Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
aanzienlijkachtergebleven bij de eisen die aan de gemiddeld oplettende en verstandige weggebruiker mogen worden gesteld. Evenmin is er volgens de rechtbank sprake geweest van meer dan één moment van onoplettendheid. Anders dan de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat het enkele feit dat [slachtoffer] verdachte tegemoet kwam fietsen voordat zij afsloeg, niet meebrengt dat sprake is van meer dan een kort moment van onoplettendheid bij verdachte. [slachtoffer] reed toen op een andere weg. Verdachte had er niet zonder meer op bedacht hoeven te zijn dat [slachtoffer] zou oversteken.
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.De benadeelde partij
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
betaling van een geldboete van € 500,-;
vervangende hechteniszal worden toegepast van
10 dagen;
mr. P.A.M. Wijffels, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S.D.M. Bos, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 7 februari 2022.