ECLI:NL:RBZWB:2022:6698

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
10 november 2022
Publicatiedatum
10 november 2022
Zaaknummer
AWB- 22_1373
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging WGA-loonaanvullingsuitkering wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 10 november 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiseres en het UWV over de beëindiging van haar WGA-loonaanvullingsuitkering. Eiseres, die sinds 19 augustus 2013 een WIA-uitkering ontving, was van mening dat zij volledig duurzaam arbeidsongeschikt was. Het UWV had echter op basis van een herbeoordeling geconcludeerd dat eiseres per 11 maart 2022 minder dan 35% arbeidsongeschikt was, wat leidde tot de beëindiging van haar uitkering. Eiseres heeft tegen deze beslissing beroep ingesteld, waarbij zij aanvoerde dat haar medische situatie onvoldoende was onderkend en dat de rapporten van de verzekeringsartsen onzorgvuldig waren.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het UWV terecht heeft besloten dat eiseres op de relevante datum minder dan 35% arbeidsongeschikt was. De rechtbank oordeelde dat de medische rapporten zorgvuldig tot stand waren gekomen en dat er geen aanleiding was om de conclusies van de verzekeringsarts bezwaar en beroep te betwisten. Eiseres had onvoldoende bewijs geleverd om aan te tonen dat haar beperkingen niet correct waren vastgesteld. De rechtbank concludeerde dat de beëindiging van de WIA-uitkering per 11 maart 2022 terecht was en verklaarde het beroep van eiseres ongegrond. Tevens werd het verzoek om schadevergoeding afgewezen, omdat eiseres geen gelijk kreeg in haar beroep.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Inloopteam Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 22/1373

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam eiseres] , uit [plaatsnaam] , eiseres

(gemachtigde: mr. V.M.C. Verhaegen),
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (het UWV), verweerder
(gemachtigde: mr. R. Boonstra).

Procesverloop

Met het besluit van 31 maart 2021 (het primaire besluit) heeft het UWV aan eiseres meegedeeld dat de WGA-loonaanvullingsuitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) niet wijzigt.
Met het besluit van 27 januari 2022 (het bestreden besluit) heeft het UWV het bezwaar van de (ex-)werkgever van eiseres gegrond verklaard. Het UWV heeft het primaire besluit herroepen en eiseres medegedeeld dat de WGA-loonaanvullingsuitkering per 11 maart 2022 wordt beëindigd, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Het UWV heeft een verweerschrift ingediend.
Met (stilzwijgende) toestemming van partijen is een zitting achterwege gebleven. De rechtbank heeft het onderzoek gesloten.

Wat er aan deze procedure voorafging

1. Eiseres werkte als thuishulp voor gemiddeld 13,81 uur per week. Eiseres ontving sinds 19 augustus 2013 een WIA-uitkering naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100%. Het UWV heeft op verzoek van de (ex-)werkgever een herbeoordeling gedaan van de arbeidsongeschiktheid van eiseres.
2. Een verzekeringsarts van het UWV heeft eiseres onderzocht en beoordeeld wat de arbeidsbeperkingen van eiseres zijn per 27 januari 2021. Deze beperkingen heeft de verzekeringsarts opgenomen in een functionele mogelijkhedenlijst (FML). Vervolgens heeft een arbeidsdeskundige van het UWV vastgesteld dat hij onvoldoende functies kan duiden die eiseres, met haar beperkingen, nog zou kunnen uitvoeren. Omdat de arbeidsdeskundige geen verdiencapaciteit kan vaststellen is het arbeidsongeschiktheidspercentage vastgesteld op 100%. Daarom wijzigt de WGA-loonaanvullingsuitkering van eiseres niet.
3. De (ex-)werkgever van eiseres heeft bezwaar gemaakt. Een verzekeringsarts bezwaar en beroep en een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep hebben opnieuw naar de zaak van eiseres gekeken. Volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep zijn de beperkingen niet juist vastgesteld. Hij heeft een gewijzigde FML opgesteld op 12 november 2021. Aan de hand van de gewijzigde FML heeft de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep vervolgens het CBBS geraadpleegd. Zij heeft vastgesteld dat er drie functies (en een reservefunctie) zijn die eiseres, met haar beperkingen, nog zou kunnen uitvoeren. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft berekend dat eiseres met de middelste van de voor de schatting gebruikte functies 100% kan verdienen van het loon dat zij verdiende voordat zij zich ziekmeldde. De mate van arbeidsongeschiktheid is gelet hierop bepaald op 0%. In de brief van 25 november 2021 heeft het UWV het voornemen om de WIA-uitkering van eiseres te beëindigen, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is, voorgelegd aan eiseres en de (ex-)werkgever. Eiseres heeft bezwaren kenbaar gemaakt tegen dit voornemen. De bezwaren zijn geen aanleiding geweest voor de verzekeringsarts bezwaar en beroep om het medisch standpunt inhoudelijk te wijzigen. De WGA-loonaanvullingsuitkering van eiseres wordt dan ook, met inachtneming van de uitlooptermijn, vanaf 11 maart 2022 beëindigd.

