Uitspraak
1.[eisers]
1.Het verloop van het geding
2.Het geschil
3.De beoordeling
‘Het verkochte bezit thans de feitelijke eigenschappen die nodig zijn voor een normaal gebruik als recreatiechalet.’
Twee urineplekken in de gang;
Eén urineplek in de badkamer bij de toiletpot;
4 lekkageplekken elders:
Afvoer van de wasmachine lekt;
Onder het chalet, afvoer van de keuken;
Een rotte plek bij de douchbak;
De wc pot lekt als je hem doorspoelt.
Gebrek aan isolatie onder het chalet, door stank (vanwege urine en uitwerpselen van ongedierte).
het vochtprobleem in de gang van het chaletoordeelt de kantonrechter als volgt. [eisers] stelt dat het vochtprobleem in de gang is veroorzaakt door het urineren van de honden van [gedaagde] in de gang. Deze stelling wordt onderbouwd door het rapport van de expert. De expert vermeld in de rapportage immers dat de houten vloer is doordrenkt met vocht (urine) en de gemeten waardes als volledig verzadigd nat kunnen worden beoordeeld. Tijdens de zitting heeft [gedaagde] gesteld dat [eisers] hem de vochtplekken nog heeft laten zien en dat er inderdaad urine lag en dat het vochtig was. Hij heeft verder erkent dat één van zijn honden inderdaad weleens in de gang urineerde. Hij stelt weliswaar dat hij dit altijd meteen opruimde en het zo weinig was dat dit geen vochtproblemen heeft kunnen veroorzaken, maar hij heeft deze stelling niet nader onderbouwd terwijl dit gelet op de – door [gedaagde] niet betwiste constateringen van de expert en zijn eigen constatering van de vochtplek– wel op zijn weg had gelegen. De kantonrechter gaat er dan ook vanuit dat het vochtprobleem in de gang, een met vocht (urine) doordrenkte houten vloer, niet door een enkele keer urineren door één van de honden van [gedaagde] is veroorzaakt en dat hij dit moet hebben geweten. [gedaagde] had [eisers] hiervan voor het sluiten van de koopovereenkomst op de hoogte hebben moeten stellen. Daarnaast heeft de deskundige aangegeven dat de urineaantastingen en de doorgerotte vloer als gevolg, een normaal gebruik van het chalet in de weg staat. Ook dit is door [gedaagde] niet, dan wel onvoldoende onderbouwd weersproken. Dit maakt dat sprake is van non-conformiteit, op grond waarvan [gedaagde] ook aansprakelijk kan worden gehouden. [gedaagde] is ten aanzien van dit punt in gebreke gesteld. [gedaagde] heeft als verweer nog aangevoerd dat hem een onredelijk korte termijn van anderhalve week is geboden het gebrek te herstellen. De kantonrechter acht deze termijn niet onredelijk. Dat [gedaagde] indien hem een langere termijn was geboden wel tot herstel zou zijn overgegaan, is bovendien niet gesteld of gebleken.
lekkages bij de wasmachine, douchebak, keuken en toilet. Het bestaan van deze lekkages is door [gedaagde] onvoldoende betwist. Dat deze lekkages zodanig waren, dat [gedaagde] deze gebreken kende of behoorde te kennen en mededeling over had moeten doen, is onvoldoende onderbouwd. Ook in het rapport van de deskundige is over deze lekkages niets opgenomen. De lekkages zijn kleine gebreken die eenvoudig te verhelpen zijn. Dat deze lekkages het normaal gebruik van het chalet als recreatiechalet in de weg staan is onvoldoende onderbouwd en ook anderszins niet gebleken. De vorderingen die betrekking hebben op deze lekkages, zullen dan ook worden afgewezen.
rot in de vloer van de woonkameroordeelt de kantonrechter als volgt. Pas in het derde rapport van de deskundige van 28 december 2021 wordt kort aangehaald dat ook de woonkamervloer doorgerot zou zijn. In alle drie de rapporten wordt aangegeven dat er ter controle een vochtmetingen in de vloer van de woonkamer zijn gedaan en er geen sprake was van verhoogde vochtwaardes en de vloer niet is aangetast. De deskundige heeft weliswaar in het derde rapport aangevuld dat sprake zou zijn van rot in de vloer van de woonkamer, maar een toelichting op dit punt ontbreekt. Gezien de deskundige op 23 juni 2021 het chalet heeft bezocht en in de eerste twee rapporten geen melding heeft gemaakt van dit vermeende gebrek, heeft de deskundige niet zelf de vermeende rotte plekken in de vloer van de woonkamer waargenomen. Dit deel van de vordering wordt dan ook als onvoldoende onderbouwd afgewezen. Ten overvloede wordt opgemerkt dat [gedaagde] ten aanzien van dit vermeende gebrek niet in gebreke is gesteld en er daarom geen sprake is van verzuim aan zijn kant.
schoonmaakkostenvordert [eisers] van [gedaagde] . Er zou sprake zijn geweest van
overlast van ongedierte, een rattenplaag. De uitwerpselen en kadavers onder het chalet, zouden stankoverlast veroorzaken. [gedaagde] heeft hierover geen mededeling gedaan aan [eisers] . [gedaagde] heeft ten aanzien van dit punt verklaard dat er inderdaad een rattenplaag is geweest op het park. Dat er in het chalet sprake zou zijn van stankoverlast, wordt door [gedaagde] betwist. Op basis van foto’s van de uitwerpselen en kadavers heeft de deskundige gerapporteerd dat vanwege de grote hoeveelheid er waarschijnlijk sprake is geweest van een jarenlange plaag. [gedaagde] had [eisers] voorafgaand aan het sluiten van de koopovereenkomst van de rattenplaag op de hoogte moeten stellen. Hiermee heeft hij zijn mededelingsplicht geschonden en is hij aansprakelijk voor de door [eisers] geleden schade. Het deel van de vordering dat betrekking heeft op het professioneel reinigen onder het chalet, een bedrag van € 360,- zal worden toegewezen.
€ 637,67