ECLI:NL:RBZWB:2022:6426

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
26 oktober 2022
Publicatiedatum
3 november 2022
Zaaknummer
9950289_E26102022
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • M. Tilman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Non-conformiteit bij de verkoop van een recreatiechalet met gebreken

In deze civiele zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 26 oktober 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eisers en gedaagde over de verkoop van een recreatiechalet. Eisers, vertegenwoordigd door mr. M. Barendregt, hebben gedaagde, vertegenwoordigd door mr. C.C.J. Mouwen, aangeklaagd wegens non-conformiteit van het chalet, dat gebreken vertoonde die normaal gebruik als recreatiechalet in de weg stonden. De eisers vorderden een schadevergoeding van € 17.874,32, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. Gedaagde heeft verweer gevoerd en de vordering afgewezen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het chalet, dat op 7 mei 2021 was geleverd, gebreken vertoonde, waaronder vocht- en urineplekken, en dat gedaagde zijn mededelingsplicht heeft geschonden door deze gebreken niet te melden. De deskundige heeft vastgesteld dat de gebreken het normaal gebruik van het chalet belemmerden. De rechtbank heeft de vordering van eisers gedeeltelijk toegewezen, waarbij de herstelkosten van € 5.740,62 zijn toegewezen, evenals de wettelijke rente vanaf 24 februari 2022. De proceskosten zijn gecompenseerd, en gedaagde is veroordeeld tot betaling van de nakosten indien hij niet binnen veertien dagen aan het vonnis voldoet.

De uitspraak benadrukt de verplichtingen van verkopers om gebreken te melden en de gevolgen van non-conformiteit in het kader van de koopovereenkomst, zoals vastgelegd in artikel 7:17 BW. De rechtbank heeft de vordering van eisers voor het overige afgewezen, waarbij de rechter de hoogte van de gevorderde schadevergoeding als onvoldoende onderbouwd heeft afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Cluster I Civiele kantonzaken
Tilburg
zaak/rolnr.: 9950289 CV EXPL 22-2348
vonnis d.d. 26 oktober 2022
inzake

1.[eisers]

2. [eisers]
beiden wonende te [woonplaats eisers]
eisers,
hierna gezamenlijk te noemen: [eisers]
gemachtigde: mr. M. Barendregt, kantoorhoudende te Leusden,
tegen
[gedaagde]
wonende te [woonplaats gedaagde]
gedaagde,
gemachtigde: mr. C.C.J. Mouwen, advocaat te Tilburg.

1.Het verloop van het geding

Het verloop van de procedure blijkt uit de volgende stukken:
a. de dagvaarding van 20 juni 2022 met producties;
b. de conclusie van antwoord met producties;
c. het tussenvonnis van 10 augustus 2022;
d. de aantekeningen van de op 23 september 2022 gehouden mondelinge behandeling.

2.Het geschil

2.1
[eisers] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen tot betaling van € 17.874,32, vermeerderd met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 24 februari 2022 tot aan de dag dat alles is betaald, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten en de nakosten.
2.2
[gedaagde] voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vordering, met veroordeling van [eisers] in de proceskosten en de nakosten.

3.De beoordeling

3.1
Tussen partijen staat het volgende vast:
- [eisers] heeft van [gedaagde] een recreatiechalet gelegen aan de [adres] (hierna: het chalet) gekocht voor een prijs van € 90.000,-. De levering heeft plaatsgevonden op 7 mei 2021.
- In de akte van levering van 7 mei 2021 staat ten aanzien van het gebruik het volgende:
‘Het verkochte bezit thans de feitelijke eigenschappen die nodig zijn voor een normaal gebruik als recreatiechalet.’
- Het chalet is ruim 20 jaar oud en bevindt zich op een recreatiepark. Het chalet wordt gebruikt voor permanente bewoning.
- [eisers] is voor het sluiten van de koopovereenkomst eenmaal onaangekondigd bij [gedaagde] langsgekomen om het chalet te bekijken. Daarna heeft [eisers] het chalet nog vier a vijfmaal bekeken. Dit was steeds op afspraak.