Wat eiseres vindt

4. Eiseres is het niet met het UWV eens. Zij verzoekt het gestelde in bezwaar (de rechtbank neemt aan dat eiseres bedoelt: haar bezwaren tegen de voorgenomen beslissing) als volledig herhaald en ingelast te beschouwen. Eiseres stelt dat zij volledig duurzaam arbeidsongeschikt is. Zij vindt dat het rapport van de verzekeringsarts bezwaar en beroep onzorgvuldig en onvoldoende gemotiveerd is. Zowel de psychiatrische problematiek als de fysieke klachten (waaronder rugpijn, discopathie cervicaal en niet inflammatoire gewrichtsklachten, klachten aan de handen) worden onderschat. Ook is er sprake van een fors verlaagd energieniveau mede veroorzaakt door de psychische klachten. Eiseres vindt dat de beperkingen zoals tot 2021 door het UWV zijn aangenomen nog onverminderd aanwezig zijn. Zij is van mening dat de conclusie in dit rapport onjuist is. De door de geraadpleegde psychiater gestelde ongespecificeerde aanpassingsstoornis is niet correct. Eiseres onderbouwt haar standpunt met een brief van de huisarts van 2 februari 2022. Verder stelt eiseres dat de hertaling van de ernstige psychische problematiek vraagt om benoeming van een onafhankelijke deskundige. Zij beschikt zelf niet over de financiële middelen om deze te bekostigen. Zij verwijst hierbij naar de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) van 30 juni 2017. Daarnaast stelt eiseres dat zij met haar beperkingen de functies die het UWV geschikt vindt, niet kan verrichten. Ten slotte verzoekt eiseres om een vergoeding van de proceskosten in bezwaar en beroep en een schadevergoeding van de wettelijke rente over de na te betalen uitkering.

Waarover het gaat in deze zaak

5. De vraag is of het UWV terecht stelt dat eiseres op 11 maart 2022 voor minder dan 35% arbeidsongeschikt is. De rechtbank moet die vraag beantwoorden aan de hand van wat eiseres daartegen in heeft gebracht. Belangrijk punt is dat het gaat om de medische toestand van eiseres op 11 maart 2022 en de vraag welke beperkingen daaruit volgen.

