Wat vindt de rechtbank?
7. De rechtbank stelt allereerst vast dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep in beroep naar aanleiding van het rapport van [naam medisch adviseur] een aanvullende beperking heeft aangenomen voor het persoonlijk risico, omdat eiseres niet op hoogtes kan werken. Dit is weergegeven in de FML van 12 augustus 2022. Dit betekent dat het bestreden besluit een motiveringsgebrek bevat. De rechtbank ziet geen aanleiding om aan te nemen dat eiseres is benadeeld door dit gebrek. De rechtbank maakt namelijk uit de functiebeoordeling (van 8 januari 2021) op dat deze beperking niet voorkomt in een van de geselecteerde functies. Bovendien heeft eiseres in beroep de gelegenheid gehad om zich over deze aanpassing van de FML uit te laten. Daarom zal de rechtbank dit gebrek passeren met toepassing van artikel 6:22 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
8. De rechtbank vindt dat het UWV terecht heeft beslist dat eiseres vanaf 19 maart 2021 geen recht meer heeft op een WIA-uitkering omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. De rechtbank zal dat hierna uitleggen.
9. De rechtbank ziet geen reden om mee te gaan in de stelling van eiseres dat het onderzoek onzorgvuldig is geweest. De artsheeft het dossier en de daarin aanwezige medische informatie over eiseres bestudeerd. Hij heeft eiseres op het spreekuur gezien en onderzocht. Ook heeft hij informatie opgevraagd bij de huisarts van eiseres en deze betrokken bij zijn onderzoek. De arts beschrijft (onder andere) de klachten van eiseres, het dagverhaal, de diagnose en de prognose. De arts heeft aangenomen dat eiseres verminderd belastbaar is. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft het standpunt van de arts in haar rapport van 21 oktober 2021 heroverwogen. Zij heeft het dossier, waaronder informatie van de behandelend sector, en de bezwaargronden van eiseres bestudeerd. Ook heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep eiseres gesproken op de hoorzitting en aanvullend heeft zij eiseres onderzocht. De rechtbank ziet geen aanleiding om aan te nemen dat de artsen aspecten van de medische situatie van eiseres hebben gemist. Verder kan de rechtbank, gelet op de verrichte onderzoekshandelingen, eiseres ook niet volgen in haar betoog dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep alleen zou zijn afgegaan op de feitenvaststelling door de arts. Uit het rapport van de verzekeringsarts bezwaar en beroep blijkt dat zij onder andere dossierstudie en eigen lichamelijk onderzoek heeft verricht. Daarnaast is informatie van de behandelend sector betrokken.
10. De arts heeft aangenomen dat eiseres verminderd belastbaar is. Hij heeft vastgesteld dat de beweeglijkheid van de knie van eiseres ernstig gestoord en zeer pijnlijk is. Ook heeft hij de indruk dat de pijnverwerking wat gestoord is. In de FML van 21 december 2020 heeft de arts beperkingen opgenomen voor persoonlijk functioneren, fysieke omgevingseisen, dynamische handelingen, statische houdingen en werktijden.
11
.De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in het rapport van 21 oktober 2021 uiteengezet dat er geen sprake is van een situatie van geen benutbare mogelijkheden bij eiseres. De aangenomen beperkingen zijn passend, omdat eiseres is aangewezen op kniebesparend en fysiek licht werk. Een urenbeperking is niet aan de orde, omdat er geen verminderde beschikbaarheid, energetische beperking of preventieve reden is. Rekening houdend met de aangenomen beperkingen wordt voorzien in voldoende lage energetische belasting. In bezwaar is geen nadere medische informatie overlegd waaruit blijkt dat sprake is van een slechtere gezondheidssituatie of ernstigere beperkingen. Naar aanleiding van het rapport van [naam medisch adviseur] heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep reden gezien om een aanvullende beperking voor het persoonlijk risico op te nemen. Dit is weergegeven in de FML van 12 augustus 2022.
12. Op basis van het rapport van [naam medisch adviseur] stelt eiseres dat zij verdergaande beperkingen heeft voor het staan, zitten, knielen of hurken, trappenlopen en dragen. Eiseres stelt verder zelf nog dat zij door haar pijnklachten een urenbeperking nodig acht van 6 uur per dag en 30 uur per week.