- Voor het sluiten van de koopovereenkomst heeft [eisers] een bouwkundig rapport laten opstellen. [eisers] mocht vanwege de toen geldende Corona-maatregelen niet bij de bouwkundige inspectie aanwezig zijn.
- [eisers] heeft nadat hij vermeende gebreken aan het chalet had ontdekt, een expert ingeschakeld om het chalet nader te onderzoeken. Het onderzoek van een expert van het [bedrijf] heeft op 23 juni 2021 plaatsgevonden. Op 8 juli 2021, 23 juli 2021 en 28 december 2021 is er door de expert een rapportage uitgebracht.
- [gedaagde] is uitgenodigd om bij het expertiseonderzoek van 23 juni 2021 aanwezig te zijn, maar heeft de aangetekende brief met daarin de uitnodiging niet afgehaald.
- In het rapport van de expert van 8 juli 2021 zijn de volgende bevindingen opgenomen ten aanzien van vocht en urineplekken in het chalet:
‘In het chalet hebben wij het vinyl in de gang en in de badkamer omhoog getrokken om de houten vloer van het chalet te beoordelen. Daarbij constateerden wij een zwarte uitslag op de vloer en een geur van urine. (…)
Om te beoordelen of er sprake is van vocht in de vloer hebben wij vochtmetingen uitgevoerd (…).
Aan de hand van deze metingen stellen wij vast dat de houten vloer is doordrenkt met vocht (urine). Wij meten waardes tussen de 90 en 100 digit, wat als volledig verzadigd nat kan worden beoordeeld, (…).
Ter controle hebben wij vochtmetingen uitgevoerd in de vloer van de woonkamer en in de wand tussen de badkamer/gang en de woonkamer, deze onderdelen vertonen geen verhoogde vochtwaardes en zijn ons inziens niet aangetast.(…)
Gezien de zeer forse aantastingen aan de vloer, en de houten vloerplaten op deze locatie inmiddels rot zijn, kunnen wij met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid vaststellen dat het proces van urineren op deze locatie al meerdere jaren gaande is.(…)’
En de volgende bevindingen zijn opgenomen ten aanzien van fecaliën en kadavers:
‘(…) Nadat uw cliënt de ruimte onder het chalet had onderzocht, constateerde hij een grote hoeveelheid uitwerpselen van muizen en ratten. Ook werden kadavers van ratten en bloedsporen aangetroffen. Vanwege de ondragelijke stank heeft uw cliënt de ruimte onder het chalet inmiddels door een daartoe gespecialiseerd bedrijf laten reinigen.
(…)
Gezien de grote hoeveelheid fecaliën is er ons inziens sprake van een jarenlange plaag van muizen en ratten onder het chalet.’
Het volgende is samenvattend en concluderend opgemerkt door de expert:
‘Vanwege de stank in het chalet door fecaliën en de momenteel sterk aanwezige urinelucht is het chalet ons inziens feitelijk niet bewoonbaar. De urineaantastingen in de vloer en het feit dat de vloer deels is doorgerot in de badkamer en gang staan een normaal gebruik van het chalet als recreatiechalet in de weg.’
In het rapport van de expert van 28 december 2021 is de hiervoor als laatst geciteerde zin als volgt aangevuld:
‘(…)De urineaantastingen in de vloer en het feit dat de vloer deels is doorgerot in de badkamer, de gang en woonkamer staan een normaal gebruik van het chalet als recreatiechalet in de weg.’
- Voordat het onderzoek van de expert op 23 juni 2021 plaatsvond, heeft [eisers] de ruimte onder het chalet laten reinigen. De kosten hiervoor bedroegen € 360,-.
