ECLI:NL:RBZWB:2022:6502

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
24 augustus 2022
Publicatiedatum
4 november 2022
Zaaknummer
9760390_E24082022
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Sierkstra
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verjaring van betalingsvordering en proceskostenveroordeling

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, vorderde bol.com B.V. betaling van een bedrag van € 277,92 van de gedaagde, die in persoon procedeerde. De vordering was gebaseerd op een onbetaalde factuur van 12 juli 2016, waarvoor bol.com diverse sommatiebrieven had verzonden. De gedaagde stelde dat hij nooit op de hoogte was gesteld van de vordering en deed een beroep op verjaring. De kantonrechter oordeelde dat de verjaringstermijn van twee jaar, zoals bepaald in artikel 7:28 BW, was verstreken. De rechtbank concludeerde dat de door bol.com overgelegde sommatiebrieven niet tijdig waren verzonden, waardoor de verjaring niet was gestuit. De brieven die bol.com na de verjaringstermijn had verzonden, waren naar een verkeerd adres gestuurd, waardoor niet kon worden vastgesteld dat de gedaagde deze had ontvangen. De vordering van bol.com werd afgewezen en bol.com werd veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde, die op nihil werden vastgesteld, aangezien de gedaagde geen kosten had gemaakt die voor vergoeding in aanmerking kwamen. Het vonnis werd uitgesproken op 24 augustus 2022.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster I Civiele kantonzaken
Breda
zaaknummer 9760390 CV EXPL 22-938
vonnis van 24 augustus 2022
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
bol.com B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Amsterdam, mede kantoorhoudende te Utrecht,
eiseres,
gemachtigde: GGN Mastering Credit B.V., gevestigd te Tilburg,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
procederend in persoon.
Partijen worden door de kantonrechter hierna “bol.com” en “ [gedaagde] ” genoemd.

1.Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit de volgende stukken:
a. de dagvaarding van 4 maart 2022 met producties;
b. het extract audiëntieblad van de rolzitting van 30 maart 2022, waaruit de conclusie van antwoord blijkt, met producties;
c. de conclusie van repliek met producties;
d. het extract audiëntieblad van de rolzitting van 22 juni 2022, waaruit de conclusie van dupliek blijkt.
Hierna is uitspraak bepaald.

2.Het geschil en de beoordeling daarvan

2.1.
Bol.com vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 277,92, te vermeerderen met de wettelijke over € 213,93 vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van de volledige betaling alsmede [gedaagde] in de proceskosten te veroordelen.
Bol.com legt aan haar vordering -samengevat- ten grondslag dat [gedaagde] tekort is geschoten in de nakoming van zijn betalingsverplichtingen door de factuur van 12 juli 2016 van € 213,93, ondanks sommaties, niet aan haar te voldoen.
De buitengerechtelijke incassokosten van € 40,- worden gevorderd op grond van artikel 6:96 Burgerlijk Wetboek (BW) en het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten.
De wettelijke rente -tot datum dagvaarding berekend op een bedrag van € 23,99- wordt gevorderd op grond van het bepaalde in artikel 6:119 BW.
2.2.
[gedaagde] heeft, naar de kantonrechter begrijpt, een beroep gedaan op verjaring. Zo heeft hij in de conclusie van antwoord gesteld:
“Ik heb van deze vordering voor het eerst vernomen toen de dagvaarding aan mij werd uitgebracht”. In de conclusie van dupliek heeft hij dat dat standpunt gehandhaafd:
“Ik blijf erbij dat ik nooit eerder op de hoogte ben gesteld van deze vorderring van bol.com.”
2.3.
Het beroep op verjaring slaagt. Dit wordt als volgt gemotiveerd.
2.3.1.
Artikel 7:28 BW bepaalt dat het recht op betaling van de koopprijs verjaart door het verloop van twee jaren. Deze verjaring kan echter worden gestuit door het instellen van een eis of iedere andere daad van rechtsvervolging (artikel 3:316 lid 1 BW) of door een schriftelijke aanmaning c.q. schriftelijke mededeling waarin de schuldeiser zich ondubbelzinnig zijn recht op nakoming voorbehoudt (artikel 3:317 lid 1 BW). De aanmaning c.q. schriftelijke mededeling moet, om haar werking te hebben, die persoon ook hebben bereikt (artikel 3:37 lid 3 BW).
2.3.2.
De door bol.com gevorderde factuur dateert van 12 juli 2016. De bij dagvaarding overgelegde sommatiebrieven van 3 oktober 2017, 24 oktober 2017 en 13 november 2017 zijn naar het in de BRP-geregistreerde adres van [gedaagde] ( [adres 1] ) gezonden, waardoor -uitgaande van de ontvangst van (één van) de hiervoor genoemde brieven- de verjaringstermijn op dat moment tijdig is gestuit.
2.3.3.
Bol.com heeft vervolgens bij conclusie van repliek twee brieven (brief van 9 februari 2021 en 27 januari 2022) overgelegd, waaruit volgens bol.com blijkt dat [gedaagde] vóór de dagvaarding wel van de vordering op de hoogte was. De kantonrechter stelt in de eerste plaats vast dat deze brieven eerst ná het verstrijken van de verjaringstermijn van twee jaar zijn verzonden, waardoor de verjaringstermijn niet langer tijdig is gestuit. Bovendien zijn de brieven gezonden naar een adres ( [adres 2] ), waar [gedaagde] volgens de gegevens uit de BRP niet meer woonachtig was, zodat niet vastgesteld kan worden dat deze brieven [gedaagde] ook daadwerkelijk hebben bereikt.
2.3.4.
De conclusie kan dan ook geen andere zijn dan dat de vordering van bol.com verjaard is. Haar vordering zal daarom worden afgewezen.
2.4.
Bol.com zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten van [gedaagde] . Die kosten worden vastgesteld op nihil. Gesteld noch gebleken is dat [gedaagde] door een professioneel gemachtigde is bijgestaan of dat hij anderszins kosten heeft gemaakt die voor vergoeding in aanmerking komen als bedoeld in artikel 238 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

3.De beslissing

De kantonrechter:
- wijst de vordering af;
- veroordeelt bol.com in de proceskosten van [gedaagde] , vastgesteld op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. Sierkstra en is in het openbaar uitgesproken op
24 augustus 2022.