Op 4 november 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van twee winkeldiefstallen. De feiten vonden plaats op 1 juli 2022 en 11 juli 2022 in Goes, waar de verdachte respectievelijk twee blikken bier en een croissant heeft gestolen. De rechtbank heeft de zaak inhoudelijk behandeld op 21 oktober 2022, waarbij de officier van justitie en de verdediging hun standpunten hebben gepresenteerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat de officier van justitie ontvankelijk was in de vervolging. De rechtbank heeft de tenlastelegging beoordeeld en de verdachte is schuldig bevonden aan beide diefstallen. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten.
Bij de strafoplegging heeft de rechtbank rekening gehouden met het strafblad van de verdachte, dat meerdere eerdere veroordelingen voor soortgelijke feiten vertoonde. De officier van justitie had een onvoorwaardelijke ISD-maatregel van twee jaar gevorderd, terwijl de verdediging pleitte voor een zorgmachtiging. De rechtbank oordeelde dat de ISD-maatregel noodzakelijk was om de recidive te beperken en de maatschappij te beschermen, gezien de hardnekkige problematiek van de verdachte op meerdere leefgebieden. De rechtbank heeft de ISD-maatregel opgelegd voor de duur van twee jaar, zonder aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht. De beslissing is gebaseerd op de artikelen 38m, 38n, 57, 63 en 310 van het Wetboek van Strafrecht.