Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres
Procesverloop
Wat er aan deze procedure voorafging
Wat eiseres vindt
Waarover het gaat in deze zaak
Wat de rechtbank vindt
.De rechtbank vindt dat het UWV terecht heeft beslist dat eiseres op 21 augustus 2020 voor 21,77% arbeidsongeschikt is en dus geen recht heeft op een WIA-uitkering. De rechtbank zal dat uitleggen.
.De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in het rapport van 18 juni 2021 uiteengezet waarom de conclusie van de arts over de belastbaarheid van eiseres in stand kan blijven. Zij rapporteert dat de beperkingen uit de FML van 5 augustus 2020 logisch en inzichtelijk volgen uit de verkregen onderzoeksgegevens. De in bezwaar ingebrachte informatie bevestigt volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep de bekende problematiek. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft toegelicht dat tussen de FML van de bedrijfsarts en het onderzoek van de arts negen maanden zit, een periode waarin volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep veranderingen kunnen optreden. De verzekeringsarts bezwaar en beroep licht per beperking toe waar de verschillen in FML’s in zitten. Over het rapport van de externe verzekeringsarts [naam verzekeringarts] , dat eiseres in de bezwaarprocedure heeft ingebracht, rapporteert de verzekeringsarts bezwaar en beroep als volgt. Verzekeringsarts [naam verzekeringarts] richt zich voornamelijk op de fysieke beperkingen. Volgens hem zou eiseres meer beperkt moeten worden geacht voor frequent reiken en buigen op basis van een duidelijk verminderde bewegelijkheid. Hetzelfde geldt voor hoofdbewegingen. De verzekeringsarts bezwaar en beroep motiveert dat haar bevindingen bij eigen onderzoek geen aanleiding vormen om zwaardere fysieke beperkingen aan te nemen. Het advies van de neuroloog was oefenen en bij onderzoek door verschillende specialisten worden afwijkingen aan de cervicale wervelkolom beschreven maar niet aan de rug. Volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep stelt [naam verzekeringarts] ook dat zitten en zitten tijdens het werk meer beperkt moet worden, maar geeft hij hiervoor geen onderbouwing. Tijdens de hoorzitting heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep geen problemen met zitten waargenomen. Zij ziet geen aanleiding voor verdergaande beperkingen voor zitten of zitten tijdens het werk. De verzekeringsarts bezwaar en beroep motiveert ook dat zij geen reden ziet om een beperking voor vervoer op te nemen, omdat de psycholoog eiseres wel heeft geadviseerd naar buiten te gaan. Ook ziet de verzekeringsarts bezwaar en beroep geen reden om een beperking voor horen aan te nemen. Zij legt uit dat tijdens de hoorzitting is gebleken dat eiseres het gesprek kan volgen zonder dat extra luid of duidelijk gesproken moet worden. Uit de informatie van de KNO-arts blijkt volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep ook dat het gehoorverlies niet zodanig is dat daarvoor een beperking moet worden aangenomen in de FML.
.De rechtbank vindt dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep voldoende heeft uitgelegd waarom niet meer of andere beperkingen zijn aangenomen. Ook heeft zij gemotiveerd waarom de informatie van [naam verzekeringarts] niet tot een ander oordeel leidt. Als iemand het niet eens is met een oordeel van een verzekeringsarts, dan moet hij of zij dat onderbouwen met andere medische stukken. Eiseres heeft dit niet gedaan. De rechtbank heeft geen reden om te twijfelen aan de beoordeling door de verzekeringsarts bezwaar en beroep. Het verzoek van eiseres om een deskundige te benoemen wordt afgewezen.
De arbeidskundige beoordeling
Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
De conclusie van de rechtbank
Beslissing
.