Wat de rechtbank vindt

6. De rechtbank vindt dat het UWV terecht heeft beslist dat eiseres op 11 maart 2022 voor minder dan 35% arbeidsongeschikt is (en dus geen recht meer heeft op een WIA-uitkering). De rechtbank zal dat uitleggen.
7. Voor zover eiseres in haar beroepschrift verwijst naar dat wat zij als bezwaren tegen de voorgenomen beslissing heeft aangevoerd, overweegt de rechtbank dat het aan eiseres is om in beroep gemotiveerd en specifiek aan te voeren waarom zij het niet eens is met het bestreden besluit. De verwijzing naar bezwaren tegen een voorgenomen beslissing wordt niet als zo’n gemotiveerde en specifieke betwisting opgevat. Daarop is immers gereageerd in het bestreden besluit. Eiseres zal dus moeten aanvoeren waarom zij het met die reactie niet eens is. Gelet hierop zal de rechtbank de beoordeling van het beroep plaatsen in het licht van de in beroep nader uitgewerkte gronden en niet in het licht van hetgeen in bezwaar is aangevoerd.
8. Het UWV mag besluiten over iemands arbeidsongeschiktheid baseren op rapporten van verzekeringsartsen. Deze rapporten moeten dan wel aan een aantal voorwaarden voldoen: zij moeten op zorgvuldige wijze tot stand zijn gekomen, ze mogen geen tegenstrijdigheden bevatten en de rapporten moeten begrijpelijk zijn. Het is aan eiseres om aannemelijk te maken dat de rapporten die over haar zijn opgesteld niet aan deze voorwaarden voldoen.
De voorwaarden waaraan de rapporten moeten voldoen
9. De verzekeringsarts heeft het dossier en de daarin aanwezige medische informatie over eiseres bestudeerd. Hij heeft eiseres op het spreekuur gezien en onderzocht. De verzekeringsarts beschrijft onder andere de klachten van eiseres, de diagnoses en de prognose.
10. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft het standpunt van de verzekeringsarts in zijn rapport van 12 november 2021 heroverwogen. Hij heeft het dossier met daarin de informatie van de behandelaars bestudeerd. Ook heeft hij eiseres gesproken op de hoorzitting en vervolgens medisch onderzocht. Tijdens de bezwaarprocedure heeft hij brieven ontvangen van de huisarts van 30 september 2021, de cardioloog van 9 juli 2021 en de reumatoloog van 20 mei 2020. Verder heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep een psychiatrisch expertise onderzoek laten verrichten door psychiater [naam psychiater] , omdat geen gegevens konden worden verkregen van de psychiater van eiseres. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft gemotiveerd waarom hij aanleiding ziet anders te denken over de belastbaarheid dan de verzekeringsarts. Hij stelt een gewijzigde FML op van 12 november 2021 met beperkingen op het vlak van persoonlijk functioneren, sociaal functioneren, fysieke omgevingseisen, dynamische handelingen, statische houdingen en werktijden. In zijn rapport van 20 januari 2022 heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep gereageerd op de bezwaren van eiseres tegen de voorgenomen beslissing.
11. Over de medische informatie die eiseres in beroep heeft opgestuurd, heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep gesteld dat deze stukken geen aanleiding geven om het medisch inhoudelijk standpunt te wijzigen.
12. Eiseres voert aan dat het rapport van de verzekeringsarts bezwaar en beroep onzorgvuldig is.
13. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft alle klachten van eiseres en de informatie van de behandelaars betrokken in zijn beoordeling. Hij heeft eiseres gezien tijdens de hoorzitting en vervolgens medisch onderzocht. Gelet op deze onderzoeksactiviteiten is de rechtbank van oordeel dat het medische rapport zorgvuldig tot stand is gekomen. De rechtbank acht het hierbij van belang dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep een psychiatrische expertise heeft laten verrichten. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft bovendien eenduidig, inzichtelijk en zonder tegenstrijdigheden uitgelegd hoe zijn beoordeling tot stand is gekomen. Dat betekent dat het rapport aan de drie voorwaarden voldoet.
De medische beoordeling
14. De verzekeringsarts gaat uit van de diagnoses posttraumatische stressstoornis, rugpijn aspecifiek chronisch en discopathie cervicaal/HNP. Hij geeft aan dat er geen sprake is van volledige arbeidsongeschiktheid op medische gronden, omdat eiseres niet is opgenomen op medische indicatie, geen sprake is van chronische bedlegerigheid, zij niet ADL-afhankelijk is, geen sprake is van onvermogen tot persoonlijk en sociaal functioneren als gevolg van een ernstige psychiatrische aandoening of een te verwachten verlies aan mogelijkheden binnen drie maanden. De verzekeringsarts heeft daarom een FML opgesteld met beperkingen op het vlak van persoonlijk functioneren, sociaal functioneren, dynamische handelingen, statische houdingen en werktijden.
15. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in het rapport van 12 november 2021 uiteengezet op welke punten hij tot een andere conclusie dan de verzekeringsarts komt. Voor de psychische situatie van eiseres komt uit het psychiatrisch expertise onderzoek een ander beeld naar voren dan waar in de eerste verzekeringsgeneeskundige beoordeling vanuit is gegaan. Niet alle klachten van eiseres zijn te objectiveren door psychiater [naam psychiater] , waardoor de klachten niet één op één kunnen worden vertaald naar een psychiatrische stoornis. De score op de bij de expertise uitgevoerde symptoomvalidatietest geeft sterke aanwijzingen dat eiseres de situatie erger doet voorkomen dan deze in werkelijkheid is. Psychiater [naam psychiater] ziet deze indruk verder versterkt door een aantal zaken, namelijk: de geclaimde cognitieve beperkingen worden niet geobjectiveerd bij het psychiatrisch onderzoek, er is sprake van constante klachten terwijl deze eerder intermitterend worden verwacht, er is een forse klachten presentatie waarbij eiseres ondanks deze klachten niet opnieuw behandeling zoekt en er is sprake van een demonstratieve klachtenpresentatie. Verder geeft psychiater [naam psychiater] aan dat eiseres een vermijdende coping heeft. Hij concludeert dat de diagnoses depressieve stoornis en posttraumatische stressstoornis niet kunnen worden bevestigd. Er is dan ook geen aanleiding om een ernstig psychiatrisch toestandsbeeld te veronderstellen. De gepresenteerde klachten moeten worden gezien in het licht van een aanpassingsstoornis. Hierdoor vormt de aanpassingsstoornis het uitgangspunt voor het vaststellen van beperkingen in arbeid. Op basis van deze uitgangspunten is eiseres minder beperkt dan eerder aangenomen. Zij is aangewezen op psychisch lichter belastende werkzaamheden. Ook dient het werk op regelmatige tijden plaats te vinden zonder nachtwerk.
16. Eiseres heeft op fysiek gebied langdurige tendomyogene klachten. Dit beeld wordt bevestigd door de reumatoloog en deze spreekt van artralgie/myalgie (gewrichtspijn en spierpijn) en geeft aan dat er geen aanknopingspunten zijn voor een onderliggende aandoening. Bij dergelijke somatische klachten zonder onderliggend te objectiveren substraat bestaat geen reden voor het stellen van forse fysieke beperkingen. Wel dient overbelasting te worden voorkomen. Hiermee is voldoende rekening gehouden in de FML. Ook na lichamelijk onderzoek in bezwaar worden geen functionele afwijkingen gevonden die tot nadere beperkingen moeten leiden. De beperking voor klimmen vervalt, omdat vanuit de aard en de ernst van de aanwezige pathologie hiervoor geen indicatie bestaat. Bij eiseres is tevens sprake van een mitralisklepprolaps (hartklepverzakking). Op basis van het bestaan van deze ernstige mitralisklep insufficiëntie is het plausibel dat een deel van de vermoeidheidsklachten die eiseres ervaart hierdoor worden veroorzaakt. Dit maakt dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep een beperking in de duurbelastbaarheid opneemt voor 30 uur (maximaal 32) per week en 6 uur (maximaal 7) per dag.
17. De verzekeringsarts bezwaar en beroep stelt dat de beperkingen niet duurzaam zijn. Psychiater [naam psychiater] geeft aan dat voor behandeling binnen de GGZ momenteel geen indicatie bestaat en gewaakt moet worden voor onnodige medicalisering. Gericht re-integratiebeleid in arbeid verdient daarbij de voorkeur. De verzekeringsarts bezwaar en beroep onderschrijft de visie van psychiater [naam psychiater] . De verzekeringsarts bezwaar en beroep schat in dat verder uitstellen van de hervatting op de arbeidsmarkt in passende arbeid eerder klachten onderhoudend zal werken dan klachten verminderend. De beperkingen voor de aspecifieke spier- en gewrichtspijnen acht de verzekeringsarts bezwaar en beroep ook niet duurzaam. Bij dergelijke somatische klachten zonder onderliggend substraat bestaat een indicatie voor een multidisciplinair revalidatietraject, waarbij niet alleen gericht wordt op de klachten, maar ook op de omgevingsfactoren die een herstel belemmerende rol spelen. Van een dergelijk traject mag vermindering van klachten en verbetering van functioneren op fysiek en energetisch gebied worden verwacht. Verder zijn de met name energetische beperkingen voortkomend uit de mitralisklep insufficiëntie niet duurzaam. Na de ingreep die eiseres heeft ondergaan dient ook gestart te worden met hartrevalidatie. Van de ingreep en de hartrevalidatie nadien mag vermindering van energetische klachten en verbetering van functioneren op dit gebied worden verwacht.
18. Eiseres voert aan dat er sprake is van een gebrekkige motivering, zij volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is dan wel dat haar medische beperkingen zijn onderschat. Ook stelt zij dat zij het niet eens is met de conclusies die psychiater [naam psychiater] heeft getrokken in het expertiserapport.
19
