ECLI:NL:RBZWB:2022:6529
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op aanvraag kinderopvangtoeslag
In deze zaak heeft eiser, vertegenwoordigd door mr. I.M. van den Heuvel, beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen omdat deze niet tijdig heeft beslist op zijn aanvraag voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft op 3 november 2022 uitspraak gedaan in deze enkelvoudige kamer. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Belastingdienst op meerdere momenten, te weten 22 augustus, 3 oktober en 25 oktober 2022, niet heeft gereageerd op verzoeken om stukken in te dienen. Dit gebrek aan tijdige besluitvorming heeft geleid tot de mogelijkheid voor eiser om beroep in te stellen. De rechtbank heeft overwogen dat de Belastingdienst in gebreke is gesteld op 7 april 2022 en dat de termijn voor het nemen van een besluit inmiddels is verstreken. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en de Belastingdienst opgedragen om binnen twee weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiser heeft recht op vergoeding van het betaalde griffierecht van € 50,- en een proceskostenvergoeding van € 379,50, omdat het beroep gegrond is verklaard. De rechtbank heeft de uitspraak openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.