- In het rapport van de expert van 8 juli 2021 worden de herstelkosten in totaal beraamd op € 4.840,- en als volgt gespecificeerd:
Gangwand, kozijnen en deuren verwijderen € 270,-
Bad, douchecabine en leidingen demonteren € 360,-
Vloer badkamer en gang verwijderen € 720,-
Leveren en aanbrengen nieuwe houten vloer € 1.330,-
Leveren en aanbrengen nieuwe gangwand € 1.020,-
Plafond herstellen langs de gangwand € 135,-
Terugplaatsen kozijnen en deuren € 185,-
Bad, douchcabine en leidingen terugplaatsen € 570,-
Reinigen chalet € 250,-
- In het rapport van de expert van 23 juli 2021 worden de herstelkosten in totaal beraamd op € 6.095,- en als volgt gespecificeerd:
Gangwand, kozijnen en deuren verwijderen € 370,-
Bad, douchecabine en leidingen demonteren € 460,-
Vloer badkamer en gang verwijderen € 720,-
Leveren en aanbrengen nieuwe houten vloer € 1.660,-
Leveren en aanbrengen nieuwe gangwand € 1.250,-
Plafond herstellen langs de gangwand € 235,-
Terugplaatsen kozijnen en deuren € 300,-
Bad, douchcabine en leidingen terugplaatsen € 670,-
Reinigen chalet € 250,-
Ten opzichte van het rapport van 8 juli 2021 is de extra kostenpost ‘Leveren en aanbrengen vinyl’ met een herstelbedrag van € 180,- opgenomen.
- In het rapport van de expert van 28 december 2021 worden de herstelkosten in totaal beraamd op € 14.630,- en als volgt gespecificeerd:
Gangwand, kozijnen en deuren verwijderen € 950,-
Bad, douchecabine en leidingen demonteren € 660,-
Vloer badkamer, gang en woonkamer verwijderen € 2.900,-
Leveren en aanbrengen vloerbalken en vloer € 2.385,-
Leveren en aanbrengen nieuwe gangwand € 1.750,-
Plafond herstellen langs de gangwand € 235,-
Terugplaatsen kozijnen en deuren € 300,-
Bad, douchcabine en leidingen terugplaatsen € 910,-
Reinigen chalet € 250,-
Ten opzichte van het rapport van 23 juli 2021 is de extra kostenpost ‘Leveren en aanbrengen isolatie’ met een herstelbedrag van € 2.340,- opgenomen. En de, ook in het rapport van 23 juli 2021 extra opgenomen kostenpost ‘Leveren en aanbrengen vinyl’, heeft in dit rapport een herstelbedrag van € 1.950,-.
- Met de brief van 6 juli 2021 heeft [eisers] [gedaagde] in gebreke gesteld vanwege een aantal door hem geconstateerde vermeende gebreken aan het chalet. [eisers] heeft [gedaagde] een termijn van vier weken gegeven om de vermeende gebreken te (laten) herstellen. [gedaagde] is niet overgegaan tot enig herstel.
- In de ingebrekestelling wordt geklaagd over de volgende geconstateerde gebreken:
1.
Twee urineplekken in de gang;
2.
Eén urineplek in de badkamer bij de toiletpot;
3.
4 lekkageplekken elders:
a.
Afvoer van de wasmachine lekt;
b.
Onder het chalet, afvoer van de keuken;
c.
Een rotte plek bij de douchbak;
d.
De wc pot lekt als je hem doorspoelt.
4.
Gebrek aan isolatie onder het chalet, door stank (vanwege urine en uitwerpselen van ongedierte).
3.2
[eisers] legt, samengevat weergegeven, het volgende aan zijn vordering ten grondslag. [gedaagde] is toerekenbaar tekortgekomen in de nakoming van zijn verplichtingen die volgen uit de tussen partijen bestaande koopovereenkomst. De geconstateerde gebreken aan het chalet, staan een normaal gebruik van het chalet in de weg, er is sprake van non-conformiteit als bedoeld in artikel 7:17 BW. Ook heeft [gedaagde] niet aan zijn mededelingsplicht voldaan. [gedaagde] heeft verzuimd melding te maken van het feit dat zijn honden jarenlang hebben geürineerd in het chalet. Daarnaast heeft [gedaagde] verzuimd mee te delen dat er sprake is van stankoverlast vanwege ongedierte dat jarenlang zijn gang kon gaan onder het chalet. Ook door het schenden van deze mededelingsplicht is [gedaagde] toerekenbaar tekortgekomen in de nakoming van de overeenkomst. Nu [gedaagde] binnen de in de ingebrekestelling gegeven termijn niet is overgegaan tot herstel, verkeert hij in verzuim. [eisers] vordert de door de expert in het rapport van 28 december 2021 beraamde herstelkosten van € 14.630,00 als schadevergoeding, te vermeerderen met de kosten voor het reinigen van de ruimte onder het chalet en het vervangen van de rookgasafvoer van in totaal € 940,27. Daarnaast is [gedaagde] de kosten van het expertiseonderzoek ter hoogte van € 1.373,35 aan hem verschuldigd. Op grond van de wet vordert [eisers] wettelijke rente, buitengerechtelijke incassokosten (€ 930,70) en nakosten.
