ECLI:NL:RBZWB:2022:6063

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
18 oktober 2022
Publicatiedatum
19 oktober 2022
Zaaknummer
AWB- 21_1163
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet

In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 18 oktober 2022, is het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet ongegrond verklaard. Eiser had op 8 juli 2020 een aanvraag ingediend, maar zijn aanvraag werd op 19 augustus 2020 door het dagelijks bestuur van de Uitvoeringsorganisatie Baanbrekers afgewezen. Baanbrekers stelde dat eiser niet alle gevraagde gegevens had ingeleverd, wat noodzakelijk was om het recht op bijstand vast te stellen.

Eiser had bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing, maar het bestreden besluit van 4 februari 2021 verklaarde het bezwaar ongegrond. Tijdens de zitting op 11 augustus 2022 was eiser niet aanwezig, terwijl Baanbrekers vertegenwoordigd was. De rechtbank heeft de termijn voor uitspraak verlengd en heeft vervolgens de zaak beoordeeld. Eiser had screenshots van zijn Paypal-rekening ingeleverd, maar Baanbrekers had om meer informatie gevraagd, waaronder bankafschriften en bewijs van eventuele gok- of spelactiviteiten.

De rechtbank oordeelde dat Baanbrekers terecht had gesteld dat eiser zijn inlichtingenverplichting niet was nagekomen. Eiser had niet de gevraagde gegevens overgelegd, waardoor het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld. De rechtbank concludeerde dat er geen reden was om het beroep gegrond te verklaren en verklaarde het beroep ongegrond. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar gemaakt en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep binnen zes weken na verzending van de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Zittingsplaats Breda
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 21/1163 PW

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 oktober 2022 in de zaak tussen

[naam eiser] , te [woonplaats] , eiser

en

Het dagelijks bestuur van de Uitvoeringsorganisatie Baanbrekers, verweerder.

Procesverloop

In het besluit van 19 augustus 2020 (primair besluit) heeft Baanbrekers eisers aanvraag voor een uitkering op grond van de Participatiewet afgewezen.
In het besluit van 4 februari 2021 (bestreden besluit) heeft Baanbrekers het bezwaar van eiser tegen het primaire besluit ongegrond verklaard.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Het beroep is besproken op de zitting van de rechtbank op 11 augustus 2022. Namens Baanbrekers was aanwezig [naam vertegenwoordiger] . Eiser is niet verschenen.
De rechtbank heeft de termijn voor het doen van uitspraak verlengd.

