Op 31 oktober 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een hersteluitspraak gedaan in de zaak tussen een eiseres en de burgemeester van de gemeente Veere. De rechtbank had eerder op 23 september 2022 uitspraak gedaan, maar de burgemeester heeft na deze uitspraak per e-mail, ontvangen op 30 september 2022, aangegeven dat er een kennelijke misslag in de uitspraak was. In de eerdere uitspraak was de onjuiste gemachtigde van het college genoemd en stond er een onvolledig jaartal in het dictum. De rechtbank heeft vastgesteld dat in rechtsoverweging 1.4 de verkeerde gemachtigde was genoemd en dat het dictum verwees naar een onjuist jaartal. De rechtbank heeft de misslagen gecorrigeerd en verduidelijkt dat verwezen werd naar het primaire besluit van 15 juli 2021. De rechtbank heeft de uitspraak op de juiste wijze verbeterd en vastgesteld dat deze aldus moet worden gelezen. De uitspraak is gedaan door rechter L.P. Hertsig en griffier R.J. Wesel, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze hersteluitspraak staat geen rechtsmiddel open en deze uitspraak brengt geen wijziging in de termijn voor hoger beroep tegen de oorspronkelijke uitspraak.