3.3
[gedaagde] verweert zich samengevat met de volgende stellingen. Het chalet bevat geen gebreken die een normaal gebruik als recreatiechalet in de weg zouden staan. [eisers] is het chalet voorafgaand aan het sluiten van de koopoverkomst meerdere keren komen bezichtigen. [eisers] heeft ook een bouwkundig rapport laten opstellen. Uit dit bouwkundig rapport zijn de nu gestelde gebreken niet gebleken. Dit kan niets anders betekenen dan dat deze gebreken ook niet aanwezig waren. [gedaagde] heeft zelf jarenlang in het chalet gewoond en heeft nooit last van stank of rottende vloeren ervaren. [gedaagde] betwist de door [eisers] gestelde gebreken en voor zover die er al zijn, had hij daarvan geen wetenschap. [gedaagde] heeft zijn mededelingsplicht dan ook niet geschonden.
Mocht toch tot het oordeel worden gekomen dat sprake is van non-conformiteit, is er geen sprake van verzuim. De in de ingebrekestelling gegeven termijn voor herstel is te kort en daarmee geen redelijke termijn. Voor alle na de ingebrekestelling opgevoerde kosten is geen sprake van verzuim, nu [gedaagde] daarvoor niet eerst deugdelijk in gebreken is gesteld.
Ten aanzien van de verschillende expertiserapporten valt op dat de drie rapporten dezelfde onderzoeksdatum van 23 juni 2021 vermelden, maar de herstelkosten steeds zijn verhoogd. Tussen het rapport van 8 juli 2021 en 28 december 2021 zit een verschil van € 10.000,-. In de rapporten wordt geen deugdelijke onderbouwing gegeven voor deze verhogingen.
Er wordt een bedrag van € 1.373,35 aan expertisekosten gevorderd, terwijl de overgelegde factuur een bedrag van € 1.082,95 vermeld. Nu het rapport niet betrouwbaar kan worden geacht, acht [gedaagde] zich overigens in het geheel niet gehouden deze kosten te voldoen.
3.4
Op de overige stellingen van partijen wordt hierna bij de beoordeling, voor zover van belang, ingegaan.
3.5
De kantonrechter oordeelt als volgt.
3.6
[eisers] heeft van [gedaagde] een chalet gekocht die volgens de koopovereenkomst die eigenschappen bezit die nodig zijn voor normaal gebruik als recreatiechalet. Tussen partijen is in geschil of het chalet gebreken bezat, die dit gebruik als recreatiechalet in de weg staan. Indien dit het geval is, is er sprake van non-conformiteit. Dat maakt [gedaagde] schadeplichtig ten aanzien van [eisers] , als ook sprake is van verzuim.
Daarnaast kan [gedaagde] ten aanzien van vermeende gebreken schadeplichtig zijn, indien hij zijn mededelingsplicht heeft geschonden. [gedaagde] was gehouden voor het sluiten van de koopovereenkomst alle gebreken die hij kende of behoorde te kennen aan [eisers] te melden. Ook hier geldt dat hij schadeplichtig is, indien er sprake is van verzuim.