Overwegingen

1.
Feiten
Eiser heeft zich op 8 juli 2020 gemeld voor een bijstandsuitkering en deze op 22 juli 2020 aangevraagd.
Op 23 juli 2020 heeft Baanbrekers eiser verzocht om voor 5 augustus 2020 onder meer afschriften te verstrekken van internetrekeningen zoals Paypal over de periode van 8 april 2020 tot 8 juli 2020.
Eiser heeft op 4 augustus 2020 screenshots van zijn Paypal-rekening ingeleverd met betrekking tot de periode van 18 tot en met 20 juli 2020.
Op 4 augustus 2020 heeft Baanbrekers eiser verzocht om voor 14 augustus 2020 ontbrekende gegevens aan te leveren, waaronder alle opeenvolgende afschriften van zijn Paypal-account vanaf 8 juli 2020 tot en met 4 augustus 2020 en objectief en verifieerbaar bewijs van eisers gok- en/of spelactiviteiten vanaf 8 april 2020 tot en met 4 augustus 2020.
Eiser heeft Baanbrekers op 12 augustus 2020 per e-mail gemeld dat van gokken geen sprake is geweest en dat hij online alleen maar gratis spelletjes heeft gespeeld. Om een bedrag van € 8,50 te kunnen laten uitbetalen, diende eiser een Paypal-rekening te openen. Voor het overige zijn er geen transacties geweest, heeft eiser aangegeven.
Bij het primaire besluit is eisers aanvraag door Baanbrekers afgewezen. Hieraan heeft Baanbrekers ten grondslag gelegd dat het recht op bijstand niet kan worden vastgesteld, omdat eiser niet alle gevraagde gegevens heeft ingeleverd.
Tegen dit besluit heeft eiser bezwaar gemaakt.
2.
Standpunt eiser
Eiser heeft, kort samengevat, aangevoerd dat hij alle gevraagde informatie heeft ingeleverd. De screenshots dienen als ondersteuning van de aangeleverde bankafschriften. Er zijn alleen in juni 2020 Paypal transacties geweest met een hoogte van € 8,50. Deze transactie is ook terug te vinden op de ingeleverde bankafschriften. Het bedrag op het bankafschrift wijkt niet af van het bedrag op de screenshots.
3.
Wettelijk kader
Het wettelijk kader is opgenomen in de bijlage. De bijlage maakt deel uit van deze uitspraak.
4.
Beoordeling
4.1
Het gaat in dit geding om een besluit tot afwijzing van een aanvraag om bijstand. Bij aanvragen om bijstand rust de bewijslast van de bijstandbehoevendheid in beginsel op de aanvrager zelf. De aanvrager dient duidelijkheid te verschaffen over zijn inkomens- en vermogenssituatie, zo nodig ook over de periode voorafgaand aan de bijstandsaanvraag. Vervolgens is het aan het bijstandverlenend orgaan om in het kader van de onderzoeksplicht deze inlichtingen op juistheid en volledigheid te controleren. Indien de betrokkene niet aan de wettelijke inlichtingenverplichting voldoet, is dit een grond voor weigering van de bijstand indien als gevolg daarvan het recht op bijstand niet kan worden vastgesteld [1] .Voor de beoordeling of de aanvrager verkeert in bijstandbehoevende omstandigheden, is de financiële situatie van de aanvrager een essentieel gegeven. De aanvrager is gehouden de voor een goede beoordeling van de aanvraag vereiste gegevens te overleggen.
4.2
De rechtbank is van oordeel dat Baanbrekers zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat eiser de op hem rustende inlichtingenverplichting niet is nagekomen. Terecht heeft Baanbrekers, gezien de bijschrijving op de bankafschriften van eiser, informatie van eiser gevraagd met betrekking tot zijn Paypal-rekening en online spelactiviteiten. Met online spelactiviteiten kunnen immers winsten worden gemaakt, en deze winsten, die als inkomsten kunnen worden beschouwd, zijn van invloed op de noodzaak van een uitkering op grond van de Participatiewet.
Baanbrekers heeft eiser herhaaldelijk gevraagd om deze gegevens in te leveren. Eiser heeft niet binnen de geboden hersteltermijnen de gevraagde afschriften van zijn Paypal-rekening en informatie over zijn online gok- en/of spelactiviteiten verstrekt. Eiser heeft alleen een tweetal screenshots van zijn Paypal-account ingeleverd. Deze screenshots geven wel enige indicatie van transacties maar geven daarvan geen compleet beeld. Niet kan worden uitgesloten dat eiser met gok- of online spelactiviteiten (meer) inkomsten heeft gegenereerd. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat behaalde winsten niet uitbetaald hoeven te worden op bankrekeningen van eiser maar ook op een onlineaccount als tegoed kunnen blijven staan. Baanbrekers heeft dan ook terecht om afschriften van eisers Paypal-rekening verzocht. Eiser heeft deze afschriften echter niet in de gevraagde vorm overgelegd. Baanbrekers heeft naar het oordeel van de rechtbank dan ook terecht het standpunt ingenomen dat het recht van eiser op bijstand niet is vast te stellen.
5.
Conclusie
Gelet op wat hiervoor is overwogen, zal het beroep ongegrond worden verklaard.
Er is geen reden voor een proceskostenveroordeling.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.G.J.M. de Weert, rechter, in aanwezigheid van mr. S. Constant, griffier, op 18 oktober 2022 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De griffier is buiten staat om deze uitspraak mede te ondertekenen.
rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Wat kunt u doen als u het niet eens bent met deze uitspraak?

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.

Bijlage

Artikel 11, eerste lid
Iedere in Nederland woonachtige Nederlander die hier te lande in zodanige omstandigheden verkeert of dreigt te geraken dat hij niet over de middelen beschikt om in de noodzakelijke kosten van bestaan te voorzien, heeft recht op bijstand van overheidswege.
Artikel 17, eerste lid
De belanghebbende doet aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op zijn arbeidsinschakeling of het recht op bijstand. Deze verplichting geldt niet indien die feiten en omstandigheden door het college kunnen worden vastgesteld op grond van bij wettelijk voorschrift als authentiek aangemerkte gegevens of kunnen worden verkregen uit bij ministeriële regeling aan te wijzen administraties. Bij ministeriële regeling wordt bepaald voor welke gegevens de tweede zin van toepassing is

Voetnoten

1.ECLI:NL: CRVB:2020:1403