ECLI:NL:RBZWB:2022:6077
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijkverklaring bezwaar inzake registratie persoonsgegevens in Fraude Signalering Voorziening
Op 18 oktober 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak tussen eiseres en de inspecteur van de Belastingdienst. Eiseres heeft op 12 mei 2022 beroep ingesteld tegen het besluit van 1 april 2022, waarbij haar bezwaar tegen een brief van 20 mei 2021 niet-ontvankelijk werd verklaard. Deze brief informeerde eiseres dat haar persoonsgegevens waren opgenomen in het computersysteem Fraude Signalering Voorziening (FSV). Eiseres betoogde dat de registratie in strijd was met de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) en dat zij hierdoor onterecht was benadeeld. De rechtbank heeft de zaak op 22 september 2022 behandeld, waarbij zowel eiseres als de inspecteur aanwezig waren.
De rechtbank oordeelde dat de brief van 20 mei 2021 niet kan worden aangemerkt als een besluit in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De brief had enkel een informatieve functie en was niet gericht op een publiekrechtelijk rechtgevolg. Hierdoor kon eiseres geen bezwaar maken tegen deze brief. De rechtbank concludeerde dat de inspecteur het bezwaar van eiseres terecht niet-ontvankelijk had verklaard en verklaarde het beroep ongegrond.
De uitspraak benadrukt het belang van de definitie van een besluit volgens de Awb en de voorwaarden waaronder bezwaar kan worden gemaakt. De rechtbank heeft de wettelijke kaders uiteengezet en de argumenten van beide partijen gewogen, waarbij de rechten van eiseres op het gebied van privacy en informatievoorziening zijn besproken, maar niet leidde tot een andere conclusie.