3.7
Ten aanzien van
het vochtprobleem in de gang van het chaletoordeelt de kantonrechter als volgt. [eisers] stelt dat het vochtprobleem in de gang is veroorzaakt door het urineren van de honden van [gedaagde] in de gang. Deze stelling wordt onderbouwd door het rapport van de expert. De expert vermeld in de rapportage immers dat de houten vloer is doordrenkt met vocht (urine) en de gemeten waardes als volledig verzadigd nat kunnen worden beoordeeld. Tijdens de zitting heeft [gedaagde] gesteld dat [eisers] hem de vochtplekken nog heeft laten zien en dat er inderdaad urine lag en dat het vochtig was. Hij heeft verder erkent dat één van zijn honden inderdaad weleens in de gang urineerde. Hij stelt weliswaar dat hij dit altijd meteen opruimde en het zo weinig was dat dit geen vochtproblemen heeft kunnen veroorzaken, maar hij heeft deze stelling niet nader onderbouwd terwijl dit gelet op de – door [gedaagde] niet betwiste constateringen van de expert en zijn eigen constatering van de vochtplek– wel op zijn weg had gelegen. De kantonrechter gaat er dan ook vanuit dat het vochtprobleem in de gang, een met vocht (urine) doordrenkte houten vloer, niet door een enkele keer urineren door één van de honden van [gedaagde] is veroorzaakt en dat hij dit moet hebben geweten. [gedaagde] had [eisers] hiervan voor het sluiten van de koopovereenkomst op de hoogte hebben moeten stellen. Daarnaast heeft de deskundige aangegeven dat de urineaantastingen en de doorgerotte vloer als gevolg, een normaal gebruik van het chalet in de weg staat. Ook dit is door [gedaagde] niet, dan wel onvoldoende onderbouwd weersproken. Dit maakt dat sprake is van non-conformiteit, op grond waarvan [gedaagde] ook aansprakelijk kan worden gehouden. [gedaagde] is ten aanzien van dit punt in gebreke gesteld. [gedaagde] heeft als verweer nog aangevoerd dat hem een onredelijk korte termijn van anderhalve week is geboden het gebrek te herstellen. De kantonrechter acht deze termijn niet onredelijk. Dat [gedaagde] indien hem een langere termijn was geboden wel tot herstel zou zijn overgegaan, is bovendien niet gesteld of gebleken.
Het deel van de vordering dat betrekking heeft op de herstelkosten vanwege de vochtproblemen in de gang, zal worden toegewezen. Dit betreft meer gespecificeerd de volgende herstelwerkzaamheden uit het expertiserapport: - gangwand, kozijnen en deuren verwijderen, - vloer badkamer en gang verwijderen, - leveren en aanbrengen nieuwe houten vloer, - leveren en aanbrengen nieuwe gangwand, - plafond herstellen langs de gangwand, - terugplaatsen kozijnen en deuren.
3.8
Ten aanzien van de hoogte van de herstelkosten en daarmee de hoogte van de schadevergoeding, overweegt de kantonrechter het volgende. Het ligt op de weg van [eisers] om de hoogte van de door hem gevorderde schadevergoeding te onderbouwen. Dit doet hij met het rapport van de deskundige van 28 december 2021. De deskundige heeft het chalet eenmaal bezocht, namelijk op 23 juni 2021. Aan de hand van de eigen waarnemingen op dat moment, heeft de deskundige de kosten beraamd zoals weergegeven in zijn rapport van 8 juli 2021. In de volgende twee rapporten zijn de herstelkosten telkens verhoogd, maar een onderbouwing hiervoor ontbreekt. [eisers] heeft hierover verklaard dat gedurende het uitvoeren van de werkzaamheden, de ernst van de situatie steeds meer zichtbaar werd en de kosten hoger werden. De deskundige heeft dit echter niet zelf waargenomen en ook niet toegelicht in de latere rapporten. Uitgegaan wordt van de herstelkosten met betrekking tot de gang zoals beraamd in het rapport van 8 juli 2021, zie ook hetgeen hierna onder 3.15 is overwogen. Het meer gevorderde wordt als onvoldoende onderbouwd afgewezen.