.De rechtbank vindt dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep voldoende heeft gemotiveerd waarom niet meer of andere beperkingen zijn aangenomen. Ook heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep voldoende toegelicht waarom de in beroep overgelegde stukken geen reden vormen om meer beperkingen aan te nemen. In het rapport van 17 maart 2022 heeft hij toegelicht dat de brief van psychiater Verjaal van 26 juli 2017 reeds bekend was en niet ziet op de datum in geding. Het ontbreken van actuele informatie van de behandelaars was juist een van de redenen om een psychiatrische expertise in te zetten om meer duidelijkheid te verkrijgen over het actueel psychisch toestandsbeeld. Wat betreft de informatie van de huisarts van 2 februari 2022 benoemt de verzekeringsarts bezwaar en beroep dat dit een episodelijst betreft. Een episodelijst is geen diagnoselijst. Dit maakt dat hij is uitgegaan van de bevindingen van de psychiater zoals deze in het rapport zijn weergegeven. De psychiater is immers de vakinhoudelijke specialist op het gebied van onderzoek, diagnostiek en behandeling van psychische en psychiatrische stoornissen. De rechtbank ziet geen aanleiding om de verzekeringsarts bezwaar en beroep niet te volgen in deze toelichting. Dat de conclusie in het expertiserapport van psychiater [naam psychiater] niet juist is, volgt de rechtbank niet. Uit de stukken die eiseres heeft overgelegd kan dit niet worden afgeleid. De rechtbank is zich ervan bewust dat eiseres klachten ervaart, maar in de verzekeringsgeneeskundige beoordeling kan niet uitsluitend worden afgegaan op hoe eiseres haar klachten zelf ervaart. In de systematiek van de arbeidsongeschiktheidsbeoordeling zijn niet de ervaren klachten of de diagnose doorslaggevend, maar de mate waarin beperkingen ten aanzien van het verrichten van arbeid als gevolg van die klachten objectief medisch kunnen worden onderbouwd. Zonder afbreuk te willen doen aan de door eiseres ervaren impact van haar klachten op het dagelijks leven heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep voldoende toegelicht dat er geen medisch objectieve onderbouwing is om meer beperkingen aan te nemen voor de psychische en fysieke klachten die eiseres ervaart op 11 maart 2022.
20. Eiseres vindt dat de rechtbank een medisch deskundige moet benoemen voor de hertaling van de ernstige psychische problematiek. Eiseres heeft zelf niet de financiële middelen om een deskundige in te schakelen. Zonder het benoemen van een onafhankelijke deskundige kan de ‘equality of arms’ tussen partijen niet worden gewaarborgd. Eiseres verwijst hierbij naar de uitspraak van de CRvB van 30 juni 2017.
21. De rechtbank volgt eiseres niet en zal uitleggen waarom. De CRvB heeft in de uitspraak van 30 juni 2017 naar aanleiding van het Korošec-arrest geoordeeld dat de rechter allereerst de zorgvuldigheid van het onderzoek beoordeeld. Vervolgens is het aan de rechter om een partij, zo nodig, compensatie te bieden wanneer zij niet in een gelijke positie verkeert ten opzichte van de wederpartij. Als eiseres door haar gemotiveerde betwisting twijfel heeft doen ontstaan aan de medische beoordeling, kan daarin reden bestaan een (medisch) deskundige te benoemen.
22. Hiervoor heeft de rechtbank overwogen dat het medisch onderzoek van het UWV zorgvuldig is geweest en dat er inhoudelijk geen aanleiding bestaat om het standpunt van de verzekeringsarts bezwaar en beroep niet te volgen. De rechtbank heeft ook geen twijfel aan het oordeel van de verzekeringsarts bezwaar en beroep. De rechtbank vindt verder dat eiseres voldoende ruimte heeft gehad om de juistheid van de medische beoordeling door het UWV te betwisten. Het is eiseres ook gelukt om enkele medische stukken te verkrijgen. Er is dus geen sprake van bewijsnood. De rechtbank ziet daarom geen aanleiding om een deskundige te benoemen en wijst het verzoek van eiseres af.
De arbeidskundige beoordeling
23. Uitgaande van de juistheid van de bij eiseres vastgestelde medische beperkingen ziet de rechtbank in wat eiseres heeft aangevoerd geen reden om de geschiktheid van de geduide functies in twijfel te trekken.
24. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft berekend dat eiseres op 11 maart 2022 met de middelste van de voor de schatting gebruikte functies 100% kan verdienen van het loon dat zij voorheen verdiende als thuishulp, zodat eiseres voor de overige 0% arbeidsongeschikt is.

De conclusie van de rechtbank

25. Het UWV heeft de WIAuitkering van eiseres per 11 maart 2022 terecht beëindigd, omdat zij per die datum minder dan 35% arbeidsongeschikt is.
26. Het beroep van eiseres is ongegrond. Dit betekent dat zij geen gelijk krijgt. Gelet hierop bestaat er geen grond om schadevergoeding, bestaande uit de wettelijke rente, toe te kennen. Omdat eiseres in beroep geen gelijk krijgt, worden de door haar gemaakte proceskosten en het betaalde griffierecht niet vergoed.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan op 10 november 2022 door mr. M.A. Broekhuis, rechter, in aanwezigheid van mr. E.H. Maas, griffier
.
griffier
rechter
De uitspraak is verzonden op
en zal binnen een week na deze datum openbaar gemaakt worden door publicatie op rechtspraak.nl.

Als u het niet eens bent met deze uitspraak

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.