3.2De RDW stelt zich op het standpunt dat sprake is van een samengesteld voertuig met een volledig zelfdragende carrosserie en aandrijflijn. Het voertuig is gerepareerd met de carrosserie van een voertuig met een ander VIN-nummer en dat heeft gevolgen voor de identiteit van het gerepareerde voertuig. Het carrosseriedeel dat ten minste voor de helft deel uitmaakt van de gehele carrosserie, is bepalend voor de vaststelling van het VIN-nummer. In dit geval maakt het achterste deel van het voertuig het grootste deel van de gehele carrosserie uit. Dit betreft het achterste deel met dak van het donorvoertuig met VIN-nummer [VIN-nummer] . Omdat eiser geen kentekenbewijs met dit VIN-nummer heeft overgelegd, kan niet worden vastgesteld dat dit kentekenbewijs hoort bij het onderzochte voertuig.
4. Ingevolge artikel 1, derde lid, van de Wegenverkeerswet 1994 wordt degene aan wie een kenteken is opgegeven voor een voertuig voor de toepassing van het bepaalde bij of krachtens de Wegenverkeerswet 1994 beschouwd als eigenaar of houder van dat voertuig.
Ingevolge artikel 51a, derde lid, onder f, van de Wegenverkeerswet 1994 kan een tenaamstelling vervallen worden verklaard in andere dan de in artikel 51a, derde lid, onder a tot met e, bij algemene maatregel van bestuur vast te stellen gevallen.
Ingevolge artikel 40b, vierde lid, sub a, van het Kentekenreglement kan verweerder een tenaamstelling vervallen verklaren indien naar oordeel van verweerder blijkt dat degene op wiens naam het voertuig is ingeschreven, opgehouden is eigenaar, bezitter of houder van het voertuig te zijn.
Ingevolge artikel 1, eerste lid, van Bijlage 1, Regeling voertuigen wordt verstaan onder: hoofdonderdelen van een voertuig voorzien van een volledig zelfdragende carrosserie: carrosserie en aandrijflijn.
Onder een samengesteld voertuig wordt verstaan: voertuig waarvan één of meerdere hoofdonderdelen afkomstig zijn van twee of meer voertuigen, dan wel waarvan niet vastgesteld kan worden dat de hoofdonderdelen afzonderlijk tot één voertuigidentificatienummer zijn te herleiden.
Ingevolge artikel 6 van Bijlage 1, Regeling voertuigen, kan de Dienst Wegverkeer een nader onderzoek instellen, indien twijfel bestaat over de juistheid van het voertuigidentificatienummer (..).
Artikel 8 van Bijlage 1, Regeling voertuigen, luidt:
Indien de zelfdragende carrosserie bestaat uit twee of meer carrosseriedelen welke aan elkaar zijn gelast en deze lasnaad bevindt zich voor ten minste 75% over de breedte van het voertuig tussen de assen van het voertuig, dan moet van de carrosseriedelen een voertuigidentificatienummer kunnen worden vastgesteld. Voor het carrosseriedeel waarin zich geen plaatdeel met het voertuigidentificatienummer bevindt, moet dat voertuigdeel afzonderlijk aan de Dienst Wegverkeer worden overgelegd.
Het carrosseriedeel dat ten minste voor de helft deel uitmaakt van de gehele carrosserie, is bepalend voor de vaststelling van het voertuigidentificatienummer van het voertuig.
Beoordeling door de rechtbank