ECLI:NL:RBZWB:2022:6537

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
30 maart 2022
Publicatiedatum
7 november 2022
Zaaknummer
21-018804
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing op klaagschrift ex artikel 552a Sv inzake inbeslagname van auto gebruikt bij woningoverval

Op 30 maart 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beslissing genomen op een klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend door klaagster, die de teruggave van haar in beslag genomen auto verzocht. De auto was in beslag genomen omdat deze zou zijn gebruikt bij een woningoverval. Klaagster, vertegenwoordigd door haar raadsvrouw mr. S. van Minderhout, stelde dat zij geen wetenschap had van het gebruik van de auto voor strafbare feiten en dat het onwaarschijnlijk was dat de strafrechter de auto later zou verbeurd verklaren. De officier van justitie, mr. R.S. Jacobs, betwistte dit en concludeerde tot ongegrondverklaring van het klaagschrift, stellende dat klaagster op de hoogte was van de woningoverval en dat de auto daarom verbeurd zou kunnen worden verklaard.

De rechtbank overwoog dat het onderzoek in raadkamer naar aanleiding van een klaagschrift summier van aard is en dat de rechter niet kan worden gevergd om in te gaan op de mogelijke uitkomst van een hoofdzaak. De rechtbank stelde vast dat de inbeslagname van de auto was gebaseerd op artikel 94 Sv, dat inbeslagneming toestaat van voorwerpen die kunnen dienen om de waarheid aan de dag te brengen of om wederrechtelijk verkregen voordeel aan te tonen. De rechtbank concludeerde dat het niet hoogst onwaarschijnlijk was dat de strafrechter de auto later zou verbeurd verklaren, gezien de verdenkingen en de getuigenverklaring die in het dossier aanwezig was.

Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het klaagschrift ongegrond, wat betekent dat de inbeslagname van de auto in stand blijft. Deze beslissing werd genomen door mr. J.C. Gillesse, in tegenwoordigheid van griffier I.L. Bruijnooge, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting. Tegen deze beslissing kan binnen veertien dagen beroep in cassatie worden ingesteld door het Openbaar Ministerie of de klager.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Locatie Middelburg
Pk-nummer: 02-318314-21
rk-nummer: 21-018804
Beslissing op het klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering.
Beslissing op het klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) ingekomen ter griffie op 3 december 2021 met betrekking tot voorwerpen, in beslag genomen in de zaak van:
[verdachte]
geboren op [geboortedag 1] 1988 te [geboorteplaats 1] .
Beslagene is
[klaagster],
geboren op [geboortedag 2] 1981 te [geboorteplaats 2]
wonende te [woonadres] ,
hierna te noemen: klaagster,
ter zake domicilie kiezende ten kantore van haar raadsvrouw mr. S. van Minderhout, advocaat te Breda, op het adres Parkstraat 10, 4818 SJ Breda.

1.De procedure.

De procedure blijkt onder meer uit de volgende stukken:
  • het klaagschrift met bijlagen, dat - ondertekend namens klager - op 3 december 2021 is ingediend ter griffie van het op grond van artikel 552a van het wetboek van strafvordering bevoegde gerecht;
  • de kennisgeving van inbeslagneming (artikel 94 Sv);
  • alle overige stukken.
Het klaagschrift is behandeld op de openbare zitting van de enkelvoudige raadkamer op 16 maart 2022. Aldaar zijn verschenen en gehoord de gemachtigd raadsvrouw mr. S. van Minderhout en de officier van justitie in het arrondissement Zeeland-West-Brabant, mr. R.S. Jacobs.
Klaagster is behoorlijk opgeroepen maar niet bij de behandeling van het klaagschrift verschenen.

2.De beoordeling.

De raadsvrouw van klaagster voert aan dat de inbeslaggenomen auto terug moet worden gegeven aan klaagster. Klaagster had geen wetenschap dat de auto gebruikt zou worden om een strafbaar feit mee te plegen. Het is dan ook hoogs onwaarschijnlijk dat de strafrechter later oordelend de auto verbeurd zal verklaren. Klaagster wordt bezwaard door de inbeslagname en heeft een groot persoonlijk belang bij de teruggave van haar auto. Het belang van strafvordering verzet zich niet tegen de gevraagde teruggave. De raadsvrouw verzoekt het klaagschrift gegrond te verklaren met last tot teruggave van de auto aan klaagster.
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het beklag. De auto is gebruikt bij een woningoverval. De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat klaagster daarvan op de hoogte was, aangezien zij daarbij aanwezig was. De officier van justitie verwijst naar de verklaring van de getuige Reijnhout op pagina 113 van het procesdossier. De officier van justitie acht het aannemelijk dat de strafrechter later oordelend zal beslissen om de auto verbeurd te verklaren. Het belang van strafvordering verzet zich tegen de gevraagde teruggave, het klaagschrift dient ongegrond te worden verklaard.
De rechtbank overweegt als volgt.
Het beslag op de auto is gelegd op grond van artikel 94 Sv.
Bij de beoordeling stelt de rechtbank voorop dat het onderzoek in raadkamer naar aanleiding van een klaagschrift als bedoeld in artikel 552a Sv een summier karakter draagt. Dat betekent dat van de rechter niet kan worden gevergd ten gronde in de mogelijke uitkomst van een nog te voeren hoofdzaak of ontnemingsprocedure te treden.
Ingevolge artikel 94 Sv zijn vatbaar voor inbeslagneming alle voorwerpen die kunnen dienen om de waarheid aan de dag te brengen of om wederrechtelijk verkregen voordeel aan te tonen en voorts alle voorwerpen waarvan verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer kan worden bevolen.
De rechtbank dient na te gaan of het belang van strafvordering verlangt dat het beslag wordt voortgezet. Hiervan is sprake wanneer het in beslag houden van het voorwerp kan dienen om de waarheid aan de dag te brengen of om wederrechtelijk voordeel aan te tonen dan wel wanneer niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, de verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer van het voorwerp zal bevelen.
De auto van klaagster is in beslag genomen, omdat deze auto zou zijn gebruikt bij het plegen van een woningoverval. Klaagster bevond zich ten tijde van de aanhouding van de verdachte in deze auto. In het dossier bevindt zich tevens een getuigenverklaring [getuige] waaruit naar voren komt dat klaagster wetenschap had van deze woningoverval.
Gelet op de genoemde verdenkingen en het thans voorhanden zijnde dossier, kan niet worden gezegd dat het hoogst onwaarschijnlijk is dat de rechter die later over de zaak zal oordelen, de goederen zal verbeurd verklaren.
De rechtbank is van oordeel dat het belang van strafvordering zich verzet tegen opheffing van het beslag en teruggave van de auto aan klaagster zodat het klaagschrift ongegrond moet worden verklaard.

3.De beslissing.

De rechtbank verklaart het beklag ongegrond.
Deze beslissing is op 30 maart 2022 gegeven door mr. J.C. Gillesse rechter, in tegenwoordigheid van I.L. Bruijnooge, griffier en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.
INFORMATIE RECHTSMIDDEL
Tegen deze beslissing kan door het Openbaar Ministerie binnen veertien dagen na dagtekening van deze beslissing en door de klager binnen veertien dagen na de betekening van deze beslissing
beroep in cassatieworden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden te 's-Gravenhage (artikel 552d lid 2 Wetboek van Strafvordering)