ECLI:NL:RBZWB:2022:635

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
2 februari 2022
Publicatiedatum
9 februari 2022
Zaaknummer
C/02/394294/HA RK 22-21
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een verschoningsverzoek in een civiele procedure

Op 2 februari 2022 heeft de meervoudige verschoningskamer van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant te Breda een beslissing genomen op het verschoningsverzoek van mr. Zander, senior rechter A, in de hoofdzaak met kenmerk C/02/8965794 CV EXPL 21-155. Het verzoek is ingediend door de besloten vennootschap AMBIFLOOR B.V., vertegenwoordigd door mr. J.W. Mouthaan, advocaat te Ede, tegen een gedaagde partij, vertegenwoordigd door mr. C.G. Mensink, advocaat te Almelo. De procedure is gestart naar aanleiding van een klacht van mr. Mensink tegen de rechter, die betrekking had op beschuldigingen van discriminatie en belemmering in de uitoefening van zijn werkzaamheden als advocaat. De klacht werd door de President van de rechtbank niet-ontvankelijk verklaard, maar mr. Mensink heeft zich niet neergelegd bij deze beslissing en heeft de Procureur-Generaal benaderd voor een onderzoek naar de gedragingen van de rechter.

De rechter heeft in zijn beoordeling aangegeven dat, hoewel rechters op grond van hun aanstelling worden vermoed onpartijdig te zijn, er uitzonderlijke omstandigheden kunnen zijn die aanleiding geven tot een vrees voor partijdigheid. Gezien de aard en ernst van de beschuldigingen van mr. Mensink, en het feit dat deze zich niet heeft neergelegd bij de eerdere beslissing, heeft de rechter geconcludeerd dat hij niet langer onpartijdig kan oordelen in deze zaak. Daarom is het verschoningsverzoek terecht ingediend en toegewezen, wat betekent dat de behandeling van de hoofdzaak door een andere rechter zal worden voortgezet.

De beslissing van de verschoningskamer is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing. De betrokken partijen zijn op de hoogte gesteld van de beslissing, die in raadkamer is genomen door de rechters M. Peters, J. Broeders en A. Leppens, in aanwezigheid van griffier mr. Verhulst-Langer.

Uitspraak

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Verschoningskamer
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/394294/HA RK 22-21
Beslissing van 2 februari 2022
van de meervoudige verschoningskamer van de rechtbank op het verzoek van
mr. [voorletters] Zander,
senior rechter A in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda,
hierna de rechter,
belast met de behandeling van de hoofdzaak met kenmerk C/02/8965794 CV EXPL 21-155 van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid AMBIFLOOR B.V.,
gevestigd te Veenendaal,
eiseres,
gemachtigde: mr. J.W. Mouthaan, advocaat te Ede,
tegen
[gedaagde] ,
zaken doende te Almkerk,
gedaagde,
gemachtigde: mr. C.G. Mensink, advocaat Almelo.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verschoningsverzoek van 1 februari 2022.
1.2.
Een verschoningsverzoek hoeft, anders dan een wrakingsverzoek, niet ter terechtzitting te worden behandeld. Het verzoek is daarom niet ter zitting behandeld.

2.Het verschoningsverzoek

2.1.
De rechter heeft het verschoningsverzoek op het volgende gebaseerd. Door mr. Mensink is een klacht ingediend tegen de rechter wegens, kort samengevat, discriminatie en belemmering in de uitvoering van de werkzaamheden van mr. Mensink als advocaat. Mr. Mensink is bij brief van 17 augustus 2021 door de President van deze rechtbank niet-ontvankelijk verklaard in zijn klacht. De rechter heeft daarop de behandeling van de zaak voortgezet. Recent werd de rechter geïnformeerd over het feit dat mr. Mensink zich heeft gewend tot de Procureur-Generaal bij de Hoge Raad, met het verzoek een vordering in te dienen bij de Hoge Raad tot het doen van een onderzoek naar de gedragingen van de rechter. Hoewel de Procureur-Generaal niet aan dit verzoek zal voldoen, acht de rechter zich niet meer in staat het geschil onpartijdig en zonder vooringenomenheid verder te behandelen, gelet op de aard en ernst van de door mr. Mensink aan hem gemaakte verwijten en nu blijkt dat mr. Mensink zich niet heeft willen neerleggen bij de beslissing van de President van deze rechtbank van 17 augustus 2021.

3.De beoordeling

3.1.
Uitgangspunt is dat een rechter op grond van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn. Uitzonderlijke omstandigheden kunnen een aanwijzing opleveren dat een rechter ten opzichte van een partij vooringenomen is of dat daarvoor een terechte vrees bestaat. Ook de uiterlijke schijn kan daarbij een rol spelen.
3.2.
Gelet op hetgeen de rechter heeft aangevoerd, is het verschoningsverzoek terecht ingediend. Zo wordt de schijn van partijdigheid vermeden. Het verzoek zal dus worden toegewezen. Dit betekent dat de behandeling van de hoofdzaak door een andere rechter moet worden overgenomen.

4.De beslissing

De verschoningskamer:
4.1.
wijst het verzoek tot verschoning toe;
4.2.
bepaalt dat het proces in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond op het moment dat verschoningsverzoek werd ingediend;
4.3.
beveelt dat een afschrift van deze beslissing wordt toegezonden aan:
* de rechter;
* alle in de aanhef van deze uitspraak genoemde betrokken partijen.
Deze beslissing is genomen in raadkamer op 2 februari 2022 door mr. Peters, mr. Broeders en mr. Leppens, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Verhulst-Langer, griffier. De beslissing wordt openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De griffier, De voorzitter,
Afschrift aangetekend verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.