14. De verzekeringsarts bezwaar en beroep acht verdergaande beperkingen voor zitten, staan, knielen of hurken, trappenlopen en dragen niet van toepassing. Knielen of hurken en geknield of gehurkt actief zijn, is al (sterk) beperkt en forsere beperkingen zijn niet mogelijk. Verder blijkt eiseres op basis van de dagelijkse activiteiten in staat is om een half uur te staan, dat zij langere tijd kan zitten en ook traploopt. Wat betreft het dragen, moet worden vastgesteld dat eiseres geen beperkingen heeft aan haar armen of handen. Bij de aangenomen beperking gaat het om lichte belasting en voor korte duur.
15
.De rechtbank vindt dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep voldoende heeft gemotiveerd waarom verdergaande beperkingen niet aan de orde zijn. De aanvullende reactie van eiseres dat zij het zitten moet kunnen onderbreken en afwisselen, en dat dragen ook beperkt zou moeten zijn vanwege het gebruik van de elleboogkruk maakt dit voor de rechtbank niet anders. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft terecht naar voren gebracht dat [naam medisch adviseur] eiseres niet heeft gezien en gesproken, noch bij haar een lichamelijk onderzoek heeft afgenomen, althans dat blijkt niet uit dit rapport. De verzekeringsarts bezwaar en beroep stelt dan ook terecht dat [naam medisch adviseur] alleen is afgegaan op het klachtenverhaal van eiseres. De rechtbank is zich ervan bewust dat eiseres klachten en belemmeringen ervaart door haar knieproblemen, maar in de verzekeringsgeneeskundige beoordeling kan niet uitsluitend worden afgegaan op hoe eiseres haar klachten zelf ervaart. De klachten zelf zijn dan ook niet doorslaggevend, maar of die klachten objectief medisch kunnen worden onderbouwd. Van een nadere medische objectieve onderbouwing is echter niet gebleken; het rapport van [naam medisch adviseur] maakt daar ook geen melding van. Dit geldt ook voor het gebruik van een kruk, nu in het rapport van de arts staat beschreven dat eiseres deze gebruikt omdat ze een onstabiel gevoel heeft, en wil voorkomen dat ze zich verstapt. Bovendien heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep terecht naar voren gebracht dat ook het dagverhaal een rol speelt bij de beoordeling van de beperkingen tot het verrichten van arbeid. In het rapport van [naam medisch adviseur] is dat dagverhaal niet kenbaar betrokken bij de door haar getrokken conclusies over de belastbaarheid van eiseres.
16. Ten slotte heeft eiseres haar stelling, dat voor haar een urenbeperking had moeten worden aangenomen, niet medisch onderbouwd, zodat er geen reden is om niet uit te gaan van de juistheid van het standpunt hierover van het UWV.
17. Gelet op voorgaande ziet de rechtbank in wat eiseres heeft aangevoerd geen aanleiding te twijfelen aan de juistheid van de voor eiseres vastgestelde medische belastbaarheid. De rechtbank komt tot de slotsom dat eiseres op de datum in geding in staat moet worden geacht arbeid te verrichten die in overeenstemming is met de voor haar vastgestelde medische belastbaarheid, zoals verwoord in de FML van 12 augustus 2022. Nu bij de rechtbank geen twijfel bestaat over de voor eiseres vastgestelde medische belastbaarheid, maakt de rechtbank geen gebruik van het aanbod van eiseres om mee te werken aan een onderzoek door een onafhankelijk deskundige.
De arbeidskundige beoordeling
18. Uitgaande van de juistheid van de bij eiseres vastgestelde medische beperkingen ziet de rechtbank in wat eiseres heeft aangevoerd geen reden om de geschiktheid van de geduide functies in twijfel te trekken. De arbeidsdeskundigen hebben de knelpunten beoordeeld en toegelicht waarom de functies geschikt zijn. Deze toelichtingen zijn voor de rechtbank begrijpelijk. De stelling van eiseres, dat zij de geduide functies niet zou kunnen verrichten, is in feite gericht tegen de voor haar vastgestelde medische belastbaarheid, waarvan de rechtbank hiervoor in overweging 18 al heeft geoordeeld dat er geen reden is om daaraan te twijfelen.
19. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft berekend dat eiseres op 19 maart 2021 met de middelste van de voor de schatting gebruikte functies 71,10% kan verdienen van het loon dat zij voorheen verdiende als voedingsassistent, zodat eiseres voor de overige 28,90% arbeidsongeschikt is.