Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
- het verzoekschrift dat strekt tot toekenning van een vergoeding
- het verzoekschrift dat strekt tot toekenning van een vergoeding
- € 2.672,52, voor vergoeding van kosten rechtsbijstand;
- € 965,26, voor vergoeding van reis- en tolkosten;
- te vermeerderen met de kosten met betrekking tot het opstellen en indienen van het verzoekschrift ad € 340,00 dan wel € 680,00 bij behandeling van het verzoekschrift in raadkamer;
- de aantekening van het mondelinge vonnis van de politierechter te Zeeland-West-Brabant locatie Middelburg van 20 maart 2019 waaruit blijkt dat verzoeker is vrijgesproken;
- de stukken waaruit blijkt dat verzoeker op 4 december 2018 in verzekering is gesteld en op 6 december 2018 in vrijheid is gesteld;
- de schriftelijke reactie van de officier van justitie.
2.De beoordeling
twee dagen in verzekeringop het politiebureau doorgebracht. De LOVS-uitgangspunten gaan uit van een forfaitaire vergoeding van € 130,00 per dag voor het verblijf op het politiebureau of in het Huis van Bewaring met beperkingen of in een extra beveiligde inrichting (EBI) en € 100,00 in de overige gevallen.
€ 260,00.
€ 2.672,52is na toelichting in raadkamer in voldoende mate onderbouwd en gespecificeerd en komt de rechtbank niet onbillijk voor. De rechtbank zal dit bedrag toewijzen.
€ 965,26toe.
€ 680,00toegekend.
3.De beslissing
€ 260,00voor schade wegens ondergane inverzekeringstelling;
€ 4.577,78zal worden overgemaakt op rekeningnummer [rekeningnummer] ten name van Stichting Beheer Derdengelden Zeeuwse Advocaten , onder vermelding van “ [verzoeker] rk-nummers: 21-015425 en 22-001175”.