ECLI:NL:RBZWB:2022:6283
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake kinderopvangtoeslag door te vroege ingebrekestelling
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 28 oktober 2022, wordt het beroep van eiseres tegen de Belastingdienst/Toeslagen behandeld. Eiseres had op 31 maart 2021 een verzoek ingediend voor herbeoordeling van haar situatie met betrekking tot de kinderopvangtoeslag. Eiseres stelde dat verweerder niet tijdig had beslist op haar aanvraag. De rechtbank oordeelt dat partijen niet voor een zitting worden uitgenodigd, omdat dit op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet nodig is. De rechtbank legt uit dat als een bestuursorgaan niet op tijd beslist, de betrokkene een ingebrekestelling moet sturen. Eiseres had verweerder op 5 maart 2022 in gebreke gesteld, maar de rechtbank concludeert dat de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken. Eiseres had verweerder pas op 1 april 2022 in gebreke kunnen stellen. Hierdoor is het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank merkt op dat de niet-ontvankelijkverklaring niet wegneemt dat verweerder alsnog op de aanvraag moet beslissen. De rechtbank besluit het beroep niet-ontvankelijk te verklaren en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.