3.9
[eisers] vordert vervolgens een schadevergoeding vanwege de vier in de ingebrekestelling genoemde
lekkages bij de wasmachine, douchebak, keuken en toilet. Het bestaan van deze lekkages is door [gedaagde] onvoldoende betwist. Dat deze lekkages zodanig waren, dat [gedaagde] deze gebreken kende of behoorde te kennen en mededeling over had moeten doen, is onvoldoende onderbouwd. Ook in het rapport van de deskundige is over deze lekkages niets opgenomen. De lekkages zijn kleine gebreken die eenvoudig te verhelpen zijn. Dat deze lekkages het normaal gebruik van het chalet als recreatiechalet in de weg staan is onvoldoende onderbouwd en ook anderszins niet gebleken. De vorderingen die betrekking hebben op deze lekkages, zullen dan ook worden afgewezen.
3.1
Wat betreft de gevorderde schadevergoeding wegens
rot in de vloer van de woonkameroordeelt de kantonrechter als volgt. Pas in het derde rapport van de deskundige van 28 december 2021 wordt kort aangehaald dat ook de woonkamervloer doorgerot zou zijn. In alle drie de rapporten wordt aangegeven dat er ter controle een vochtmetingen in de vloer van de woonkamer zijn gedaan en er geen sprake was van verhoogde vochtwaardes en de vloer niet is aangetast. De deskundige heeft weliswaar in het derde rapport aangevuld dat sprake zou zijn van rot in de vloer van de woonkamer, maar een toelichting op dit punt ontbreekt. Gezien de deskundige op 23 juni 2021 het chalet heeft bezocht en in de eerste twee rapporten geen melding heeft gemaakt van dit vermeende gebrek, heeft de deskundige niet zelf de vermeende rotte plekken in de vloer van de woonkamer waargenomen. Dit deel van de vordering wordt dan ook als onvoldoende onderbouwd afgewezen. Ten overvloede wordt opgemerkt dat [gedaagde] ten aanzien van dit vermeende gebrek niet in gebreke is gesteld en er daarom geen sprake is van verzuim aan zijn kant.
3.11
Kort na de overdracht van het chalet heeft [eisers] de ruimte onder het chalet professioneel schoon laten maken. Deze
schoonmaakkostenvordert [eisers] van [gedaagde] . Er zou sprake zijn geweest van
overlast van ongedierte, een rattenplaag. De uitwerpselen en kadavers onder het chalet, zouden stankoverlast veroorzaken. [gedaagde] heeft hierover geen mededeling gedaan aan [eisers] . [gedaagde] heeft ten aanzien van dit punt verklaard dat er inderdaad een rattenplaag is geweest op het park. Dat er in het chalet sprake zou zijn van stankoverlast, wordt door [gedaagde] betwist. Op basis van foto’s van de uitwerpselen en kadavers heeft de deskundige gerapporteerd dat vanwege de grote hoeveelheid er waarschijnlijk sprake is geweest van een jarenlange plaag. [gedaagde] had [eisers] voorafgaand aan het sluiten van de koopovereenkomst van de rattenplaag op de hoogte moeten stellen. Hiermee heeft hij zijn mededelingsplicht geschonden en is hij aansprakelijk voor de door [eisers] geleden schade. Het deel van de vordering dat betrekking heeft op het professioneel reinigen onder het chalet, een bedrag van € 360,- zal worden toegewezen.
3.12
Nu de kosten voor het reinigen van het chalet voor een bedrag van € 360,- wordt toegewezen, zal de post reinigen chalet van € 250,- zoals opgenomen in het rapport van de deskundige in de lijst van gespecificeerde herstelkosten, als onvoldoende onderbouwd worden afgewezen.
Ook de vordering vanwege het vervangen van de rookgasafvoer wordt als onvoldoende onderbouwd afgewezen. Dat er gebreken ten aanzien van de rookgasafvoer waren is door [eisers] onvoldoende onderbouwd. Daarnaast is [gedaagde] ten aanzien van dit punt niet in gebreke gesteld, zodat geen sprake is van verzuim, hetgeen wel is vereist om aanspraak op schadevergoeding te maken.
De herstelpost ‘leveren en aanbrengen vinyl’, is niet nader onderbouwd en zal daarom worden afgewezen. Deze herstelpost wordt in het eerste rapport van de deskundige niet genoemd en is zonder nadere toelichting in het tweede rapport van de deskundige opgenomen.
