Uitspraak
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
ernstige schuldheeft aan het verkeersongeval. Verdachte heeft niet goed opgelet en inschattingsfouten gemaakt bij de inhaalmanoeuvre. Hij heeft de auto’s voor hem ingehaald zonder zich ervan te vergewissen of dat kon en daarmee zeer onvoorzichtig gereden. Hierdoor werd [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel toegebracht. Zij acht niet bewezen dat sprake was van
roekeloosheid, zodat verdachte van deze zwaarste vorm van schuld vrijgesproken dient te worden.
roekeloosheiden dat verdachte daarvan dient te worden vrijgesproken. Volgens haar kan de rechtbank ook niet tot een bewezenverklaring komen van enige andere vorm van schuld in de zin van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW), zodat verdachte van het primair tenlastegelegde dient te worden vrijgesproken. Verdachte heeft een inhaalmanoeuvre uitgevoerd die hij dacht te kunnen maken. Er is slechts sprake geweest van een moment van onoplettendheid door de kruising over het hoofd te zien. Bovendien kan op basis van de summiere informatie van de geneeskundige verklaring niet worden vastgesteld dat sprake is van zwaar lichamelijk letsel of zodanig lichamelijk letsel dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan. Ten aanzien van het subsidiair tenlastegelegde refereert de verdediging zich aan het oordeel van de rechtbank.
zwaar lichamelijk letseldient te worden gekwalificeerd. Een geperforeerde blaas, een gebroken schaambeen en meerdere breuken in het bekken, waarvoor medisch en operatief ingrijpen noodzakelijk was, dient naar gewoon spraakgebruik als zodanig te worden aangeduid. Hetgeen de raadsman heeft aangevoerd ten aanzien van de geneeskundige verklaring, onder meer ten aanzien van de datering ervan, kan niet tot een ander oordeel leiden.
zeer onvoorzichtig en onoplettendheeft gehandeld, waardoor het aan zijn schuld is te wijten dat hij tegen de personenauto van [slachtoffer] is aangereden en waarbij [slachtoffer]
zwaar lichamelijk letselheeft opgelopen. Dit betekent dat verdachte schuldig is in de zin van artikel 6 van de WVW. De rechtbank acht - net als de officier van justitie en de raadsman - gelet op de jurisprudentie van de Hoge Raad op dit punt - niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in juridische zin
roekeloosheeft gehandeld. Zij zal verdachte dan ook van dit deel van het primair tenlastegelegde vrijspreken.
met het door hem bestuurde motorrijtuig twee voor hem rijdende voertuigen in te halen zonder zich er voldoende van te vergewissen of hij daar voldoende ruimte voor had en de voor hem, verdachte, gelegen weg geschikt was om voornoemde inhaalmanoeuvre uit te voeren, waardoor hij, verdachte, met de door hem bestuurde motorrijtuig in botsing is gekomen met een voor hem rijdende auto (Toyota Aygo voorzien van kenteken [kenteken 2] ), door welk verkeersongeval, [slachtoffer] zijnde de bestuurder van die Toyota Aygo zwaar lichamelijk letsel werd toegebracht, te weten: een geperforeerde blaas, een gebroken schaambeen, en vier breuken in de linker bekken.
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
geheel voorwaardelijkopleggen, met daaraan als bijzondere voorwaarde gekoppeld dat verdachte zijn geschiktheid om motorrijtuigen te besturen laat beoordelen door het CBR door het aanvragen van een Gezondheidsverklaring.
7.De wettelijke voorschriften
8.De beslissing
een taakstraf van 160 uren;
vervangende hechteniszal worden toegepast van
80 dagen;
een voorwaardelijke ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen van 12 maanden met een proeftijd van twee jaar;
bijzondere voorwaardeniet heeft nageleefd: