ECLI:NL:RBZWB:2022:6197

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
27 oktober 2022
Publicatiedatum
26 oktober 2022
Zaaknummer
AWB- 22_1675
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de afwijzing van scholingskosten door het UWV in het kader van WIA-uitkering

In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 27 oktober 2022, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor vergoeding van scholingskosten door het UWV beoordeeld. Eiser, die sinds 2008 ziek is en een WIA-uitkering ontvangt, had verzocht om vergoeding van de kosten voor een ADR-certificaat en code 95. Het UWV had deze aanvraag eerder afgewezen, met de argumentatie dat eiser niet voldeed aan de voorwaarden voor vergoeding, omdat de opleiding niet aansluit bij zijn belastbaarheid en arbeidsmogelijkheden.

De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser meerdere keren is beoordeeld door verschillende arbeidsdeskundigen en verzekeringsartsen, die allemaal tot de conclusie zijn gekomen dat hij niet geschikt is voor het werk als internationaal vrachtwagenchauffeur. De rechtbank oordeelt dat de rapporten van de arbeidsdeskundigen betrouwbaar zijn en dat eiser niet voldoende bewijs heeft geleverd om zijn geschiktheid voor het werk te onderbouwen. Eiser heeft geen medische stukken overgelegd die zijn stelling ondersteunen.

De rechtbank concludeert dat het UWV terecht heeft geweigerd om de scholingskosten te vergoeden, omdat eiser niet aan de voorwaarde voldoet dat hij schoolbaar is. De eerdere toekenning van scholingskosten door het UWV betekent niet dat deze nu ook automatisch moeten worden toegekend. De rechtbank verklaart het beroep van eiser ongegrond en bevestigt de beslissing van het UWV.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Zittingsplaats Bergen op Zoom
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 22/1675 WIA

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 27 oktober 2022 in de zaak tussen

[naam eiser] , uit [plaatsnaam] , eiser,

en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen(het UWV), verweerder,
(gemachtigde: [naam gemachtigde] ).

Inleiding

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser over zijn aanvraag om vergoeding van scholingskosten.
Het UWV heeft deze aanvraag met het besluit van 2 september 2021 afgewezen. Met het bestreden besluit van 25 februari 2022 op het bezwaar van eiser is het UWV bij de afwijzing van de aanvraag gebleven.
Het UWV heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
De rechtbank heeft het beroep op 15 september 2022 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser en de gemachtigde van het UWV.

Totstandkoming van het besluit

Eiser heeft zich op 20 september 2008 ziek gemeld voor zijn werk als internationaal vrachtwagenchauffeur. Sinds 18 september 2010 heeft eiser een WIA-uitkering. Hij werd bij het toekennen van de uitkering 100% arbeidsongeschikt aangemerkt (volledig afgekeurd). Eiser werkt nog een aantal maanden per jaar als vrachtwagenchauffeur.
In augustus 2014 heeft eiser aan het UWV gevraagd of de kosten van de opleiding voor een ADR-certificaat vergoed kunnen worden. Deze kosten heeft eiser van het UWV gekregen.
Eiser is vervolgens opgeroepen door verzekeringsarts [naam verzekeringsarts 1] en arbeidsdeskundige [naam arbeidsdeskundige 1] om te beoordelen wat hij wel en niet kan. Er is gekeken naar zijn zogenoemde belastbaarheid en arbeidsmogelijkheden. [naam arbeidsdeskundige 1] heeft in zijn rapport van 12 februari 2015 geconcludeerd dat eiser niet geschikt is voor het werk als internationaal chauffeur. Omdat [naam arbeidsdeskundige 1] ook geen andere geschikte functies voor eiser kon vinden is eiser weer volledig afgekeurd.
Daarna heeft eiser aan het UWV gevraagd om de opleidingskosten van code 95 te vergoeden. Ook deze kosten heeft eiser van het UWV vergoed gekregen.
Eiser is vervolgens door verzekeringsarts [naam verzekeringsarts 2] en arbeidsdeskundige [naam arbeidsdeskundige 2] opgeroepen om zijn belastbaarheid en arbeidsmogelijkheden te beoordelen. [naam arbeidsdeskundige 2] heeft in het rapport van 9 november 2017 geconcludeerd dat eiser ongeschikt is voor het werk als internationaal chauffeur. Het werk als vrachtwagenchauffeur, dat eiser een aantal maanden per jaar verricht, is niet passend. Omdat andere geschikte functies niet te vinden waren voor eiser, is hij weer volledig afgekeurd.
Op 8 augustus 2021 heeft eiser bij het UWV een verzoek ingediend voor vergoeding van de opleidingskosten van een ADR-certificaat en code 95.
Het UWV heeft dit geweigerd. Volgens het UWV voldoet eiser niet aan de voorwaarden om deze scholingskosten te krijgen. De opleiding die eiser wil volgen is bedoeld om als chauffeur te kunnen blijven werken. Die functie is echter niet passend. Het UWV is daarbij uitgegaan van de conclusies van arbeidsdeskundige [naam arbeidsdeskundige 3] van 2 september 2021 en van arbeidsdeskundige bezwaar en beroep [naam arbeidsdeskundige b&b] van 23 februari 2022.

