ECLI:NL:RBZWB:2022:6559

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
7 november 2022
Publicatiedatum
7 november 2022
Zaaknummer
AWB- 22_75
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging WIA-uitkering wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid na herbeoordeling door UWV

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 7 november 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiseres en het UWV. Eiseres had een WIA-uitkering op basis van een arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100%, maar het UWV beëindigde haar uitkering per 25 augustus 2021, omdat zij volgens hun beoordeling minder dan 35% arbeidsongeschikt was. Eiseres ging in beroep tegen deze beslissing, waarbij zij aanvoerde dat het UWV onvoldoende rekening had gehouden met haar klachten en beperkingen. De rechtbank heeft de procedure gevolgd waarin het UWV haar arbeidsongeschiktheid heeft herbeoordeeld op basis van medische rapporten van verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het UWV de beëindiging van de WIA-uitkering terecht heeft doorgevoerd. De rechtbank oordeelde dat de medische rapporten zorgvuldig tot stand zijn gekomen en dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep voldoende onderbouwing heeft gegeven voor de vastgestelde beperkingen van eiseres. De rechtbank concludeerde dat eiseres op de datum in geding voor 25,73% arbeidsongeschikt was, wat betekent dat zij geen recht meer had op een WIA-uitkering. Eiseres had geen overtuigende medische stukken overgelegd die de conclusies van het UWV konden weerleggen.

De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en oordeelde dat de proceskosten niet vergoed konden worden, omdat eiseres in het gelijk werd gesteld. Deze uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldige medische beoordelingen en de rol van het UWV in het vaststellen van arbeidsongeschiktheid.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Inloopteam Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 22/75

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam eiseres] , uit [plaatsnaam] , eiseres

(gemachtigde: [naam gemachtigde 1] ),
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (het UWV), verweerder
(gemachtigde: [naam gemachtigde 2] ).

Procesverloop

Met het besluit van 24 juni 2021 (het primaire besluit) heeft het UWV de uitkering van eiseres op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) per 25 augustus 2021 beëindigd, omdat eiseres vanaf 18 juni 2021 minder dan 35% arbeidsongeschikt is.
Met het besluit van 2 december 2021 (het bestreden besluit) heeft het UWV het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Het UWV heeft een verweerschrift ingediend.
Met (stilzwijgende) toestemming van partijen is een zitting achterwege gebleven. De rechtbank heeft het onderzoek gesloten.

Wat er aan deze procedure voorafging

1. Eiseres had een WIA-uitkering naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100%. Het UWV heeft op verzoek van de (ex-)werkgever van eiseres een herbeoordeling gedaan naar eiseres haar arbeidsongeschiktheid.
2. Een arts van het UWV [1] heeft eiseres onderzocht en beoordeeld wat de arbeidsbeperkingen van eiseres zijn per 25 mei 2021. Deze beperkingen heeft de arts opgenomen in een functionele mogelijkhedenlijst (FML). Vervolgens heeft een arbeidsdeskundige van het UWV vastgesteld dat er drie functies (en twee reservefuncties) zijn die eiseres, met haar beperkingen, nog zou kunnen uitvoeren. De arbeidsdeskundige heeft berekend dat eiseres met de middelste van deze functies 80,70% kan verdienen van het loon dat zij verdiende voordat zij zich ziekmeldde. De mate van arbeidsongeschiktheid is gelet hierop bepaald op 19,30%. Omdat dit betekent dat eiseres minder dan 35% arbeidsongeschikt is, kan eiseres volgens het UWV geen WIA-uitkering meer krijgen.
3. Eiseres heeft bezwaar gemaakt. Een verzekeringsarts bezwaar en beroep en een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep hebben opnieuw naar de zaak van eiseres gekeken. Volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep zijn de beperkingen niet helemaal juist vastgesteld. Hij heeft aanvullende beperkingen toegevoegd in de FML van 4 november 2021. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft naar aanleiding van de bezwaargronden en op basis van de nieuwe FML de eerder geduide functies laten vervallen. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft opnieuw het Claimbeoordelings- en Borgingssysteem (CBBS) geraadpleegd en binnen de al geduide sbc-codes geschikte functies gevonden. Op basis van deze functies is het arbeidsongeschiktheidspercentage opnieuw berekend en vastgesteld op 25,73%. Hierop heeft het UWV het bestreden besluit genomen.

