In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 18 oktober 2022, is het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet ongegrond verklaard. Eiser had op 8 juli 2020 een aanvraag ingediend, maar zijn aanvraag werd op 19 augustus 2020 door het dagelijks bestuur van de Uitvoeringsorganisatie Baanbrekers afgewezen. Baanbrekers stelde dat eiser niet alle gevraagde gegevens had ingeleverd, wat noodzakelijk was om het recht op bijstand vast te stellen.
Eiser had bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing, maar het bestreden besluit van 4 februari 2021 verklaarde het bezwaar ongegrond. Tijdens de zitting op 11 augustus 2022 was eiser niet aanwezig, terwijl Baanbrekers vertegenwoordigd was. De rechtbank heeft de termijn voor uitspraak verlengd en heeft vervolgens de zaak beoordeeld. Eiser had screenshots van zijn Paypal-rekening ingeleverd, maar Baanbrekers had om meer informatie gevraagd, waaronder bankafschriften en bewijs van eventuele gok- of spelactiviteiten.
De rechtbank oordeelde dat Baanbrekers terecht had gesteld dat eiser zijn inlichtingenverplichting niet was nagekomen. Eiser had niet de gevraagde gegevens overgelegd, waardoor het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld. De rechtbank concludeerde dat er geen reden was om het beroep gegrond te verklaren en verklaarde het beroep ongegrond. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar gemaakt en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep binnen zes weken na verzending van de uitspraak.