In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor subsidie voor energiebesparende maatregelen aan zijn woning. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft deze aanvraag met het besluit van 30 maart 2021 afgewezen, omdat het isolatiemateriaal niet voldoet aan de vereiste Rd-waarde van minimaal 3,5. Eiser heeft bezwaar gemaakt, maar de minister bleef bij de afwijzing. De rechtbank heeft het beroep op 15 september 2022 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde, evenals de gemachtigde van de minister aanwezig waren.
Eiser had op 12 november 2020 een aanvraag ingediend voor subsidie op grond van de Subsidieregeling energiebesparing eigen huis (SEEH) voor energiebesparende maatregelen, waaronder extra dakisolatie en HR++-glas. De minister heeft de aanvraag afgewezen omdat de isolatiewaarde van het nieuwe isolatiemateriaal niet voldeed aan de minimale waarde van 3,5, en omdat er niet voldaan werd aan de eis van twee of meer energiebesparende maatregelen. De rechtbank heeft de argumenten van eiser beoordeeld, maar concludeert dat de minister terecht heeft afgewezen, omdat de isolatiewaarde van het nieuwe materiaal op zichzelf niet voldeed aan de eisen van de SEEH.
De rechtbank oordeelt dat de waarde van het al aanwezige isolatiemateriaal niet in aanmerking mag worden genomen bij de beoordeling van de subsidieaanvraag. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en het bestreden besluit blijft in stand. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 27 oktober 2022.