Wat eiseres vindt

4. Eiseres is het niet met het UWV eens. Volgens eiseres heeft het UWV onvoldoende rekening gehouden met haar klachten en beperkingen. Verder stelt eiseres dat zij met haar beperkingen de functies die het UWV geschikt vindt, niet kan verrichten.

Waarover het gaat in deze zaak

5. De vraag is of het UWV terecht stelt dat eiseres voor 25,73% arbeidsongeschikt is. De rechtbank moet die vraag beantwoorden aan de hand van wat eiseres daartegen in heeft gebracht. Belangrijk punt is dat het gaat om de medische toestand van eiseres op 25 augustus 2021 (de datum in geding) en de vraag welke beperkingen daaruit volgen.

Wat de rechtbank vindt

6. De rechtbank vindt dat het UWV terecht heeft beslist dat eiseres op de datum in geding voor 25,73% arbeidsongeschikt is (en dus geen recht meer heeft op een WIA-uitkering). De rechtbank zal dat uitleggen.
7. Het UWV mag besluiten over iemands arbeidsongeschiktheid baseren op rapporten van verzekeringsartsen. Deze rapporten moeten dan wel aan een aantal voorwaarden voldoen: zij moeten op zorgvuldige wijze tot stand zijn gekomen, ze mogen geen tegenstrijdigheden bevatten en de rapporten moeten begrijpelijk zijn. Het is aan eiseres om aannemelijk te maken dat de rapporten die over haar zijn opgesteld niet aan deze voorwaarden voldoen.
De voorwaarden waaraan de rapporten moeten voldoen
8. De arts heeft het dossier en de daarin aanwezige medische informatie over eiseres bestudeerd. Hij heeft eiseres op het spreekuur gezien en psychisch en lichamelijk onderzocht. Hij beschrijft (onder meer) de klachten van eiseres, het dagverhaal, de diagnose en de prognose.
9. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft het standpunt van de arts in zijn rapport van 5 oktober 2021 heroverwogen. Hij heeft het dossier bestudeerd. Ook heeft hij eiseres op de hoorzitting gesproken en onderzocht. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft gemotiveerd op welke punten hij aanleiding ziet anders te denken over de belastbaarheid dan de arts. Hij heeft verder in zijn rapport van 19 juli 2022 gereageerd op de beroepsgronden van eiseres.
10. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft alle klachten van eiseres en de informatie van de behandelaars betrokken in zijn beoordeling. Gelet op deze onderzoeksactiviteiten is de rechtbank van oordeel dat het medische rapport zorgvuldig tot stand is gekomen. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft bovendien eenduidig, inzichtelijk en zonder tegenstrijdigheden uitgelegd hoe zijn beoordeling tot stand is gekomen. Dat betekent dat het rapport aan de drie voorwaarden voldoet.
De medische beoordeling
11. De arts heeft aangenomen dat eiseres beperkt wordt door lichamelijke klachten (discopathie cervicaal/HNP/status na operatie, schouderklachten links). In de FML heeft de arts beperkingen opgenomen voor sociaal functioneren, fysieke omgevingseisen, dynamische handelingen en statische houdingen.
12
.De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in het rapport van 5 oktober 2021 uiteengezet op welke punten hij tot een andere conclusie dan de arts komt. Voor de éénogige visus en partiële doofheid neemt hij aanvullende beperkingen op in de rubriek sociaal functioneren. Verder wordt eiseres aanvullend beperkt geacht met betrekking tot de handfunctie links en rechts. Naar aanleiding van de beroepsgronden van eiseres heeft hij in de FML de toelichting op bepaalde punten aangepast.
13. Eiseres voert aan zij verdergaand beperkt wordt door haar nekhernia. Zij kan niet langer dan één uur achtereen zitten, omdat de pijn dan naar haar nek en schouders trekt. Verder vindt zij dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep ten onrechte geen beperking heeft aangenomen op de fijne motoriek van de handen en vingers.
