ECLI:NL:RBZWB:2022:6285
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op aanvraag kinderopvangtoeslag
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 28 oktober 2022, wordt het beroep van eiseres behandeld die stelt dat de Belastingdienst/Toeslagen niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Belastingdienst niet binnen de wettelijk gestelde termijn heeft gereageerd op de aanvraag van eiseres. Eiseres had de Belastingdienst eerder in gebreke gesteld, maar er is geen besluit genomen. De rechtbank heeft daarom besloten om op basis van de beschikbare stukken uitspraak te doen zonder dat partijen worden uitgenodigd voor een zitting.
De rechtbank oordeelt dat de Belastingdienst binnen zes maanden na de aanvraag moet beslissen, met de mogelijkheid om deze termijn eenmalig met zes maanden te verlengen. Aangezien er geen besluit is genomen, bepaalt de rechtbank dat de Belastingdienst dit alsnog moet doen binnen twee weken na verzending van de uitspraak. Tevens wordt er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-.
Omdat het beroep gegrond is, heeft eiseres recht op een vergoeding van de proceskosten, die door de rechtbank is vastgesteld op € 379,50. De rechtbank vernietigt het niet tijdig nemen van een besluit en draagt de Belastingdienst op om alsnog binnen de gestelde termijn een besluit bekend te maken. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in verzet te gaan tegen deze uitspraak.