9.De beslissing
Vrijspraak
-spreekt verdachte vrij van het onder feit 2 ten laste gelegde feit;
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
Feit 1:Medeplegen van poging tot opzettelijk brand stichten;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot
een werkstraf van 40 uren;
- beveelt dat indien verdachte de werkstraf niet naar behoren verricht,
vervangende jeugddetentiezal worden toegepast van
20 dagen;
- bepaalt dat de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de uitvoering van de werkstraf naar rato van twee uur per dag;
- veroordeelt verdachte tot
een jeugddetentie van 1 maand voorwaardelijk met een proeftijd van één jaar;
- bepaalt dat deze jeugddetentie niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd na te melden voorwaarde niet heeft nageleefd;
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[benadeelde 1]van
€ 550,=terzake van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 17 september 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- bepaalt dat verdachte met de mededaders hoofdelijk aansprakelijk is voor het gehele bedrag;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer
[benadeelde 1] (feit 1), € 550,=te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 17 september 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
- bepaalt daarbij de duur van de gijzeling op 0 (nul) dagen;
- bepaalt dat verdachte met de mededaders hoofdelijk aansprakelijk is voor het gehele bedrag;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[slachtoffer]van
€ 743,97,waarvan € 293,97 aan materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 september 2019 tot aan de dag der algehele voldoening en € 450,= aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 17 september 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat verdachte met de mededaders hoofdelijk aansprakelijk is voor het gehele bedrag;
- wijst de vordering van de benadeelde partij voor het overige af;
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het [slachtoffer]
(feit 1), € 743,97te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente over een bedrag van € 293,97 vanaf 30 september 2019 tot aan de dag der algehele voldoening en over een bedrag van € 450,= vanaf 17 september 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
- bepaalt daarbij de duur van de gijzeling op 0 (nul) dagen;
- bepaalt dat verdachte met de mededaders hoofdelijk aansprakelijk is voor het gehele bedrag;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- wijst de vordering van de benadeelde partij
[benadeelde 2]af;
- veroordeelt de benadeelde partij
[benadeelde 2]in de kosten van verdachte, tot nu toe begroot op nihil;
Dit vonnis is gewezen door mr. D.H. Hamburger, voorzitter, tevens kinderrechter, mr. E.B. Prenger en mr. D.S.G. Froger-Zeeuwen, rechters, in tegenwoordigheid van G.T.A. Schuurmans-Knoop en mr. S.B.H. van Overveld, griffiers, en is uitgesproken ter openbare zitting op 24 september 2022.
Mevrouw Schuurmans-Knoop is niet in de gelegenheid om dit vonnis te ondertekenen.