14
.De rechtbank vindt dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep voldoende heeft uitgelegd waarom niet meer of andere beperkingen zijn aangenomen. Als iemand het niet eens is met een oordeel van een verzekeringsarts, dan moet hij of zij dat onderbouwen met (andere) medische stukken. Eiseres heeft dit niet gedaan. Gelet hierop ziet de rechtbank in wat eiseres heeft aangevoerd geen aanleiding te twijfelen aan de juistheid van de medische onderbouwing van het besluit.
De arbeidskundige beoordeling
15. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft op grond van de FML functies (beroepen/werkzaamheden) gevonden die eiseres met haar medische beperkingen in theorie nog kan uitvoeren. Het gaat om:
- ( sbc-code 315120) Medewerker receptie;
- ( sbc-code 315150) Medewerker klant en service (podia);
- ( sbc-code 261011) Parkeerwachter.
De schatting is gebaseerd op deze functies. Als reservefunctie heeft hij de functie (sbc-code 267060) Medewerker quality control vermeld.
16. Eiseres vindt dat de geduide functies niet passend zijn. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft vastgesteld dat eiseres niet optimaal kan functioneren in een lawaaierige omgeving, dat zij mensen moet kunnen aankijken en dat ze niet kan deelnemen aan drukke groepsgesprekken. Ook moet eiseres liever niet werken in een omgeving waarin op basis van gehoor gevaar kan worden onderscheiden. In de functie van Medewerker receptie is er sprake is van veelvuldig klantcontact, kunnen meerdere mensen tegelijk in gesprek zijn, is het aannemelijk dat eiseres bezoekers niet kan aankijken en lijkt de werkruimte niet rustig. Zij verzoekt de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep te motiveren waarom deze functie toch geschikt is. In de functie van Medewerker klant en service gaat het om een drukke, lawaaierige werkplek. Eiseres vindt dat de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep daarom moet motiveren waarom de belastbaarheid van eiseres ten aanzien van gehoor in deze functies niet overschreden wordt. Met betrekking tot deze functie vindt eiseres bovendien dat, gezien de – duidelijk zichtbare – standsafwijking van haar rechteroog, en gelet op artikel 9 onder e van het Schattingsbesluit, van een werkgever niet verlangd kan worden om eiseres voor deze functie aan te nemen. De functie Medewerker quality control vindt eiseres gelet op de hand- en vingerbeperkingen niet passend. Zij is beperkt in haar fijne motoriek en dit heeft ze wel nodig in deze functie. Tot slot vindt eiseres de functie van Parkeerwachter gezien haar gehoorproblematiek niet passend, omdat er een persoonlijk risico is als zij in een garage met verkeer een ronde loopt, omdat zij niet kan horen van welke kant het verkeer komt. Zij kan bovendien geen functies uitvoeren waarbij geluid als signaalfunctie geldt.
17. De rechtbank vindt dat de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep in zijn rapport van 30 november 2021, en in de aanvullende rapporten van 23 maart 2022 en 21 juli 2022 voldoende heeft uitgelegd waarom de geduide functies geen overschrijdingen opleveren van de belastbaarheid van eiseres. Voor de functie van Medewerker receptie wordt weliswaar in de nabijheid van een andere receptioniste gewerkt, maar deze bevindt zich op voldoende afstand. Er is geen sprake van een druk groepsgesprek. Uit het feit dat klanten op een andere rustige werkplek worden na gebeld, volgt volgens de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep niet dat de andere werkzaamheden mogelijk in een onrustige werkomgeving plaatsvinden.
