ECLI:NL:RBZWB:2022:6364

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
31 oktober 2022
Publicatiedatum
1 november 2022
Zaaknummer
AWB- 22_44
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hersteluitspraak inzake onjuiste gemachtigde en onvolledig jaartal in bestuursrechtelijke uitspraak

Op 31 oktober 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een hersteluitspraak gedaan in de zaak tussen een eiseres en de burgemeester van de gemeente Veere. De rechtbank had eerder op 23 september 2022 uitspraak gedaan, maar de burgemeester heeft na deze uitspraak per e-mail, ontvangen op 30 september 2022, aangegeven dat er een kennelijke misslag in de uitspraak was. In de eerdere uitspraak was de onjuiste gemachtigde van het college genoemd en stond er een onvolledig jaartal in het dictum. De rechtbank heeft vastgesteld dat in rechtsoverweging 1.4 de verkeerde gemachtigde was genoemd en dat het dictum verwees naar een onjuist jaartal. De rechtbank heeft de misslagen gecorrigeerd en verduidelijkt dat verwezen werd naar het primaire besluit van 15 juli 2021. De rechtbank heeft de uitspraak op de juiste wijze verbeterd en vastgesteld dat deze aldus moet worden gelezen. De uitspraak is gedaan door rechter L.P. Hertsig en griffier R.J. Wesel, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze hersteluitspraak staat geen rechtsmiddel open en deze uitspraak brengt geen wijziging in de termijn voor hoger beroep tegen de oorspronkelijke uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 22/44 VEROR

hersteluitspraak van 31 oktober 2022 in de zaak tussen

[naam eiseres] , uit [plaatsnaam] , eiseres,

(gemachtigde: mr. N.M. Buddingh-Ubink)
en

de burgemeester van de gemeente Veere, verweerder.

Overwegingen

1. De rechtbank heeft in deze zaak op 23 september 2022 uitspraak gedaan (hierna: de uitspraak). De burgemeester heeft naar aanleiding van de uitspraak bij mail, ontvangen door de rechtbank op 30 september 2022, aangegeven dat de onjuiste gemachtigde van het college wordt genoemd en een onvolledig jaartal in het dictum staat.
1.1
Als gemachtigde van de burgemeester staat in rechtsoverweging 1.4 ‘ [naam gemachtigde 1] ’ genoemd, in plaats van ‘ [naam gemachtigde 2] en [naam gemachtigde 3] ’. In het dictum staat dat de rechtbank het besluit van 15 juli 202 herroept. Dat moet het besluit van 15 juli 2021 zijn.
1.2
De rechtbank stelt vast dat de uitspraak een kennelijke misslag bevat. De rechtbank constateert dat in rechtsoverweging 1.4 de verkeerde gemachtigde is genoemd als degene die op zitting is verschenen voor de burgemeester. Als gemachtigden van de burgemeester moeten [naam gemachtigde 2]
en [naam gemachtigde 3]worden genoemd. Verder is onder het kopje “beslissing” per abuis gesteld: “
herroept het besluit van 15 juli 202.” De rechtbank is van oordeel dat voor partijen duidelijk moet zijn geweest dat verwezen werd naar het (primaire) besluit van 15 juli 2021 en dat had moeten worden vermeld: “
herroept het besluit van 15 juli 2021”.

Beslissing

De rechtbank verbetert de hierboven vermelde misslag in de uitspraak op de wijze als onder 1.2 omschreven en stelt vast dat de uitspraak aldus moet worden gelezen.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.P. Hertsig, rechter, in aanwezigheid van mr.drs. R.J. Wesel, griffier op 31 oktober 2022 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De griffier is niet in de gelegenheid om de uitspraak te ondertekenen.
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open. Voorts brengt deze uitspraak geen wijziging in de termijn voor hoger beroep tegen de oorspronkelijke uitspraak.