Beroepsgronden

Eiser is het hiermee niet eens. Eiser stelt dat hij wel geschikt is om als vrachtwagen-chauffeur te werken.
Volgens eiser heeft arbeidsdeskundige [naam arbeidsdeskundige 3] aangegeven dat scholingskosten van mensen die huilen aan de telefoon wel worden vergoed. Als hij dus had gehuild of zielig genoeg was bevonden zou hij wel een vergoeding hebben gekregen. [naam arbeidsdeskundige 3] ontkent nu dat zij dit gezegd heeft, maar dat is een leugen. Ook dat zij heeft opgeschreven dat hij voor zijn welzijn meer in Thailand verblijft, is een leugen.
[naam arbeidsdeskundige 3] heeft verschillende keren toegezegd dat zij eiser zou bellen, maar dat is nooit gebeurd. Dat zij dat gedaan zou hebben is ook een leugen.
Arbeidsdeskundige [naam arbeidsdeskundige b&b] was overigens niet bij de hoorzitting aanwezig. De beslissing lag al klaar. Volgens eiser was de hoorzitting dan ook zinloos.

Beoordeling door de rechtbank

De rechtbank beoordeelt of het UWV terecht heeft geweigerd aan eiser de scholingskosten van een ADR-certificaat en code 95 te vergoeden.
In de Beleidsregels Scholing UWV 2021 staan de voorwaarden wanneer iemand scholingskosten vergoed kan krijgen. Eén van de voorwaarden is dat iemand schoolbaar moet zijn. Dat houdt in dat de opleiding waarvoor vergoeding wordt gevraagd en de functie waarvoor wordt opgeleid, aansluiten bij onder meer de belastbaarheid.
Deze beleidsregels en de overige relevante wet- en regelgeving zijn te vinden in de bijlage bij deze uitspraak.
Eiser is meerdere keren beoordeeld door een verzekeringsarts en een arbeidsdeskundige. Door de arbeidsdeskundigen is iedere keer geconcludeerd dat eiser niet geschikt is voor het werk als internationaal vrachtwagenchauffeur en dat het werk als chauffeur, dat eiser een aantal maanden per jaar doet, niet passend is.
De arbeidsdeskundigen komen tot hun conclusie omdat de belasting in deze functies eisers belastbaarheid overschrijdt. Het werk is volgens hen niet geschikt omdat eiser niet solitair kan werken en niet onder tijdsdruk, hij niet om kan gaan met onvoorspelbare situaties en conflicten, en een urenbeperking geldt.
De rechtbank ziet geen reden om te oordelen dat de rapporten en de conclusies van de arbeidsdeskundigen niet kloppen. Uit die rapporten blijkt dat eiser niet geschikt is voor het werk als (internationaal) vrachtwagenchauffeur. Eiser heeft gesteld dat dat niet klopt en dat hij daarvoor wel geschikt is. Het alleen stellen dat het zo is, is echter niet voldoende. Om een stelling te kunnen laten slagen moet dat worden onderbouwd met stukken. Eiser heeft geen stukken van bijvoorbeeld een arts of een andere deskundige overgelegd waaruit blijkt dat de rapporten van de arbeidsdeskundigen niet kloppen en dat zij zijn arbeidsmogelijkheden niet juist hebben vastgesteld; dat het werk als (internationaal) vrachtwagenchauffeur wel geschikt is voor hem.
Eiser wil de scholingskosten voor een ADR-certificaat en code 95 van het UWV krijgen om zijn werk als vrachtwagenchauffeur te kunnen blijven doen. Voor dat werk is hij – zoals al gezegd – echter niet geschikt. Dat betekent dat eiser niet aan de voorwaarde voldoet dat hij schoolbaar moet zijn. Als gevolg daarvan kan hij niet in aanmerking komen voor scholingskosten. Het UWV heeft eisers verzoek om scholingskosten daarom terecht afgewezen.
Dat eiser eerder wel scholingskosten heeft gekregen, betekent niet dat het UWV die nu ook zou moeten toekennen. Het UWV heeft gesteld dat die scholingskosten ten onrechte zijn toegekend, omdat eiser niet aan de voorwaarden daarvoor voldoet. De rechtbank is het daarmee eens. Het UWV hoeft zijn fout niet te blijven herhalen en daarom niet nogmaals scholingskosten toe te kennen.
Eiser heeft aangevoerd dat [naam arbeidsdeskundige 3] beloofd had dat zij hem zou bellen, dat dat nooit gebeurd is en dat zij stelt dat zij wel gebeld heeft een leugen is. Verder heeft [naam arbeidsdeskundige 3] aangegeven dat aan mensen die huilen aan de telefoon wel scholingskosten worden verstrekt. Dat zij nu ontkent dat zij dat gezegd heeft is volgens eiser ook een leugen.
De rechtbank was niet bij de gesprekken met [naam arbeidsdeskundige 3] aanwezig. Zij weet dus niet wat daar gezegd is. Voor deze beroepszaak is dit verder niet van belang. De rechtbank kan in dit beroep alleen beoordelen of het UWV terecht eisers verzoek om scholingskosten heeft afgewezen. Zoals gezegd is één van de voorwaarden om daarvoor in aanmerking te komen dat eiser schoolbaar is en aan die voorwaarde voldoet hij niet. Het UWV heeft dan ook terecht eisers verzoek om scholingskosten afgewezen.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.P. Hertsig, rechter, in aanwezigheid van
mr. H.D. Sebel, griffier, op 27 oktober 2022 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.

Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wet- en regelgeving

Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen
Artikel 34
1. De verzekerde die recht heeft op een WGA-uitkering die niet ten laste komt van een eigenrisicodrager, heeft recht op ondersteuning bij arbeidsinschakeling en, met inachtneming van de daarvoor geldende wettelijke bepalingen, op de naar het oordeel van het UWV noodzakelijk geachte voorziening gericht op arbeidsinschakeling, tenzij artikel 42 van toepassing is.
Beleidsregels Scholing UWV 2021
Artikel 1
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
Schoolbaar: De uitkeringsgerechtigde is gemotiveerd en in staat om de beoogde scholing met goed gevolg af te ronden. De scholing – en de functie of het beroep waar de scholing voor opleidt in dienstbetrekking dan wel als zelfstandig ondernemer – sluit aan bij de cognitieve vaardigheden, de belastbaarheid en de persoonlijke omstandigheden van de uitkeringsgerechtigde.
Artikel 2
Uitkeringsgerechtigden kunnen uitsluitend met instemming van UWV een scholing volgen als er een noodzaak tot het volgen van de scholing bestaat. De noodzaak tot het volgen van een scholing wordt beoordeeld aan de hand van deze beleidsregels Scholing UWV. Er is sprake van een noodzaak tot het volgen van scholing als aan alle navolgende vereisten is voldaan:
a. a) de scholing is arbeidsmarktrelevant én
b) de duur van de scholing voldoet aan de bepalingen ten aanzien van de maximum duur zoals opgenomen in artikel 4 én
c) de uitkeringsgerechtigde is schoolbaar
Artikel 5
UWV toetst of de uitkeringsgerechtigde schoolbaar is aan de hand van de navolgende criteria:
a. a) de cognitieve vaardigheden: de uitkeringsgerechtigde voldoet aan de formele instroomeisen die het opleidingsinstituut stelt aan personen die de scholing willen gaan volgen én
b) de belasting en de belastbaarheid: de uitkeringsgerechtigde is gemotiveerd én is zowel fysiek als mentaal voldoende belastbaar om de scholing met goed gevolg af te kunnen ronden én de functie of het beroep, waar de scholing voor opleidt, uit te voeren én
c) de persoonlijke omstandigheden: de persoonlijke omstandigheden van de uitkeringsgerechtigde moeten zodanig zijn dat hij in staat is om de scholing met goed gevolg af te kunnen ronden.