18. In de functie van Medewerker klant en service (podia) is er volgens de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep geen sprake van een lawaaierige of rumoerige omgeving. Ook overleg met de verzekeringsarts bezwaar en beroep over de vraag of eiseres in staat is om in het dagelijks werk gesprekken te voeren, heeft niet geleid tot de conclusie dat eiseres ongeschikt is voor deze functie. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in de FML de toelichting bij item 2.2 vervangen, omdat het niet juist is dat iemand die eenzijdig doof is, niet in een lawaaierige omgeving zou kunnen functioneren. De toelichting wordt veranderd in ‘Betrokkene kan niet optimaal functioneren in een lawaaierige omgeving. Moet cliënten kunnen aankijken. Geen drukke groepsgesprekken, wel normaal spraak verstaan’. Volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft eiseres vanaf 2008 tot aan haar ziekmelding de maatgevende arbeid verricht zonder dat de doofheid aan haar linkeroor belemmerend was. Gelet hierop is de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep van oordeel dat de belastbaarheid van eiseres op gehoor niet wordt overschreden. De standsafwijking van het rechteroog vindt de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep geen reden om aan te nemen dat zij geen representatief uiterlijk heeft, of dat ze niet werkzaam kan zijn in een representatieve functie. Bovendien stelt de werkgever in de functie van Medewerker klant en service geen eisen aan het uiterlijk.
19. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft ook, na overleg met de verzekeringsarts bezwaar en beroep, gemotiveerd waarom de gehoorbeperking van eiseres geen belemmering oplevert in de functie van Parkeerwacht. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft de toelichting bij item 2.12.6 veranderd in ‘betrokkene kan met het linkeroor geen gevaarlijke geluidssignalen opvangen c.q. waarnemen’. Ook met in achtneming van deze toelichting vindt de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep dat eiseres in staat is de functie van Parkeerwachter uit te oefenen. Eiseres heeft haar gehoor niet nodig om te bepalen waar ‘het gevaar’ vandaan komt. Zij kan dit compenseren door (meer) alert te zijn op haar omgeving. Bovendien neemt eiseres in het dagelijks leven deel aan het verkeer, en compenseert zij haar verminderde gehoor door meer te kijken. Eiseres wordt in staat geacht om bij inbraak of brand de alarmen waar te nemen, omdat zij niet volledig doof is.
20. Deze toelichtingen zijn voor de rechtbank begrijpelijk. De rechtbank vindt dan ook dat het UWV voldoende duidelijk heeft onderbouwd, dat eiseres in staat is de functies te vervullen.
21. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft berekend dat eiseres op de datum in geding met de middelste van de geduide functies 74,27% kan verdienen van het loon dat zij voorheen verdiende als medewerkster vlees, zodat eiseres voor de overige 25,73% arbeidsongeschikt is.

De conclusie van de rechtbank

22. Omdat eiseres minder dan 35% arbeidsongeschikt is heeft het UWV de WIAuitkering terecht beëindigd.
23. Het beroep van eiseres is ongegrond. Dit betekent dat zij geen gelijk krijgt. Omdat eiseres in beroep geen gelijk krijgt, worden de door haar gemaakte proceskosten en het betaalde griffierecht niet vergoed.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan op 7 november 2022 door mr. M.A. Broekhuis, rechter, in aanwezigheid van mr. J.B.C. Hoeksel, griffier
.
griffier
rechter
De uitspraak is verzonden op
en zal binnen een week na deze datum openbaar gemaakt worden door publicatie op rechtspraak.nl.

Als u het niet eens bent met deze uitspraak

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.

Voetnoten

1.Het Sociaal Medisch Oordeel is getoetst en akkoord bevonden door een verzekeringsarts.