ECLI:NL:RBZWB:2022:6523

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
4 april 2022
Publicatiedatum
7 november 2022
Zaaknummer
21-018406
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing op klaagschrift ex artikel 552a Sv inzake inbeslagname van een personenauto

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 4 april 2022 uitspraak gedaan op een klaagschrift van een klager, die zich niet-ontvankelijk verklaard zag in zijn verzoek. Het klaagschrift was ingediend op 25 november 2021 en betrof de inbeslagname van een Mercedes-Benz GLA, die op 24 oktober 2021 in beslag was genomen. De klager was niet verschenen bij de behandeling van het klaagschrift, maar had wel zijn standpunt laten weten. Hij stelde dat de inbeslagname van zijn auto geen redelijk doel diende en dat hij onevenredig werd getroffen door deze maatregel. De officier van justitie daarentegen, stelde dat het beslag gehandhaafd moest blijven, gezien de eerdere aanhoudingen van de klager voor rijden zonder geldig rijbewijs en het gebruik van een vals rijbewijs. De officier van justitie wees erop dat de kans op recidive zeer hoog was en dat de politierechter inmiddels een eindbeslissing had genomen op 28 januari 2022, waardoor het beslag op de auto was geëindigd. De rechtbank oordeelde dat het klaagschrift tijdig was ingediend, maar dat het beslag inmiddels was opgeheven door de eerdere beslissing van de politierechter. Daarom verklaarde de rechtbank de klager niet-ontvankelijk in zijn klaagschrift. De beslissing werd genomen door rechter R.P. Broeders in aanwezigheid van griffier J. van ‘t Westende en werd openbaar uitgesproken op dezelfde dag.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Locatie Breda
parketnummer: 02/288125-21
rk.nummer: 21-018406
Beslissing op het klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering van:
[klager]wonende te [woonadres] ,
woonplaats kiezende ten kantore van mr. M.B. Chylinska, Pieter Ghijsenlaan 24 D, 1506 PV Zaandam
hierna te noemen: klager.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit de volgende stukken:
  • de kennisgeving van inbeslagname op grond van artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering (hierna te noemen: Sv), waaruit blijkt dat op 24 oktober 2021 onder klager in beslag is genomen: een personenauto van het merk, Mercedes-Benz, type, GLA en voorzien van het kenteken; [kenteken] .
  • het klaagschrift, ingediend op 25 november 2021 ter griffie van deze rechtbank ingevolge artikel 552a Sv;
  • het verweerschrift van de officier van justitie;
  • de aantekening mondeling vonnis van de politierechter van deze rechtbank van 28 januari 2022; en
  • de overige stukken uit het bijbehorende raadkamerdossier met voornoemd raadkamernummer.
Het klaagschrift is behandeld in raadkamer op 21 maart 2022. Gehoord is de officier van justitie.
Klager en zijn raadsman zijn behoorlijk opgeroepen, maar niet bij de behandeling van het klaagschrift verschenen.
Namens klager is aangevoerd dat hij bij brief van 24 oktober 2021 op de hoogte is gesteld van de in beslagname van zijn auto. De in beslagname van de auto treft geen redelijk doel. Er is geen enkel belang van strafvordering mee gediend. De auto heeft een substantiële waarde en klager wordt buiten proportioneel geraakt door de in beslagname van de auto. Voor zover er enige vrees op recidive is ten aanzien van het aan klager ten laste gelegde feit overgelegd klager een verklaring van een vriend die zegt hem te zullen vervoeren. Het is hoogst onwaarschijnlijk dat de strafrechter, later oordelend, de auto verbeurd zal verklaren.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het beslag gehandhaafd dient te blijven. Klager is sinds 2019 meermalen aangehouden voor het rijden zonder (geldig) rijbewijs. Daarnaast reed klager rond met een vals rijbewijs. De kans op recidive wordt als zeer hoog ingeschat. In raadkamer heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat het klaagschrift niet-ontvankelijk dient te worden verklaard nu de politierechter, inmiddels, een eindbeslissing heeft genomen.

2.De beoordeling

De raadkamer van de rechtbank is bevoegd tot afdoening van het klaagschrift.
Het klaagschrift is tijdig ingediend.
De rechtbank stelt vast dat het beslag gelegd op grond van artikel 94 Sv reeds is geëindigd omdat de politierechter op 28 januari 2022 een eindbeslissing heeft genomen en heeft bevolen dat de betreffende auto teruggegeven kan worden aan de redelijkerwijs rechthebbende persoon/maatschappij. Het beslag is daarmee geëindigd. De rechtbank zal klager niet ontvankelijk verklaren in zijn beklag.

3.De beslissing

De rechtbank verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn klaagschrift.
Deze beslissing is op 4 april 2022 gegeven door mr. R.P. Broeders, rechter, in tegenwoordigheid van J. van ‘t Westende, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 4 april 2022.
INFORMATIE RECHTSMIDDEL
Tegen deze beslissing kan door het Openbaar Ministerie binnen veertien dagen na dagtekening van deze beslissing en door de klager binnen veertien dagen na de betekening van deze beslissing
beroep in cassatieworden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden te 's-Gravenhage (artikel 552d lid 2 Wetboek van Strafvordering).