Op 3 november 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zundert. De eiser had beroep ingesteld omdat het college volgens hem niet tijdig had beslist op zijn bezwaar tegen een omgevingsvergunning voor het legaliseren van dierenverblijven aan de [adres] 60 in [plaatsnaam]. De rechtbank heeft vastgesteld dat het bezwaarschrift op 3 februari 2022 was verzonden en op 4 februari 2022 door het college was ontvangen. Het college had uiterlijk op 9 juni 2022 moeten beslissen, maar dit was niet gebeurd. De rechtbank oordeelde dat het beroep kennelijk gegrond was, omdat het college niet tijdig had beslist.
De rechtbank heeft het college opgedragen om binnen twee weken na de uitspraak alsnog een besluit op bezwaar bekend te maken. Daarnaast is bepaald dat het college een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Ook moet het college het door de eiser betaalde griffierecht van € 184,- vergoeden en de proceskosten van de eiser tot een bedrag van € 379,50. De rechtbank heeft de zaak als licht gekwalificeerd, gezien de jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van de beslissing. Eiser heeft de mogelijkheid om binnen zes weken een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de uitspraak.