op basis van het bestaan van deze ernstige mitralisklep insufficiëntie is het plausibel dat een deel van de vermoeidheidsklachten die eiseres ervaart hierdoor worden veroorzaakt. Dit maakt dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep een beperking in de duurbelastbaarheid opneemt voor 30 uur (maximaal 32) per week en 6 uur (maximaal 7) per dag.
17. De verzekeringsarts bezwaar en beroep stelt dat de beperkingen niet duurzaam zijn. Psychiater [naam psychiater] geeft aan dat voor behandeling binnen de GGZ momenteel geen indicatie bestaat en gewaakt moet worden voor onnodige medicalisering. Gericht re-integratiebeleid in arbeid verdient daarbij de voorkeur. De verzekeringsarts bezwaar en beroep onderschrijft de visie van psychiater [naam psychiater] . De verzekeringsarts bezwaar en beroep schat in dat verder uitstellen van de hervatting op de arbeidsmarkt in passende arbeid eerder klachten onderhoudend zal werken dan klachten verminderend. De beperkingen voor de aspecifieke spier- en gewrichtspijnen acht de verzekeringsarts bezwaar en beroep ook niet duurzaam. Bij dergelijke somatische klachten zonder onderliggend substraat bestaat een indicatie voor een multidisciplinair revalidatietraject, waarbij niet alleen gericht wordt op de klachten, maar ook op de omgevingsfactoren die een herstel belemmerende rol spelen. Van een dergelijk traject mag vermindering van klachten en verbetering van functioneren op fysiek en energetisch gebied worden verwacht. Verder zijn de met name energetische beperkingen voortkomend uit de mitralisklep insufficiëntie niet duurzaam. Na de ingreep die eiseres heeft ondergaan dient ook gestart te worden met hartrevalidatie. Van de ingreep en de hartrevalidatie nadien mag vermindering van energetische klachten en verbetering van functioneren op dit gebied worden verwacht.
18. Eiseres voert aan dat er sprake is van een gebrekkige motivering, zij volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is dan wel dat haar medische beperkingen zijn onderschat. Ook stelt zij dat zij het niet eens is met de conclusies die psychiater [naam psychiater] heeft getrokken in het expertiserapport.
19
.De rechtbank vindt dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep voldoende heeft gemotiveerd waarom niet meer of andere beperkingen zijn aangenomen. Ook heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep voldoende toegelicht waarom de in beroep overgelegde stukken geen reden vormen om meer beperkingen aan te nemen. In het rapport van 17 maart 2022 heeft hij toegelicht dat de brief van psychiater Verjaal van 26 juli 2017 reeds bekend was en niet ziet op de datum in geding. Het ontbreken van actuele informatie van de behandelaars was juist een van de redenen om een psychiatrische expertise in te zetten om meer duidelijkheid te verkrijgen over het actueel psychisch toestandsbeeld. Wat betreft de informatie van de huisarts van 2 februari 2022 benoemt de verzekeringsarts bezwaar en beroep dat dit een episodelijst betreft. Een episodelijst is geen diagnoselijst. Dit maakt dat hij is uitgegaan van de bevindingen van de psychiater zoals deze in het rapport zijn weergegeven. De psychiater is immers de vakinhoudelijke specialist op het gebied van onderzoek, diagnostiek en behandeling van psychische en psychiatrische stoornissen. De rechtbank ziet geen aanleiding om de verzekeringsarts bezwaar en beroep niet te volgen in deze toelichting. Dat de conclusie in het expertiserapport van psychiater [naam psychiater] niet juist is, volgt de rechtbank niet. Uit de stukken die eiseres heeft overgelegd kan dit niet worden afgeleid. De rechtbank is zich ervan bewust dat eiseres klachten ervaart, maar in de verzekeringsgeneeskundige beoordeling kan niet uitsluitend worden afgegaan op hoe eiseres haar klachten zelf ervaart. In de systematiek van de arbeidsongeschiktheidsbeoordeling zijn niet de ervaren klachten of de diagnose doorslaggevend, maar de mate waarin beperkingen ten aanzien van het verrichten van arbeid als gevolg van die klachten objectief medisch kunnen worden onderbouwd. Zonder afbreuk te willen doen aan de door eiseres ervaren impact van haar klachten op het dagelijks leven heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep voldoende toegelicht dat er geen medisch objectieve onderbouwing is om meer beperkingen aan te nemen voor de psychische en fysieke klachten die eiseres ervaart op 11 maart 2022.
20. Eiseres vindt dat de rechtbank een medisch deskundige moet benoemen voor de hertaling van de ernstige psychische problematiek. Eiseres heeft zelf niet de financiële middelen om een deskundige in te schakelen. Zonder het benoemen van een onafhankelijke deskundige kan de ‘equality of arms’ tussen partijen niet worden gewaarborgd. Eiseres verwijst hierbij naar de uitspraak van de CRvB van 30 juni 2017.
21. De rechtbank volgt eiseres niet en zal uitleggen waarom. De CRvB heeft in de uitspraak van 30 juni 2017 naar aanleiding van het Korošec-arrest geoordeeld dat de rechter allereerst de zorgvuldigheid van het onderzoek beoordeeld. Vervolgens is het aan de rechter om een partij, zo nodig, compensatie te bieden wanneer zij niet in een gelijke positie verkeert ten opzichte van de wederpartij. Als eiseres door haar gemotiveerde betwisting twijfel heeft doen ontstaan aan de medische beoordeling, kan daarin reden bestaan een (medisch) deskundige te benoemen.
22. Hiervoor heeft de rechtbank overwogen dat het medisch onderzoek van het UWV zorgvuldig is geweest en dat er inhoudelijk geen aanleiding bestaat om het standpunt van de verzekeringsarts bezwaar en beroep niet te volgen. De rechtbank heeft ook geen twijfel aan het oordeel van de verzekeringsarts bezwaar en beroep. De rechtbank vindt verder dat eiseres voldoende ruimte heeft gehad om de juistheid van de medische beoordeling door het UWV te betwisten. Het is eiseres ook gelukt om enkele medische stukken te verkrijgen. Er is dus geen sprake van bewijsnood. De rechtbank ziet daarom geen aanleiding om een deskundige te benoemen en wijst het verzoek van eiseres af.
De arbeidskundige beoordeling
23. Uitgaande van de juistheid van de bij eiseres vastgestelde medische beperkingen ziet de rechtbank in wat eiseres heeft aangevoerd geen reden om de geschiktheid van de geduide functies in twijfel te trekken.
24. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft berekend dat eiseres op 11 maart 2022 met de middelste van de voor de schatting gebruikte functies 100% kan verdienen van het loon dat zij voorheen verdiende als thuishulp, zodat eiseres voor de overige 0% arbeidsongeschikt is.