ECLI:NL:RBZWB:2022:6197
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de afwijzing van scholingskosten door het UWV in het kader van WIA-uitkering
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 27 oktober 2022, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor vergoeding van scholingskosten door het UWV beoordeeld. Eiser, die sinds 2008 ziek is en een WIA-uitkering ontvangt, had verzocht om vergoeding van de kosten voor een ADR-certificaat en code 95. Het UWV had deze aanvraag eerder afgewezen, met de argumentatie dat eiser niet voldeed aan de voorwaarden voor vergoeding, omdat de opleiding niet aansluit bij zijn belastbaarheid en arbeidsmogelijkheden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser meerdere keren is beoordeeld door verschillende arbeidsdeskundigen en verzekeringsartsen, die allemaal tot de conclusie zijn gekomen dat hij niet geschikt is voor het werk als internationaal vrachtwagenchauffeur. De rechtbank oordeelt dat de rapporten van de arbeidsdeskundigen betrouwbaar zijn en dat eiser niet voldoende bewijs heeft geleverd om zijn geschiktheid voor het werk te onderbouwen. Eiser heeft geen medische stukken overgelegd die zijn stelling ondersteunen.
De rechtbank concludeert dat het UWV terecht heeft geweigerd om de scholingskosten te vergoeden, omdat eiser niet aan de voorwaarde voldoet dat hij schoolbaar is. De eerdere toekenning van scholingskosten door het UWV betekent niet dat deze nu ook automatisch moeten worden toegekend. De rechtbank verklaart het beroep van eiser ongegrond en bevestigt de beslissing van het UWV.