ECLI:NL:RBZWB:2022:5782
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Bodemzaak
- mr. Zander
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van parkeervergunning door Gemeente Rotterdam
In deze civiele zaak heeft de Gemeente Rotterdam, vertegenwoordigd door de Landelijke Associatie Van Gerechtsdeurwaarders B.V., een vordering ingesteld tegen een gedaagde die in persoon procedeert. De vordering betreft een bedrag van € 77,80, vermeerderd met wettelijke rente, dat voortvloeit uit een overeenkomst voor een parkeerabonnement. De gedaagde heeft in gebreke gebleven met de betaling van de factuur over juni 2019, ondanks eerdere aanmaningen. De gedaagde heeft als verweer aangevoerd dat zij het bedrag in 2021 via een pinbetaling aan de deurwaarder heeft voldaan. De Gemeente Rotterdam heeft echter erkend dat er een betaling heeft plaatsgevonden, maar stelt dat deze betaling betrekking had op andere gemeentelijke heffingen en niet op de onderhavige vordering.
De kantonrechter heeft de vordering van de Gemeente Rotterdam voldoende onderbouwd geacht en het verweer van de gedaagde gemotiveerd weersproken. De gevorderde hoofdsom en de wettelijke rente zijn toegewezen. Daarnaast heeft de Gemeente Rotterdam aanspraak gemaakt op vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten, welke ook zijn toegewezen, aangezien het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten van toepassing is. De gedaagde is als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 331,74. Het vonnis is uitgesproken op 20 juli 2022 door mr. Zander en is uitvoerbaar bij voorraad.