Overigens betreft het een chalet van ruim 20 jaar oud. [eisers] heeft tijdens de mondelinge behandeling aangegeven dat hij zich ervan bewust was dat er iets aan het chalet moest gebeuren en voornemens te zijn geweest het chalet op te knappen en hij daarbij de gehele vloer van het chalet wilde vervangen door laminaat. Naar eigen zeggen was de binnenkant van het chalet een soort ‘bruin café’. Het ging [eisers] volgens zijn eigen verklaring bij de koop met name om de locatie van het chalet.
3.13
De expertisekostenzijn op grond van artikel 6:96 lid 2 sub b BW als redelijke kosten ter vaststelling van de schade toewijsbaar. De stelling van [gedaagde] dat het gehele expertiserapport onbetrouwbaar moet worden geacht, is onvoldoende onderbouwd. De kosten zullen worden toegewezen tot een bedrag van € 1.082,95. Dit zijn de kosten die volgen uit de factuur van 8 juli 2021 die als productie 4 bij de dagvaarding in het geding is gebracht. De meer gevorderde expertisekosten worden als onvoldoende onderbouwd afgewezen.
3.14
[eisers] maakt aanspraak op de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Nu een substantieel deel van de gevorderde hoofdsom wordt afgewezen, is het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar (in de zin van artikel 6:2 BW) om het toepasselijke wettelijke tarief te bepalen aan de hand van de gevorderde hoofdsom. De kantonrechter zal de buitengerechtelijke kosten dan ook toewijzen tot het wettelijke tarief dat hoort bij het aan hoofdsom toegewezen bedrag.
De gevorderde wettelijke rente zal als op de wet gegrond worden toegewezen.
3.15
Samenvattend zal worden toegewezen:
- gangwand, kozijnen en deuren verwijderen € 270,-
- vloer badkamer en gang verwijderen € 720,-
- leveren en aanbrengen nieuwe houten vloer € 1.330,-
- leveren en aanbrengen nieuwe gangwand € 1.020,-
- plafond herstellen langs de gangwand € 135,-
- terugplaatsen kozijnen en deuren € 185,-
- professioneel reinigen onder het chalet € 360,-
- expertisekosten € 1.082,95
- buitengerechtelijke incassokosten inclusief btw
€ 637,67
Totaal € 5.740,62
3.16
Omdat een substantieel deel van de vordering is afgewezen waarbij partijen over en weer in het gelijk zijn gesteld, zullen de proceskosten worden gecompenseerd in die zin dat ieder der partijen de eigen kosten draagt.
3.17
De gevorderde nakosten zullen voorwaardelijk worden toegewezen, voor zover nakosten gemaakt zullen worden en [gedaagde] niet vrijwillig binnen veertien dagen na aanschrijving van [eisers] aan de veroordeling in het vonnis heeft voldaan. Daarbij overweegt de kantonrechter dat [gedaagde] , indien deze door de aanschrijving van [eisers] pas kennis heeft kunnen nemen van de inhoud van het vonnis, de gelegenheid moet worden geboden om binnen een redelijke termijn aan de veroordeling in dit vonnis te voldoen, waarbij een termijn van veertien dagen als een redelijke termijn voor nakoming wordt gezien. De nakosten zullen worden begroot conform landelijk beleid tot een half salarispunt (met een maximum van € 124,-), zijnde een bedrag van € 124,-. De wettelijke rente over het bedrag van € 124,- zal vanaf de vijftiende dag na aanschrijving door [eisers] worden toegewezen.

4.De beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde] om aan [eisers] te betalen een bedrag van € 5.740,62 vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 24 februari 2022 tot aan de dag dat alles is betaald;
compenseert de proceskosten in die zin dat ieder der partijen de eigen kosten draagt;
veroordeelt [gedaagde] , onder de voorwaarde dat deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving door [eisers] volledig aan dit vonnis voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 124,- aan salaris gemachtigde, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na aanschrijving;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Tilman en in het openbaar uitgesproken op 26 oktober 2022.