ECLI:NL:RBZWB:2022:6423
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit UWV inzake Ziektewetuitkering en medische beoordeling
Op 3 november 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen een 28-jarige eiseres en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV). Eiseres had een Ziektewetuitkering ontvangen na een verkeersongeval op 18 oktober 2019, maar het UWV besloot op 27 november 2020 dat zij vanaf 30 november 2020 geen recht meer had op deze uitkering. Eiseres ging in beroep tegen dit besluit, dat door het UWV op 16 april 2021 werd gehandhaafd. Tijdens de zitting op 22 september 2022, waar eiseres via videoverbinding deelnam, werd het UWV vertegenwoordigd door drs. S. Barto.
De rechtbank onderzocht de medische beoordeling van het UWV, waarbij werd vastgesteld dat eiseres niet ongeschikt was voor haar laatst verrichte werkzaamheden als allround medewerkster. De UWV-artsen concludeerden dat er geen objectieve medische beperkingen waren die haar arbeid belemmerden. Eiseres betwistte de zorgvuldigheid van het UWV-onderzoek en voerde aan dat haar beperkingen waren onderschat. De rechtbank oordeelde echter dat het UWV zorgvuldig had gehandeld en dat de medische beoordelingen voldoende onderbouwd waren.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep binnen zes weken na verzending.